Technische ontwikkeling
J
Organisatiestructuur
Infrastructuur
Geografische ligging
Gemeenschappelijke markt
Afname agrarische
beroepsbevolking
Totaaluitrusting beter
en voedingsmiddelenvoorziening zijn in
toenemende mate computergestuurd.
Door de sterke kapitaalintensieve pro-
duktiewijze is het mogelijk geworden
dat de verhouding output/input (de zo
genaamde technische produktiviteit) in
Nederland hoger is dan in de andere Eu
ropese landen.
Naast de inzet van de machines, heeft
de ontwikkeling van de zogenaamde
non-factor input - beter fokmateriaal,
beter zaai- en plantmateriaal, kunst-
mestgebruik, bestrijdingsmiddelen
eveneens geleid tot een hoge produkti
viteit in de Nederlandse landbouw. De
snel voortschrijdende technische ont
wikkeling in Nederland leidt tot voortdu
rende produktieverhogingen. De grafiek
geeft daarvan enige voorbeelden.
Ontwikkeling van enige agrarische produkten
Kengetallen (1950 1985); 1950 100)
l
1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985
Jaren
melk per koe in kg
tarwe per hectare in kg
consumptieaardappelen per hectare in
*9
De opbrengsten per produktie-eenheid
(onder andere melk per koe, tarwe per
hectare, consumptie-aardappelen per
hectare) worden slechts in enkele lan
den ter wereld geëvenaard.
Nieuwe technieken en produktiewijzen
worden in onze agrarische sector snel
toegepast. Dit wordt mede bevorderd
en gestimuleerd door de organisa
tiestructuur en samenwerkingsvormen
binnen het in ons land voornamelijk in
coöperatief verband georganiseerde
agrarische bedrijfsleven. Ook de hechte
samenwerking van onderwijs, onder
zoek en voorlichting en het daarop in
spelende agrarische overheidsbeleid
hebben een positieve invloed op de ont
wikkeling van de agrarische produk.tie-
processen. Bovendien stimuleert de
overheid de kwaliteit van de voortge
brachte produkten middels een actieve
kwaliteitsbewaking. Het voeren en be
heren van de moderne en gespeciali
seerde landbouwbedrijven vereist veel
vaardigheden en kennis. De opleiding
van de Nederlandse agrariër is gemid
deld dan ook van hoog niveau. Een ni
veau dat vastgehouden kan worden
door de goed georganiseerde wijze van
informatievoorziening en bijscholings-
cuscussen in ons land. Daardoor kan de
bedrijfsvoering op het gewenste peil
blijven en is deze vaak efficiënter dan in
bijvoorbeeld de andere EG-lidstaten.
Bij de sterke toename van de Neder
landse agrarische produktie hebben ook
de toegenomen internationale afzetmo
gelijkheden een voorname rol gespeeld.
In Nederland en de directe buurlanden
beschikt men over uitstekende in
frastructurele voorzieningen. De Neder
landse export van landbouwprodukten
heeft zich met name daardoor bijzonder
expansief kunnen ontwikkelen. Het
Westduitse Ruhrgebied, Parijs en Lon
den zijn door de goede weg-, water en
luchtverbindingen binnen enkele uren te
bereiken. De voordelige ligging en de in
frastructuur begunstigen niet alleen de
afzet van het eindprodukt, maar ook de
aanvoer van basisgrondstoffen voor on
der andere de veevoederindustrie. Rot
terdam als wereldhaven heeft daarbij
een belangrijke functie. Daar kan nog
aan toegevoegd worden dat de afzet
van de produkten in binnen- en buiten
land goed is georganiseerd (afzetcoöpe-
raties, veilingen, verkoop- en afzetpro-
motiebureaus).
Door de geografische ligging heeft Ne
derland een mild klimaat, gekenmerkt
door koele zomers en zachte winters,
terwijl de neerslag vrij gelijkmatig over
het hele jaar is verdeeld. De bodem
gesteldheid is zeer gevarieerd en wisselt
van lichte zandgrond tot zware zeeklei.
Het milde klimaat, de tamelijk vruchtba
re bodemgesteldheid en de in het alge
meen goede watervoorziening brengen
Nederland in een betere uitgangspositie
dan met name de zuidelijke EG-
lidstaten. Er wordt in Nederland dan ook
een grote verscheidenheid aan land
bouwprodukten voortgebracht.
Innovatie in de praktijk:
spitten en zaaien in één proces.
Voorts is uit onderzoek gebleken dat
binnen de EG het gebied met de
hoogste produktiviteit rond de Noord
zee ligt; in een gebied om Rotterdam
met een straal van 400 km. Dit is tevens
het dichtstbevolkte gedeelte van
Europa.
Ook de oprichting van de Europese Eco
nomische Gemeenschap heeft een po
sitieve uitwerking op de ontwikkeling
van de agrarische produktie in Neder
land gehad. De agrarische sector heeft
adequaat ingespeeld op de mogelijkhe
den die door het gemeenschappelijke
markt- en prijsbeleid worden geboden.
Ook dit heeft voor diverse bedrijfstak
ken (melkveehouderij, akkerbouw) tot
produktiviteitsstijgingen geleid. In ande
re lidstaten is door diverse oorzaken
zoals bijvoorbeeld de zwakkere organi
satiestructuur - vaak minder goed in
gespeeld op de mogelijkheden van de
gemeenschappelijk markt.
De agrarische beroepsbevolking is in de
afgelopen twintig jaar sterk terugge
lopen. Waren er in 1965 nog ruim
370 000 mensen werkzaam in de land
en tuinbouw, in 1983 bedroeg dit aantal
nog slechts ongeveer 260 000. Deze
sterke afname is onder andere toe te
schrijven aan de in het midden van de
jaren zeventig opgetreden vervanging
van arbeid door kapitaal (mechanisatie).
De produktieprocessen zijn daardoor
veel arbeidsextensiever geworden.
De in het voorgaande genoemde facto
ren maken te zamen dat de totaaluit
rusting van de Nederlandse agrariërs
duidelijk beter is dan die van de meeste
van hun Europese collega's. De techni
sche produktiviteit is daarom hoger dan
in de andere lidstaten. Daarnaast is de
omvang van de agrarische beroepsbe
volking in ons land sterk teruggelopen.
Al deze ontwikkelingen hebben ertoe
geleid dat ook de nettoproduktie per ar
beidskracht, de arbeidsproduktiviteit, in
Nederland hoger is dan in de andere EG
lidstaten en behoort tot de hoogste in
de wereld.
De uitdaging is om deze sterke positie te
behouden. Daarvoor zijn onverminderd
grote inspanningen nodig, waaraan de
Rabobank waar enigszins mogelijk haar
bijdrage zal blijven leveren.