agboek van'n kassier veel overheidsgelden voor zeer lange termijn vastlegde en er met hoge bedragen vaak nog maar enkele bedrijven per jaar konden worden geholpen, is het grondbanksysteem sinds 1 978 jaar op jaar verder teruggedrongen. Vorig jaar is door een werkgroep van het Koninklijk Neder lands Landbouw Comité (KNLC), één van de drie land bouworganisaties, een rapport uitgebracht met de aanbe veling om een soort grondbank op particuliere basis op te richten. Dit rapport is vernoemd naar de Commissie Finan ciering Agrarisch Onroerend Goed: FAGON. De Commis sie wil particuliere beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, interesseren voor land bouwgrond en deze via erfpacht uitgeven aan boeren. Tot nu toe is nog geen grote interesse gebleken vanuit de be leggingswereld. Een kwetsbaar punt voor beleggers blijft het directe ren dement van grond. De erfpachtsvergoeding kan niet te hoog zijn, wil de constructie voor de agrariërs aantrekkelijk zijn. Dat betekent dat de belegger genoegen moet nemen met een laag, hoewel zeker, rendement. Andere beleggin gen met soortgelijke karaktertrekken hebben bij verzeke ringsmaatschappijen en pensioenfondsen kennelijk nog steeds de voorkeur. Bovendien gaat het bij grondfinancie- ring om grote bedragen per bedrijf. Zonder een zekere overheidsdeelname, bijvoorbeeld in de vorm van een ga rantiekapitaal, lijkt zo'n particuliere grondbank niet van de grond te komen. Voor startende agrariërs is het niettemin een aantrekkelijk alternatief. Mogelijk zou na een aantal ja ren de ondernemer de grond tegen vooraf vastgestelde voorwaarden kunnen terugkopen. Op die wijze rouleren de beleggingsfondsen sneller, zodat met minder geld toch een belangrijke activiteit kan worden ontwikkeld. Er zitten vele haken en ogen aan een alternatieve vorm van grondf i- nanciering, bijvoorbeeld de fiscale kant. Voor startende ondernemers in grondgebonden agrarische sectoren gaat het om een belangrijk knelpunt in de bedrijfsontwikkeling Daarover verder studeren om tot initiatieven te komen, is geen verloren tijd. Hier en daar, zo lees ik in de lijst van doorbelastingen voor het komende jaar, dalen de automatiseringskosten dankzij de betere prijs/prestatieverhouding van de apparatuur. Ge lukkig wordt elders de boel duurder door programmatuur- wijzigingen en computerbeslag, wat dat laatste dan ook mag wezen. Alles komt dus weer terecht, maar ik denk bij zulke circulai res graag terug aan de oertijd van het bankieren. Toen was een bankier nog een eenvoudig goudsmid je, datedel metaal in bewaring nam van Heden die bevreesd waren voor struik rovers of plunderaars. Simpel werk waarvoor je slechts een ijzeren kist en stalen zenuwen nodig had. Sindsdien zijn we een lange weg gegaan en via wissel, bankbiljet en cheque terechtgekomen bij de card met of zonder chip. De tijd staat niet stil en straks wacht ons dus nog de thuis- toets, waarmee dan de intussen sterk gemoderniseerde ijze ren kist voorgoed uit ons leven verdwijnt. Stalen zenuwen overigens worden in ons vak ook steeds schaarser, maar dat is een ander verhaal, want het duurt niet lang meer of een slimme hardwareman komt tot de ontdekking datje die toch wat wankele factor eveneens kunt vervangen. Geen bankier meer nodig, maar hoogstens een chipje ergens ter hoogte van het borstbeen ingebouwd, dat een leven lang gegaran deerd wordt voor het eindeloze optellen en aftrekken waar uit in de grond het bankieren nog altijd bestaat. Nee, ik wil u rond de feestdagen geen sombere voor spellingen doen over de toekomst, want ik ben van nature een optimist. Immers, jaren geleden schreef ik in deze ru briek al een stukje over geld uit de muur. Daarin bewees ik dat het gleufje van de geldautomaat binnen de kortste tijd zou moeten leiden tot een afdakje tegen de regen, zijwand jes tegen de wind, deurtje tegen nieuwsgierige schouder gluurders en uiteindelijk tot een mannetje dat de kaarthou der bijstaat bij het intoetsen en het uitnemen van het geld. Kortom, terug naar een ouwerwetse kassierEn zonder te kort te willen doen aan al het goede dat de automatisering ons heeft gebracht, ging er toch een golf van vreugde door mij heen toen ik gisteren op een geheel ander gebied dat te rug naar af nog eens bevestigd zag. Herinnert u zich dat heerlijke ganzenborden van vroeger waarbij je huiverend van genot net aan de put of de herberg ontsnapte of - toppunt van ellende - in de gevangenis te recht kwamDe moderne tijd stortte zich ook op dit oude spel en de electronica verving de dobbelstenen, de ganzen en de pepernoten of snoepjes. De meest geavanceerde uit gave die ik ooit zag was Pacman. Een beeldschermspel, dat dezelfde doolhof patronen toonde als het ganzenbord, maar de gruwel van de brug of de dood was erin vervangen door een allesverslindend rond wezen. Wie schetst mijn verbazing toen ik bij de televisiereclame een aantal kinderen zag, dat zich gierend van pret boog over een ouderwets speelbord. Weg waren toetsen en joystick, weg scherm en snoeren, weg het enge gepiep. Alleen Pac man was gebleven en nog steeds moest er wat worden op gegeten, maar voor mij was het Ganzenborden terugge keerd in al zijn glorie! En pakweg over een paar jaar heeft dat ronde wezentje al lang weer de uiterlijke vorm van een gans aangenomen ook. Spelletjes worden straks weer leuk en er is hoop voor de kas sier, want die heeft zijn goede prijs/prestatieverhouding trouw bewaard. Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 34