een kloof ervaren. Je moet als regiodirec
teur niet uitgaan van een tegenstelling tus
sen centrale en lokale belangen. Je moet ze
verbinden, overbruggen, want ze zijn in
wezen dezelfde belangen, zonder dat er
van een absolute tegenstelling sprake is.
Als regiodirecteur leef je wel in een span-
goed luisteren naar de aangesloten ban
ken. Het gaat om hun belangen en hun pro
blemen zijn ook de jouwe. Alles is immers
gericht op de positie van de bank in haar
werkgebied.
Natuurlijk, je raakt aan die positie, bemoeit
je er mee. Maar dat is geen bevoogding.
regioman alleen maar als een 'controleur'
wordt gezien. We zijn in de regio naar sa
menwerking toegegroeid en ook landelijk
gezien zijn de ogen er voor open gegaan
dat dit eenvoudig noodzakelijk is. Denk
maar aan onze kruislingse garantierege
ling en de vereveningsregelingen.
Beverwijk, 30
oktober 1985.
126 Rabobanken nemen
afscheid van
hun regiodirecteur.
De afdeling begrotingen,
30 jaar geleden.
Kromme Nieuwe Gracht, Utrecht.
V.l.n.r. H. Schoonheim,
mevr. Klabbers-Herremans,
H. J. Kerkmeester,
mevr. J. Korff.
Licht ze toe, maak de bedoeling duidelijk,
vertaal ze, doe ze overkomen. Dat vereist
tussen haakjes ook een goed samenspel
tussen de regio en de mensen van de cen
trale bank. Laat men zich dat in Utrecht en
Eindhoven maar wat meer bewust zijn. Aan
de andere kant is het allerbelangrijkste: het
ningsveld tussen het locale en het centrale.
Primair ben je de vertegenwoordiger van
het centrale, je taak is het begeleiden, advi
seren en controleren van de banken, ook
het voorkomen, dat er iets gebeurt, dat
scheef staat op het organisatiebelang.
Maar dat hoeft geen kloof te betekenen
met de lokale belangen, want zo'n kloof
bestaat in wezen niet. Vergeet niet, ook de
centrale bank is er voor de belangenbehar
tiging. Daar kun je in concreto onderling
best over van mening verschillen, maar
dan zal overleg over de hele situatie jou en
je gesprekspartners verder moeten helpen.
Eigenlijk ben je als regiodirecteur vooral
Rabo-organisatieman. Aan de ene kant zijn
er de boodschappen van de centrale bank.
Het is bereidheid om er samen over te pra
ten, om hulp te geven, samen een weg uit
de problemen te vinden. Ik was altijd te
leurgesteld als een bank die intentie niet
zag en achter je 'bemoeiingen' alleen maar
bedillerigheid zag. Sommige banken wil
len het regiokantoor buiten de deur hou
den. Dat mag van mij best, mits vanuit de
gedachte: we willen 'self supporting' zijn
en niet vanuit de gedachte 'geen potten
kijkers over de vloer'. In het laatste geval
heeft men van onze intentie niets be
grepen.
Gelukkig, het komt niet veel voor dat een
Een regio bevat een veelheid van aangeslo
ten banken. In Haarlem zelfs 1 26. Allemaal
Rabobanken, dat wel, maar er zijn er geen
twee precies gelijk. Kerkmeester weet er
alles van. 'Dat is tegelijk het boeiende en
het lastige van je werk. Want bij echte
moeilijke problemen, denk aan fusies en
ontslagen, heb je geen modellen bij de
hand om maar even de oplossing af te Ie-