'Engelse boer so
Nederlandse boer coöpereert'
nterview
■5
<J$GRoEp
De Rabobank is al meerdere jaren actief aanwezig in het Verenigd
Koninkrijk. Inmiddels is het kantoor in Londen uitgegroeid tot een
wezenlijke schakel in de exportketting van tal van Nederlandse
Rabobank-cliënten. Per 1 oktober vorig jaar verruilde het kantoor de
status van 'Representative Office' voor de volledige status van
'Branch'. De Nederlandse agrarische sector vormt het stevige funda
ment van waaruit het groeiproces plaatsvindt. Hoe kan in dit ver
band de Engelse agrarische sector en onze export naar dat land ei
genlijk gewaardeerd worden? Over die vragen spraken wij met een
ingewijde bij uitstek: ir. D. Vries, al veertien jaar Nederlands land
bouwraad op onze Ambassade te Londen.
19
Ir. D. Vries - Nederlands
Landbouwraad in het
Verenigd Koninkrijk
eel Nederlanders zullen wel
- weten dat er op agrarisch
gebied relaties bestaan tus
sen Nederland en Engeland
Maar hoe de vork in de steel
zit, zal minder duidelijk zijn.
=j|^ Misschien heeft dit te ma
ken met het volledig andere
karakter van de Engelse agrarische
sector. Zo heeft de Nederlander over
het algemeen wat moeite om zich een
beeld te vormen van een doorsnee En
gelse boer. Een poging daartoe begint
vaak met een geruit colbert, kniekou
sen, een pet en een Range-rover - met
of zonder setters -, maar dan verliezen
wij Nederlanders al snel de grip en ver
vaagt het beeld. Bestaat die doorsnee
Engelse boer - zoals we ons allemaal
een doorsnee Nederlandse boer voor
de geest kunnen toveren - feitelijk wel
'In feite zijn karakter en structuur van de
Nederlandse en Engelse land- en tuin
bouw onvergelijkbaar. Daardoor is de
agrarische bevolking in Engeland ook
niet in Nederlandse termen te typeren.
De Engelse land- en tuinbouw is zeer
grootschalig, circa de helft van de agra
riërs is een soort 'hereboer', zoals wij
dat zouden noemen. Voor Nederlandse
begrippen enorme bedrijven met veel
personeel, waarbij de boer geen boer is,
maar een manager met een stropdas.
De Nederlandse land- en tuinbouw
daarentegen is ontzettend intensief en
drijft voor een groot deel op het gezins
bedrijf. Dergelijke gezinsbedrijven zijn
hier in Engeland in de minderheid. Hier
wordt de land- en tuinbouw gekenmerkt
door extensiteit en een grootschalige
aanpak. Bijgevolg is de Engelse land- en
tuinbouw veel individualistischer in
gesteld. De Engelse boer zegt eerder: ik
zoek het zelf wel uit. Hij is een solist,
zou je kunnen zeggen. In Nederland
zoeken boer en tuinder het in samen
werking. Er is wel competitie onderling,
maar uiteindelijk weten ze dat ze samen
het sterkst staan. De Nederlandse land
en tuinbouw is coöperatief ingesteld.
Coöperatieve landbouwkredietinstellin
gen bijvoorbeeld, waar de Rabobank uit
voortgekomen is, zijn vreemd in Enge
land: zoiets begrijpen ze hier niet. De
Een vertrouwd logo aan de gevel van de
Londen se vestiging.
Nederlandse boer coöpereert, de Engel
se boer soleert, dat is een goede ty
pering.'
Juist door middel van hun coöperaties
weten de Nederlandse boer en tuinder
hun belangen verdedigd. In deze toch
wat onzekere tijden, met de EG-
overschottenproblematiek bijvoor
beeld, staan ze daarom sterker, kunnen
ze terugvallen op hun 'groene front'.
Ook kunnen zij door die specifieke coö
peratieve samenwerkingsvormen de
aandacht richten op knelpunten, geza
menlijk naar oplossingen zoeken. Hoe
is de situatie in de Engelse land- en
tuinbouw momenteel? Daar kampt
men toch zeker ook met problemen?
'De land- en tuinbouw staat ook in En
geland op een kruispunt en men vraagt
zich ook hier af waar het heen moet.
Van belang is zeker dat het klimaat ten
opzichte van de landbouw de laatste ja
ren in Engeland enorm is omgeslagen.
De boeren hebben momenteel de pu
blieke opinie nogal tegen. Bijvoorbeeld
door het verbranden van hun enorme
overschotten aan stro, duizenden hecta
res. Daar zijn ongelukken mee gebeurd.
Rookontwikkeling op de snelwegen.
Maar ook de milieubeweging is hier bij
zonder actief. En als er dan boeren zijn
die eeuwenoude heggen en bomen la
ten rooien De agrarische sector kan
weinig tegengas geven aan haar groei
ende impopulariteit. Men kent hier dan
ook niet zoiets als '19NU'. Ook dat is ty
perend.
De boeren op hun beurt klagen wel
steen en been over veel te weinig steun,
ook vanuit Brussel. Een punt daarbij is
dat de Engelsen niet communautair in
gesteld zijn. Het nog verse verleden van
het Imperium speelt nog veel Engelsen
parten. Die hele EG-gedachte went
maar moeilijk hier. Bovendien zijn de En
gelsen in feite te laat bij de EG geko
men. Nu is het moeilijk om er tussen te
komen en een draai te vinden. Met na-