Relatie graan, aardappelen en
suiker
in de periode 1981-1984 tot 2,0 mrd. li
ter in 1984. Er wordt geschat dat dit
verbruik van ethanol-benzinemengels in
de VS verder zal oplopen tot 3,2 mrd. li
ter in 1990. De produktie van ethanol
uit mais is in de VS met name vanaf
1980 onder invloed van stimulerende
maatregelen van zowel de Federale
Overheid als de individuele staten dan
ook sterk uitgebreid. De Federale maat
regelen betreffen onder meer een verla
ging van de accijnzen op benzine rnet
circa een derde voor mengels bestaan
de uit 10 ethanol en 90 benzine.
Verder een investeringssubsidie van
20 voor nieuw aan te leggen etha-
nolfabrieken op basis van maiszetmeel.
Daarnaast verlenen 29 staten steun aan
het ethanolprogramma door een ver
mindering van de verkoopbelasting op
motorbrandstof, variërend van 0,8 tot
12,7 cent per liter. De totale subsidie
komt neer op 4,8 a 17,4 cent per liter
mengsel van 10 ethanol en 90
benzine.
De groothandelsprijs (exclusief accijn
zen) bedraagt circa f 0,65 per liter etha-
nolmengsel. Omgerekend is dit per liter
puur ethanol een subsidie van 48 a 174
cent per liter. Uitgaande van een kost
prijs van ethanol uit mais die kan varië
ren tussen f 1,10 - f 1,60 per liter, be
loopt deze subsidie in de VS 43 tot
109 van de kostprijs van ethanol uit
mais (maisprijs: 32,5 cent per kg). H er
uit volgt dat zonder een vrij omvangrijke
subsidie het toevoegen van ethanol in
benzine in de VS economisch niet haal
baar is.
De positie van ethanol uit tarwe of sui
ker in de EG verschilt in feite niet van die
in de VS. Het is duurder dan ethanol ge
wonnen uit andere grondstoffen of dan
methanol (gewonnen uit o.a. aardgas)
dat ook lood in benzine zou kunnen ver
vangen. Methanol, een broertje van
ethanol, heeft echter andere fysische ei
genschappen en veroorzaakt een slech
te start bij een 'koude' motor. Een ver
schilpunt met de situatie in de VS is dat
de accijnzen en belastingen op motor
brandstof in de EG aanmerkelijk hoger
liggen dan in de VS. In ons land bestaat
ongeveer 55 van de consumenten
prijs van benzine uit accijnzen en heffin
gen. De rest betreft de inkoopprijs (circa
35 van de benzine en de han
delsmarge (ruim 10 Het is niet ver
wonderlijk dat er ook aan gedacht is om
bij vervanging van lood in benzine door
de duurdere ethanol de meerprijs te
compenseren door verlaging van de ac
cijnzen en heffingen. Een andere reden
om de accijnzen te verlagen is, dat de
calorische waarde (hoeveelheid energie)
van het mengsel minder is dan die van
pure benzine (men maakt dus ook min
der kilometers per liter). Ethanol bevat
ca. 40 minder energie dan benzine.
Het is echter niet te verwachten dat alle
ministers van Financiën van de EG dit
voorstel zullen toejuichen.
Overigens vergt het rijden op ethanol in
motorvoertuigen extra voorzieningen.
Zo zal een zogenaamde katalisator ge
nen. Zo heeft prijsverlaging van granen
consequenties voor de prijs van fa
brieksaardappelen.
b via de verwerkte produkten:
Chemisch gezien behoren tarwe, sui-
Een proefopstelling
voor procesmatige
vervaardiging van
ethanol: voorberei
ding voor produktie
op industriële schaal.
plaatst moeten worden om de verbran
ding van de benzine soepel te laten
verlopen.
Uit een recente Deense studie blijkt dat
een 10 mengsel van ethanol op basis
van EG-tarwe circa 40 duurder is dan
puur benzine. In feite betekent dit dat de
tarweprijs in de EG wel heel sterk zou
moeten worden verlaagd om als etha
nolgrondstof in aanmerking te komen.
Met die prijsverlaging hoeft het echter
niet zo'n vaart te lopen, omdat in de ver
werking verbeteringen te verwachten
zijn. Daarnaast beschikt de landbouw
politiek over oplossingen (subsidies, ac
cijnsverlaging) door ingrijpen in het
marktmechanisme. De vraag is: wie be
taalt de meerprijs van de 'schone' benzi
ne? De tarweproducent, de belastingbe
taler of de verbruiker, of zal de techniek
de uitkomst bieden?
Verdere verwerking van granen en sui
ker in de EG heeft direct invloed op on
der meer de produktie en verwerking
van fabrieksaardappelen:
a via de EG zetmeelmarktordening:
De minimum telersprijs van fabrieks
aardappelen evenals de financiële on
dersteuning voor de levering van aard
appelzetmeel aan de industrie wordt
afgeleid van het prijsregime van gra-
ker, mais en aardappelen tot één grote
familie (koolhydraten). Daaruit kunnen
in principe dezelfde produkten worden
gemaakt. Naarmate de EG-tarweprijs
omlaag gaat als gevolg van onder an
dere het graanbeleid van de EG, wordt
industriële verwerking van tarwe inte
ressanter dan die van geïmporteerde
mais. Hierbij speelt de hogere op-
brengstwaarde van tarwegluten ten
opzichte van maisgluten mede een rol.
Zetmeel van tarwe en dat van mais en
aardappelen zijn op sommige punten
concurrenten van elkaar. Zo is aardap
pelzetmeel in tegenstelling tot tarwe- en
maiszetmeel eerder geschikt om pro
dukten met een hoge meerwaarde te
vervaardigen, vanwege de specifieke fy
sische eigenschappen van aardappel
zetmeel. Tarwe- en maiszetmeel zijn bo
vendien sterk 'verontreinigd' en 'vet-
achtig'. Daarbij is tarwezetmeel moeilij
ker te winnen dan maiszetmeel vanwe
ge de mindere toegankelijkheid van de
tarwezetmeelkorrel. Tarwezetmeel is
daarentegen een betere vervanger voor
aardappelzetmeel dan maiszetmeel. Een
probleem bij de verwerking van aardap
pelzetmeel is dat men de zetmeelkorrels
uit 'de soep moet vissen' (afvalwater
probleem: extra kosten).
Suiker is een ander voorbeeld voor de
werking van de onderlinge concurrentie.
De producenten van biet- en rietsuiker