'Alles wat levend Is, vormt een at-
I A I mos^eer om zich heenDat is een le-
■■I venswijsheid afkomstig van de grote
Duitse dichter Goethe. Een spreuk die ik uit
de kast haal om voor dit jaar op onze Rabo-
bankorganisatie te plakken. Op goede gron
den, want 'de' Rabobank gedraagt zich naar
binnen en naar buiten als een zeer levens
lustig organisme, dat onmiskenbaar een be
paalde sfeer om zich heen schept. Daarin
leeft ze en werkt ze. Wat Goethe zo'n twee
eeuwen geleden opmerkte, is in onze tijd
heel actueel en modern.
Voor ons kwam dit 'levend-zijn' in 1985
heel apart naar voren in ons beraad over
'coöperatief bankieren'. Daar hebben we
bewust onze tanden in gezet, omdat we in
het wezenlijke van het coöperatieve bank
zijn het kenmerk van onze identiteit zien.
Wie zich zijn identiteit goed bewust is, zal
er naar handelen en zal zich daardoor ook
van anderen onderscheiden. De bekende
vervolg-discussienota over coöperatief ban
kieren is geheel vanuit die gedachte opge
zet. Een vervolg, want ik mag hier niet
vergeten dat we dit jaar al een stuk verder
gekomen zijn. Ook met de concrete ge
volgtrekkingen uit onze identiteit. Denk
maar aan de oprichting van het Garantie
fonds voor financieringen, die volgens de
normale regels niet rond te krijgen zijn,
maar die we eigenlijk best financierings-
'waardig' vinden.
Dat alles zorgde ervoor dat de 'eigentijdse
invulling van onze identiteit' de volle aan
dacht heeft gepakt. We zijn ermee bezig,
voelen ons erbij betrokken, omdat we be
seffen dat we dat eigentijdse uiteindelijk
ook concreet moeten vertalen. Het is geen
klein ding, dat vele honderden mensen uit
onze banken, al dan niet via kringvergade
ringen, zich intensief hebben willen buigen
over de vrij principiële punten, die in die
discussienota aan de orde werden gesteld.
Dat kan dan toch maar in die grote Rabo-
bankorganisatie! Goed, we zijn er dit jaar
niet mee klaar gekomen, 'maar', aldus Wijf
fels in de Centrale Kringvergadering van no
vember, 'het coöperatieve vuur is opge
stookt en we laten het niet op een laag pitje
branden! Toen Wijffels al enkele concrete
gedachten voor volgend jaar ging ontvou
wen, kreeg hij zelfs een spontaan applaus.
In dat applaus klonk ook iets bevrij
de nds door. Of vergis ik me? In ieder
geval kan ik me dat bevrijdende best
indenken. Want wie alle kringverslagen
naast elkaar legt, merkt dat er nog al wat
verwarring in begrippen, terminologie en
ook rond gevolgtrekkingen heerste. Dat
komt m.i. mee door onze invalshoek. We
zeggen terecht: voor ons horen 'coöperatief'
en 'bankieren' bij elkaar. Logisch doorden
kend moet je je dan gaan afvragen: wat is
coöperatief? wat is coöperatief voor ons als
bank? wat eist het coöperatieve in deze tijd?
Dat is heel correct geredeneerd en de sporen
daarvoor tref je dan ook in de discussienota
en in de onderwerpen die bij de discussies
aan de orde komen. Maar ongemerkt en on
bedoeld wordt de zaak er wel moeilijker
door. Het begrip 'coöperatief' speelt op die
manier wel een erg grote rol. We merken dat
het zijn eigen moeilijk definieerbare inhoud
meebrengt. Je moet haast dogmatisch te
werk gaan om er de kenmerken en karakte
ristieken aan te ontlenen die je dan voor je
bank wezenlijk acht. Nou was onze discus
sienota wel niet zo'n erg gewichtig, dogma
tisch stuk, maar het stipte we! degelijk een