Roerig jaar in de kottervisserij
Onrust
Net a/s in de landbouw is in
de visserij sprake van een
overcapaciteit. Er zijn geen
visbergen, het is hier niet
de afzet die de begrenzing
vormt, maar de vangst
mogelijkheden. De vloot-
inzet is te groot in
verhouding tot de vangst
quota die in het kader van
het EG-visserijbe/eid zijn
vastgesteld. Het ver
scherpte controlebeleid
heeft dit jaar tot veel onrust
in de kottervisserij geleid.
Na een moeilijk
aanpassingsproces kan, op
langere termijn, d.m.v. een
licentiestelsel de visserij-
inzet meer in evenwicht
worden gehouden met de
vangstmogelijkheden.
nieuwe schepen, sterk zijn toegenomen.
Men kan dus zeggen dat het inzetten van
meer pk's als geheel genomen niet erg ef
fectief is geweest. Deze toename van het
totaal motorvermogen is enerzijds het ge
volg van vervanging door een groter schip
(tot plm. 4000 pk), anderzijds van de uit
breiding van het aantal kotters.
Zoals ook vaak in andere bedrijfstakken het
geval is, treedt er steeds weer een span
ning op tussen het individuele bedrijfsbe
lang en het gezamenlijk belang van de
schipper-eigenaren. Een ondernemer kan
menen voordelen te behalen met het bou
wen van een nieuw schip, vaak ook voelt hij
zich bedreigd door collega's die in een gro
ter schip investeren, voor de sector als ge
heel pakt dit allemaal verkeerd uit. De tota
le capaciteit overtreft dan de vangstmoge
lijkheden die worden aangegeven door de
visquota, die in het kader van het EG-visse-
rijbeleid zijn vastgesteld.
In visserijkringen leeft dit ook wel sterk. Zo
zei een bekend visserijvoorman, Klaas van
Duyn, tijdens het 50-jarig jubileum van de
Katwijker Vereniging van Schipper-eige
naren (Visserijnieuws, 27 september
1 985): 'Op de traditionele visserijgronden
valt niets meer te halen. Er wordt steeds
verder weg gevist en er worden de gekste
dingen met matjes, schotten en andere
hulpmiddelen uitgehaald. Daaruit conclu
deer ik dat we ons spaarpotje opengebro
ken hebben'.
De onevenwichtigheid tussen vangstcapa
citeit en vangstmogelijkheden heeft dit
jaar tot veel onrust in de kottervisserij ge
leid. De tekorten in de quota worden het
sterkst gevoeld bij schol en kabeljauw. Ge
zegd moet worden dat men vindingrijk is
bij pogingen om de tekorten aan te vullen.
Er werd een hoeveelheid van 8000 ton
schol van Groot-Brittannië verkregen, in
ruil voor 7000 ton haring en kleine hoe
veelheden heek en zeeduivel. Op 25 okto
ber jl. werd een verbod op de kabeljauw
vangst voor het merendeel van de midden
slag en kleine kotters van kracht. Op dit
ogenblik bestaat er goede hoop dat het ka
beljauwquotum wordt verruimd met 1000
ton, te verkrijgen van de Belgen, in ruil voor
180 ton tong. Reeds eerder dit jaar was
met België tong geruild voor kabeljauw.
Niet alleen het bedrijfsleven, doch ook de
overheid is betrokken geweest bij het ver
krijgen van hoeveelheden vis (m.n. schol)
uit het buitenland.
Het controlebeleid van de overheid via de
Algemene Inspectie Dienst (AID) is dit jaar
belangrijk verscherpt. Veel processen-ver
baal zijn hieruit voortgevloeid. Niet weinig
et de kottervisserij wordt
1^^ de vissersvloot bedoeld
die vooral wordt ingezet
voor de vangst op platvis
(tong en schol), maar ook
- - voor de visserij op rondvis,
haring en garnalen. Deze
vloot bestaat momenteel
uit ongeveer 625 schepen, van zeer uit
eenlopende grootte. De ongunstige ver
houding tussen vlootinzet, waarvoor het
motorvermogen een maatstaf vormt, en
vangstmogelijkheden vormt nog steeds
het hoofdprobleem in deze tak van visserij.
Er worden steeds meer pk's ingezet voor
het vangen van de vis, maar de besomming
neemt niet evenredig toe en vooral de bru-
to-kasstroom (nettoresultaat afschrij
ving rente) van de kotters stagneert. In de
grafiek komt dit naar voren in de vorm van
de verhouding tussen pk-ontwikkeling en
de totale bruto-kasstroom van de kotters
gezamenlijk (zie grafiek).
Ondanks een toename van het totale mo
torvermogen van de vloot met ruim 60%
sinds 1 978 trad er nauwelijks een stijging
op van de bruto-kasstroom: van f 91 min.
in 1 978 tot f 96 min. in 1984. Uit deze bru
to-kasstroom moeten de financieringslas
ten (aflossing en rente) worden betaald.
Het zal duidelijk zijn dat deze lasten, als ge
volg van de omvangrijke investeringen in
Schipper C. Tanis in de stuurhut van zijn kotter GO 38 'De Vertrouwen' (454 b.r.t.)