at ons bezighoudt...
Het focus op groen
De uitdaging van de
biotechnologie
De 'Scheeps' op nieuwe koers
In zijn algemeenheid maakt de Neder-
I landse agrarische sector momenteel
een tijd door die noopt tot verandering
en vernieuwing. Boer en tuinder moeten
zich instellen op de specifieke eisen van
deze tijd. Op zich niet bijzonder, want
heeft de Nederlandse agrariër ooit an
ders gedaan dan meegaan met zijn tijd?
Onmiskenbaar is wel, dat nieuw eisen
telkenmale wat werden opgeschroefd.
De agrarische sector is daardoor
constant grensverleggend bezig ge
weest, onder andere uitmondend in een
voortdurende verhoging van de gepro
duceerde hoeveelheden. Daarbij ligt het
in de lijn der 'menselijke' verwachting
dat grenzen ooit niet verder te verleg
gen zijn. Binnen de agrarische sector
speelt dan ook de vraag of bepaalde
grenzen nu uiteindelijk bereikt zijn. Ge
let op de huidige overschottenproble-
matiek - hoe paradoxaal ook binnen de
wereldvoedselsituatie kan men ge
neigd zijn die vraag bevestigend te
beantwoorden. Anderzijds doen de
snelle en niet te stuiten technologische
ontwikkelingen echter anders vermoe
den. Welke invalshoek men ook kiest,
de gemeenschappelijke noemer ligt dui
delijk in de erkenning van de noodzaak
tot verandering, tot het zoeken van
nieuwe grenzen.
Daarom blijft grensverleggend bezig zijn
j aan de orde van de dag. Wel zal dit in de
toekomst veelal anders gebeuren dan
voorheen. Nieuwe dimensies hebben
zich aangediend. Dimensies die ooit on
vermoed waren binnen de agrarische
sector, en die nu langzaam beginnen uit
te kristalliseren in het dagelijks denken
en werken van boer en tuinder. Er is een
proces van omschakeling gaande, waar
in vroegere vanzelfsprekendheden ver
mengd - en soms al vervangen - worden
door de nieuwe, vaak ongekende moge
lijkheden die de tijd ons nu brengt. Nieu
we produkties en produktiemethodes
worden beproefd, nieuwe markten wor
den gezocht.
Wanneer we bijvoorbeeld de verwor
venheden van de biotechnologie en in
formatica tot op dit moment bezien,
lijken tal van nieuwe toepassingen voor
en in de agrarische sector binnen bereik
te liggen. Dit opent nieuwe perspectie
ven met wijkende grenzen, die niemand
nog kan overzien.
Het verleggen van grenzen door voort
gaande produktieverhogingen zal een
2 I minder centrale positie gaan innemen.
Dergelijke verhogingen worden minder
lonend door de tendens naar een meer
marktconform landbouwbeleid. De aan
dacht zal zich in toenemende mate rich
ten op het efficiënter produceren van
vaak toch min of meer begrensde hoe
veelheden. Dit houdt in dat er met name
verder gezocht zal worden naar moge
lijkheden om vooral de kwalitatieve
grenzen te verleggen. Er ligt hier een
taak voor de landbouwvoorlichting, de
takorganisaties en het bedrijfsleven om
op juiste wijze en met goede dosering
de nieuwe technologie te introduceren.
En wat dat betreft, gonst het momen
teel in de agrarische wereld van activi
teit. De Landbouw-RAI '86 is een fraai
staaltje daarvan. Naast een door middel
van electronica steeds verder geperfec
tioneerde mechanisatie en het voort
schrijdende gebruik van de computer,
krijgt langzaam maar zeker ook de agra
rische informatica voor management-
doeleinden duidelijke contouren. Het
zoeken naar eigentijdse vernieuwing
vraagt daarbij van boer en tuinder een
grote dosis voorstellingsvermogen en
leergierigheid. Hun realiteitszin zal borg
staan voor een nuchtere, goeddoor-
dachte aanpak.
En daarom: in deze eerste aflevering van
ons maandblad in 1986 het focus op
groen. Een 'thuiswedstri|d' voor de Ra
bobank, die in deze toch wat on
bestemd aandoende tijd volop
betrokken is bij het zoeken van onze
agrarische sector naar andere hori
zonten.
Wij zijn ons bewust, dat de ontwikkelin
gen in de biotechnologie en de toepas
singen daarvan in de praktijk van emi
nent belang zijn voor de agrarische sec
tor. Dit geldt zowel voor de primaire sec
tor, als voor de toeleverende en verwer
kende industrie. Met name de uitwissel
baarheid van grondstoffen bij produktie-
processen zal tot veranderende structu
ren kunnen leiden.
De Rabobankorganisatie beperkt zich
echter niet tot constateren en heeft
daarom een lange termijn beleid uit
gestippeld om de agrarische sector, in
clusief de agri-business, behulpzaam te
zijn bij het integreren van de biotechno
logie in de diverse produktieprocessen.
Dit doet zij niet door op de stoel van de
ondernemer te gaan zitten, maar eerder
door de poten van die ondernemers-
stoel te verstevigen. Concreet houdt dit
beleid ondermeer in, dat wij onze leden
op de mogelijkheden en de risico's van
de biotechnologie attenderen en als in
termediair willen fungeren in de contac
ten tussen de universitaire know how
en de praktijk. Voor het uitvoeren van
dit beleid, en met name voor het finan
cieren van biotechnologische bedrijven
heeft Rabobank Nederland een ac
countmanager binnen de activiteit Agri-
business benoemd, die zich full time
hiermee bezighoudt.
De huidige bedrijvigheid in de biotech
nologie is risicovol. Vandaar dat finan
ciering met risicodragend vermogen een
adequaat instrument is. De Rabobank
organisatie neemt deze uitdaging aan
door de oprichting van het Rabobank
Biotech Fund, bedoeld om te participe
ren in startende en door-startende
biotech-bedrijven, om hen een basis te
geven voor een rendementsvolle toe
komst. Daarnaast worden bedrijven die
starten in biotechnologie eveneens indi
rect gesteund door bijvoorbeeld onze
betrokkenheid bij het Academisch Be
drijven Centrum te Leiden.
De Rabobankorganisatie is niet alleen
de huidige bankier van de agrarische
sector, maar ook die van de toekomsti
ge agrarische sector. Vandaar onze be
langstelling voor de ontwikkelingen in
de biotechnologie.
Rabobank Nederland heeft een bod ge
daan op alle aandelen van de Neder
landse Scheepshypotheekbank NV. De
Rabobank bood een bedrag van 200
gulden voor de aandelen en certificaten
van aandelen. Deze hadden op dat mo
ment een beurswaarde van 129 gulden.
De nominale waarde ervan is 100 gul
den. De Rabobank had overigens in
1984 al een achtergestelde lening van
35 miljoen verstrekt aan de Scheepshy
potheekbank. Dit met de bedoeling om
deze bank wat extra gewicht op de fi
nanciële markt te geven. Het bleek niet
voldoende.
Door de malaise in alles wat met ver
voer over het water te maken heeft, liet
de gang van zaken bij de 'Scheeps' de
afgelopen jaren te wensen over. Dit had
onder andere tot gevolg dat de bank
steeds moeilijker aan middelen kon ko
men om concurrerend de markt op te
kunnen voor de financieringen die toch
nog gevraagd werden. Hierdoor was zij
bijna gedwongen over te gaan tot ba
lansverkorting: minder middelen aan de
passiefzijde, dus ook minder financierin
gen. De verwachting was dat de om
vang van de activiteiten na een aantal
jaren aanzienlijk zou zijn ingekrompen
als er niets gebeurde. De resultaten zou
den verder dalen en de positie op de na
tionale en internationale markt zou
worden aangetast. Overname door een
sterke partij zou het vertrouwen van de
geldgevers kunnen herstellen en de
voorwaarden waaronder de Scheepshy