Collectief naar het buitenland Duitsland grootste botermarkt Nederland het andere kaasland Anton Geesink, sterk argument niveau geeft het NZB voorlichting aan artsen, diëtisten en voedingsdeskundi gen over de toepassing van zuivelpro- dukten of bestanddelen daarvan in de voedingsmiddelenindustrie over melk- eiwit aan marketing-managers en levensmiddelentechnologen die werk zaam zijn in de voedingsmiddelenin dustrie en -groothandel. Het diëtetiek- onderwijs en de Nieuwe Lerarenoplei ding worden voorzien van lesprogram ma's, compleet met audiovisuele on dersteuning. Minstens zo interessant zijn echter de buitenlandactiviteiten van het NZB. De oprichting van het Zuivelbureau in 1950 door de zuivelbedrijven was vooral no dig om internationaal de krachten te bundelen. In die tijd bestond de be drijfstak uit een groot aantal kleine pro ducenten. In de loop der jaren heeft er flink wat concentratie plaatsgevonden in de branche. Tegenwoordig zijn er en kele zeer grote ondernemingen die zelf hun promotie verzorgen. Toch dragen ook zij financieel bij aan de activiteiten van het NZB; collectieve actie is ook voor hen nog van belang. Op de ver schillende buitenlandse markten heb ben kaas en boter uit Nederland namelijk een zeer sterk imago, mede dank zij het Zuivelbureau. Opmerkelijk is de aandacht van het Bu reau voor de bestaande markten, zoals Duitsland, België en Frankrijk. Daar naast zijn er interessante nieuwe afzet gebieden, maar de promotie daar vindt pas na zorgvuldige oriëntering plaats. De afzetinspanningen voor de Neder landse kaas zijn in principe op alle lan den van de wereld gericht. De boterpromotie is in Duitsland en Neder land geconcentreerd en de afzet van melk wordt alleen in eigen land gesti muleerd. Voor de activiteiten in het buitenland heeft het NZB in een aantal landen een eigen kantoor opgezet. En het is niet he lemaal toevallig dat dit in landen is waar ook de Rabobank sinds kortere of lange re tijd een vestiging heeft. Het gaat om West-Duitsland, België, Frankrijk en En geland. Allemaal landen waar de gehele Nederlandse agrarische sector een be langrijk deel van zijn produkten afzet en daarbij gebruik maakt van de diensten die de Rabobank biedt. Al vanaf 1954 is er sprake van activitei ten in België, Duitsland en Engeland. In 1960 werd bij onze oosterburen het in middels wijd en zijd bekende kaasmeisje 'Frau Antje' geïntroduceerd. Zij is nu in Duitsland de personificatie van de Ne derlandse kaas, een van de redenen waarom ook de grote producenten graag met gezamenlijke promotiecam pagnes blijven meedoen. En nog steeds stijgt de populariteit van de Nederlandse kaas. De export naar Duitsland bracht in 1984 bijna een mil jard gulden in het laatje. En dan te be denken dat er bij onze oosterburen nog maar 8,5 kilo kaas per hoofd van de be volking wordt geconsumeerd. Dat is naar Europese maatstaven niet veel. Er zitten dus nog stevige groeimogelijkhe den in. De Duitsers weten ook goed raad met Hollandse boter. In 1984 kwamen zeven van de tien pakjes die zij importeerden uit ons land. Dit resulteert in een con sumptie waarmee West-Duitsland de ei gen Nederlandse markt - in volume - heeft voorbijgestreefd en de belang rijkste markt voor Nederlandse boter is geworden. Daar worden dan ook de no dige inspanningen voor verricht. In het kader van een veel omvattend Holland Promotion programma heeft in Duits land enkele jaren een compleet Holland dorp rondgereisd. Op vele plaatsen worden nu voorlichtingsbijeenkomsten voor winkeliers georganiseerd en op voedingsbeurzen, zoals de grote ANUGA te Keulen, is het Zuivelbureau steeds present. Een exportkaravaan doorkruist ook En geland, waar de Edammer en de Goud se steeds gretiger aftrek vinden. Een opmerkelijk feit in dit chauvinistische land is dat slechts de Cheddar en de Cheshirekaas het in omzet winnen van de Edammer. Over chauvinisme gespro ken; in Frankrijk staat Nederland nu be kend als 'L' autre pays du fromage', het andere kaasland. Dankzij de kwaliteit en het steeds bre der wordende assortiment Nederlandse kazen heeft de export naar Frankrijk aanzienlijk kunnen toenemen. Maar al eeuwen lang is de verhouding tussen een goede Bordeaux en een goede Edammer gebaseerd op wederzijds diep respect. Speciaal voor de Franse markt is als nieuwe variëteit de 'Fruité de Gou da' gelanceerd. Dit is een gegarandeerd zes maanden oude kaas met uniforme merkopdruk. Behalve Duitsland, Enge land en Frankrijk is ook België een trou we Nederlandse-kaasconsument. In deze vier landen is, mede ondersteund door de promotie-activiteiten van het Zuivelbureau, een omvangrijk distribu tienetwerk tot stand gekomen. Hier gaat het dus om het onderstrepen van het imago van Nederland Zuivelland. 'Frapper toujours', noemt voorlichter A. Vernooij dat. Er dienen zich echter ook nieuwe mark ten aan in landen waar het NZB (nog) geen vestiging heeft. De voornaamste zijn Japan, Griekenland, Italië en Spanje. Met name Japan is hier een bijzondere uitdaging. In dit land wordt kaas voor namelijk als basisingrediënt voor ge rechten gebruikt: gesmolten of geraspt. Het is tot nu toe een produkt dat vooral door trendsetters tussen de twintig en dertig jaar wordt gekocht. Voor de pro motie van kaas heeft het Zuivelbureau een sterk argument in de strijd gegooid: Anton Geesink. Daarnaast is een kook boek op de markt gebracht met allerlei recepten voor Nederlandse kaas op z'n Japans. Het boekje vliegt de deur uit. Demonstratiecampagnes ondersteunen het geheel. Toch maakt de export naar Japan nog maar een klein deel uit van de totale uitvoer van kaas. Het gaat hier nu eenmaal om een moeilijk doordring- bare markt, die echter op langere ter mijn perspectieven kan bieden. Momenteel is de totale export van kaas naar dat land even groot als de jaarlijkse groei in de afzet naar de Bondsrepu bliek. Gelukkig zijn er dichterbij huis dan ook nog andere landen te vinden waar met geringere inspanning goede resul taten worden geboekt. Een goed voor beeld hiervan is Griekenland. De Grieken zijn enorme kaaseters; per hoofd van de bevolking maken zij ge middeld twintig kilo per jaar soldaat. Ty pisch Griekse kazen, zoals de Fèta en de Telemes worden uit het vuistje gegeten en in allerlei gerechten verwerkt. Behalve dat een 'typisch' Griekse kaas als Fèta voor een belangrijk deel door Nederlandse producenten wordt ge maakt, stijgt ook de populariteit van de Goudse en de Edammer. In de twee grootste stedelijke gebieden, Athene en Thessaloniki, zijn deze twee typisch Hollandse kazen verkrijgbaar in de meeste levensmiddelenwinkels die kaas verkopen. Uit onderzoek van het Zuivel bureau blijkt dat bij winkeliers en bij consumenten de kaas een goede repu tatie heeft. Die reputatie zal mede door het Nederlands Zuivelbureau verder worden versterkt. Dat dit soms ook in het het Grieks moet, is geen enkel pro bleem, want het Zuivelbureau is op alle markten thuis.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1986 | | pagina 27