Adviseren na het
Plan van Aanpak
nterview
8
C. M. A. Bosman, secretaris
van het NCOV
1 januari 1986 is een
belangrijke dag voor de
advieswereld, die het
midden- en kleinbedrijf van
goede raad voorziet.
Op die datum treedt het
Plan van Aanpak in
werking, dat de
adviessector ingrijpend zal
wijzigen. We spraken daar
over - en over een aantal
andere zaken - met de heer
C. M. A. Bosman, secretaris
van het Nederlands
Christelijk Ondernemers
Verbond (NCOV). Naast
actief voorvechter van een
gezond midden- en
kleinbedrijf, is hij lid van de
Tweede Kamer voor het
CDA.
Bovendien - en dat maakt
een gesprek met Bosman
te meer interessant - is hij
bestuurslid van de
Rabobank Gorinchem.
p uitdrukkelijke wens van de
staatssecretaris van Economi
sche Zaken is het hele advies-
en voorlichtingsinstrumenta
rium 'herijkt'.'
Als de heer Bosman (39) tij
dens ons interview deze zin
uitspreekt, hoor je de aanha
lingstekens die van scepsis getuigen
rond het woord herijkt. Want dat het
NCOV de nodige kanttekeningen
plaatst bij het Plan van Aanpak van de
staatssecretaris Van Zeil is duidelijk.
Hoe was de situatie tot ultimo '85
'Tot op dat moment vormden het NCOV en
het KNOV de eerste lijnsadvisering voor
ondernemers in het midden- en kleinbe-
drijf. Als NCOV hebben we vorig jaar in on
ze 'huisartsen-functie' zo'n 1 700 onderne
mers geadviseerd met allerhande soorten
problemen. Die 1 700 contacten zijn tot
stand gekomen via ondernemers zelf, via
brancheorganisaties en ook via banken.
We hebben aardige contacten met een
aantal lokale Rabobanken die zelf aan de
bel trekken of tegen die ondernemers zeg
gen, je moet naar die consulent of die advi
seur.
In die 1700 zit van alles: opvolgings
problemen, commerciële vraagstukken,
problemen van omzetstagnering, manage
ment en ruimtelijke ordening; ook fisca
le en juridische onderwerpen.Ook informa
tica is een onderwerp dat veel aandacht
vraagt.
Ongeveer 30% van die eerste contacten
heeft geresulteerd in een verdere advise
ring. Dat kan een halve dag extra zijn, twee
dagen of zelfs integraal voor hele projec
ten.
Daar waar we zelf niet de deskundig
heid hebben, verwijzen we door naar spe
cialistische adviseurs. We schromen niet
om te zeggen waar onze deskundigheid
ophoudt en dat we anderen inschakelen
voor de vervolgfunctie.
Bijvoorbeeld op het gebied van de typische
holding-BV-constructies met stichtingen.
Dat is nogal specialistisch voor de middel
grote ambachtsbedrijven. We hebben
daarvoor samenwerking met een goed bu-
wmm