HER&DER#HER&DER#HER&D 'Super-export-seminar' zen. Iedere bank en ieder geval is iets aparts, dat grote zorgvuldigheid vraagt. Dus zorgvuldig alles op een rijtje zetten? Vergeet het maar, want 'alles' krijg je er niet op. Want je praat uiteindelijk met en over mensen en die zijn niet in een schema te vangen. De enige methode - die nauwe lijks een methode is - bestaat uit luisteren, praten, overtuigen en openstaan voor al ternatieve mogelijkheden. Van beide kan ten. Moeizaam en moeilijk vaak, maar het is ook iets dat je als Rabo-man pakt. Je gaat niet met statutaire ge- of verboden zwaaien, nooit gedaan, maar wil er samen door overleg uitkomen. Daarvoor moet je je in het eigene van de bank verdiepen. Hoe precies? Daar kan van alles bij komen kij ken: aard van de mensen, geloof, (vroege re) dorps- of gemeentegrenzen, ont- plooiingslust c.q. -mogelijkheden, enz. enz.' 'Van de besturen en raden van toezicht wordt terecht heel wat meer aan kennis en inzicht gevraagd dan vroeger. Maar onver anderd is dat de leden daarvan een afspie geling moeten zijn van het werkgebied. In dat opzicht moet de verkiezing van die le den ook niet een automatische formaliteit zijn. Dat kom ik nog te vaak tegen. Zorg voor de verkiezing van kwalitatief goede mensen, die met visie over de ontwikkelin gen kunnen meepraten. De directeur krijgt dan de steun, die hij nodig heeft. Opmerke lijk ervaringsfeit: een goede directeur heeft vrijwel altijd goede bestuursleden.' Dat van de eigen aard en kleur geldt na tuurlijk ook voor de grote stedelijke ban ken. In versterkte mate zelfs. Zingen we niet: Er is maar één Amsterdam? Kerk meester beaamt het. 'Die grote stadsban ken bekijk je alleen al door hun grote werk gebied en hun volume natuurlijk wat an ders dan een plattelandsbank. Ze werken in een andere sfeer. Daar ligt ook de advi- seringstaak van de regio anders, omdat er eigen specialisten op zo'n bank zijn. De banken zijn ook jonger, want wij zijn pas ver na de 2e Wereldoorlog in de grote ste den begonnen en ontmoetten daar natuur lijk overal vestigingen van andere banken. Het was en is niet gemakkelijk onder die omstandigheden een allround bank op te bouwen. Het is niet zonder succes gelukt, maar er zijn wel knelpunten van een apart soort en kaliber. Hoe brengen we de Rabo- bankformule van de kleine bank over op de grote stadsbank? Je relaties en cliënten persoonlijk kennen? Kan dat vanuit een bij kantoor in een wijk? Een kantoor met eigen verantwoordelijkheid en taakstelling? Die methode is de onze, maar je moet er wel rekening mee houden, dat elke wijk in zo'n stad ook al weer een 'aparte' is. Overigens, zie ik geen reden waarom we ons in onze organisatie een tegenstelling zouden moe ten denken tussen grote en kleine banken. In bepaalde gevallen is er natuurlijk een on derscheid te maken, maar laat dat niet tot een uitgangspunt worden. Enige spanning mag er best zijn, maar die moet altijd op basis van het gemeenschappelijk belang Talrijke Rabobanken, al dan niet gezamen lijk, gebruikten reeds de mogelijkheid tot het organiseren van een export-seminar voor ondernemers in hun werkgebied, die over de landsgrenzen werken of willen gaan werken. Zeer waardevolle bijeenkom sten, met goede voorlichting en volop ge legenheid tot het stellen en beantwoorden van gerichte vragen die de ondernemer be zighouden. Zeker ook een gelegenheid voor bank en ondernemer om reeds be staande contacten te onderhouden en nieuwe te leggen. Succes verzekerd. Zestien Rabobanken uit de kring 'Lek en Merwede' besloten op dit gebied de han den inéén te slaan om tot een extra kracht inspanning te komen. Zij organiseerden op 5 november jl. een - wat men zou kun nen noemen - 'super-export-seminar' in 'De Bonkelaer' te Sliedrecht, dat een ecla tant succes werd. Niet alleen waren mr. drs. Bolkestein, staatssecretaris van Eco nomische Zaken, en dr. Vlak, lid van de Hoofddirectie, bereid gevonden tot het houden van inleidingen, ook namen beide als forumleden deel aan het discussiege deelte. In dit forum werden zij bijgestaan door de heer Land (directeur van de Fede ratie voor de Nederlandse Export), mr. Beels (secretaris van de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Dordrecht) en mr. Hudig (directeur van kantoor Rotterdam van Rabobank Nederland). Onder voorzit terschap van de heer De Groot, directeur van de Rabobank Gorinchem, wist dit ex clusieve forum vragen op exportgebied van een meer dan gemiddeld antwoord te voorzien. En velen van die ruim 250 aan wezigen lieten zich de kans niet ontlopen om die antwoorden inderdaad te krijgen. Ook tijdens de pauze en na afloop, gedu rende het informele gedeelte, was er in de door specialisten bemande stands een grote informatiebehoefte. In z'n totaliteit bewees de zeer geslaagde bijeenkomst wederom het nut van dergelijke export-se minars. Met of zonder het predikaat 'su per'. 6JMVLAK. BJ.W.HüDIGj RBOLKESTEWk R-W.DE GROOT van de landelijke organisatie opgelost kun nen worden. Dat 'landelijke' omvat immers ook de grote steden.' Er zijn grenzen aan de aanpassing, die een bedrijf van zijn mensen mag verwachten. Ook dat wil Kerkmeester nog wel even on derstrepen. Hij weet van nabij hoe de ra zend snelle opvolging van nieuwe dingen in deze tijd telkens weer een claim legt op je bijzondere aandacht en energie. Prach tig en stimulerend, maar er kan een over- spoeleffect dreigen. De 'span of control' kan iemand uit de hand lopen. Houd er re kening mee dat je met mensen te doen hebt! Ook directeuren en leidinggevenden van onze Rabobanken gaan zich op een ge geven ogenblik overspoeld voelen door een teveel aan 'aandachtspunten'. Vooral als ze binnen hun bankte weinig delegatie mogelijkheden hebben. Ik vind dat heel be grijpelijk en vind ook dat we daar oog voor moeten hebben en het moeten voorko men. De vaart moet erin blijven, ja, maar als je merkt dat de aanpassingstolerantie de stressgrens nadert, moeten de niet-nood- zakelijke nieuwe ideeën maar even in de la blijven liggen. De mensen moeten na in spanning op adem kunnen komen. Ik zou willen dat 'de circulaireschrijvers' op de centrale bank daar wat meer om gaan den ken. Een oude klacht: het wordt wel eenste veel, vooral als je al je energie toch al voor belangrijke aanpassingen nodig hebt. Van uit de centrale bank zouden de mensen meer de kans moeten krijgen de lokale sfeer van onze aangesloten banken op te snuiven.' Kerkmeester vindt na al die jaren zijn Rabo banken en hun coöperatie nog steeds iets bijzonders. Hij meent ook, dat de Rabo bank nog altijd 'ergens' een aparte klank heeft bij het grote publiek. Maar hij ziet wel dat het tegenwoordig heel moeilijk (on doenlijk?) geworden is om dat aparte klaar en duidelijk over te brengen op heel die al gemeenheid van cliënten en leden. 'Dat blijft de opgave en daar slagen we in ieder geval een heel eind in als we er voor zor gen, dat in de eerste plaats aan alle Rabo- bankmedewerkers de Rabobank-mentali- teit eigen is. Want dat werkt door bij de cliënt! En met eigen bedoel ik: dat het Rabo-karakter hun in het bloed en in de botten zit.' En daarmee krijgt de hele Rabobankorga- nisatie van haar scheidende regiodirecteur een goede maatstaf aangereikt. JRH m

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 23