'leder woelt hier om verandering
wenst terug hetgeen hij eens zag.'
ij het overdenken van het beëindigen van het oude
en het beginnen van een nieuw jaar, dringen zich
deze versregels bij mij op. Versregels, die ik leerde
op de lagere school en die toen in het gezangboek stonden.
Ze zullen theologisch wel niet verantwoord zijn geweest,
want in de moderne liederenbundels komen ze geloof ik niet
meer voor. Toch zitten er wel diepere gedachten in die re
gels.
Van ieder jaar dat we achter ons laten, zouden we moeten
proberen het goede eruit vast te houden. En is het bij velen
onzer niet zo, dat we onszelf voor het komende jaar
graag wat minder veranderingen van het soort dat toch
geen verbetering betekent, toewensen?
Ook in Rabobankorganisatie-verbandleven we metz'n allen
in een wereld, waarin veel verandert. Zo zeer, dat we van het
verleden het goede nauwelijks nog kunnen vasthouden om
dat we in het heden telkens weer voor andere, al dan niet be
tere, situaties komen te staan.
Het accent, dat wij leggen bij coöperatief bankieren heeft
met heden én verleden te maken. Het betekent dat we de
kernpunten van coöperatie uit het verleden toetsen op
hun bruikbaarheid voor het heden.
Bovendien gaan we na welke eisen, als we al het verleden
zouden vergeten, het heden stelt aan ons coöperatief bezig
zijn.
Het zou in de toekomst misschien goed zijn in elk Rabobank-
kantoor een duidelijk bord op te hangen, waarop ieder die
binnenkomt kan lezen, wat hij of zij van een coöperatieve
bank kan verwachten én wat de bank van het Hdjde cliënt
verwacht. Coöperatieve-vereniging-zijn betekent wederke
righeid en is geen éénrichtingsverkeer van de bank naar
het lid, maar ook verkeer van het lid naar de bank.
Behalve de voortzetting van de coöperatieve discussie en
onze eigen invulling voor iedere bank en voor het totaal, ne
men we een heleboel zaken mee het nieuwe jaar in. Zaken
waar we nog mee bezig zijn.
Ik hoop, dat er in 1986 een einde komt aan de periode zon
der bank-CA O. Ik heb het idee, dat als we het in onze organi
satie zelf hadden kunnen regelen, we er a/s werkgevers en
werknemers wel uitgekomen zouden zijn. Gelukkig heeft
het de verhoudingen in de CAAR niet verstoord, maar de
verantwoordelijkheid van de CAAR wordt er wel - in het
prille begin van haar bestaan - mee vergroot.
Misschien uit angst dat we in 1986 niet genoeg te doen zou
den hebben, heeft de Centrale Kringvergadering de statutai
re regeling voor de mandatering van directeuren en het bie
den van mogelijkheid aan directeuren om eerder met de
VUT te gaan, uitgesteld tot 1986. A/s we er geen gewoonte
van maken moeilijke punten die wat controversieel liggen
voor ons uit te schuiven, is daar op zich geen bezwaar tegen.
Maar in het versterken van de autonomie én van de demo
cratie in onze organisatie past m.i. ook een wat hardere dis
cussie. Niet in alle gevallen, zeker als ze niet van principiële
aard zijn, is het zoeken naar de grootste gemene deler, waar
iedere bank mee uit de voeten kan op zijn plaats. De pap, die
we eten kan ook te flauw worden
In 1986 zullen we eveneens te maken krijgen met het hel
der maken van en het discussiëren over de automatisering,
die onze organisatie de komende jaren nodig heeft. Ik hoop
en verwacht dat aan de hand van een duidelijke nota het
vereiste inzicht gaat ontstaan. Met name ook bij degenen,
die hoewel geen vak-deskundigen, toch de uiteindelijke ver
antwoordelijkheid dragen! Als de automatiseringsweg, die
we tot nu toe begaan hebben, moet worden aangepast, is
dat geen ramp. Als we maar weten waarom, weten waar
heen de aangepaste weg leidt én wanneer, en als we maar
weten wat het kostenplaatje is voor de organisatie en per
bank!
Ook in 1986 zullen we niet alleen het oog op de eigen Rabo-
bankboot, maar ook op de wateren rondom ons moeten
richten.
We staan voor ingrijpende veranderingen in het hele geld
verkeer (liberalisatie), waarbij het erom zal gaan, niet alleen
nationaal, maar met name ook internationaal, mee te kun
nen doen. Voor onze organisatie, die wat dat betreft een
minder lange traditie heeft dan enkele handelsbanken, zit
hierin een extra uitdaging. Het gaat er niet om bij te blijven,
maar achterstanden in voorsprongen om te zetten. Dit zal
veel energie, veel inventiviteit en veel goed samenspel van
ons allen vergen.
We zullen naar mijn mening die uitdaging alleen goed aan
kunnen als we het traditionele bankbedrijf goed - erg goed
- in de vingers hebben. Mij bekruipt wel eens de angst dat
onze organisatie - tevreden om zich heen kijkend - de bu
reaucratie (vertaald: verantwoordelijkheden afschuiven op
een ander) hoogtij laat vieren. Laten we toch alert en snel op
zaken reageren. Laten we ons kostenniveau en daarmede
ons rendement in de gaten houden. Als we dat niet doen in
deze tijd dan zullen we geen nieuwe tijd met veranderin
gen beleven!
Ook in onze primaire sector, de landbouw, gaat in de ko
mende tijd heel veel gebeuren. Gekarakteriseerd door het
woord 'biotechniek' zou in 1986 wel eens bepalend kunnen
gaan worden voor onze landbouw in brede zin bedoeld.
Neemt het brede veld van coöperatief Nederland met elkaar
de uitdaging aan die in de verandering van technische biolo
gische mogelijkheden, juist voor de landbouw ligtOf laten
we het initiatief aan anderen over? Ook dat zal voor 1986
een vraag en opdracht zijn waarop we moeten proberen
samen met anderen - een antwoord te geven!
We zullen dus - hopelijk - ook in 1986 blijven 'woelen om
verandering'en wij zullen - ook in 1986 - met enige heim
wee terugverlangen naar 'hetgeen we eens zagendie rus
tige dagen van weleer.
Ik wens u met de uwen gezegende kerstdagen en een heel
voorspoedig 1986.
4*^
mr. O. W. A. Baron van Verschuer,
voorzitter Raad van Beheer