Optie voor arbeidsbeloning
Maatschap of v.o.f.
De meewerkende partner: op
praktisch onmisbaar
Primair op zakelijke
gronden
Meervoud, geen eenvoud
papier vaak onzichtbaar, maar
ding van het onzuivere inkomen tot het in
komen en heeft daardoor in bepaalde op
zichten een iets andere uitwerking dan
wanneer de aftrek rechtstreeks op de winst
zou worden toegepast.
De meewerkende vrouw wordt dus niet
(meer) belast voor het bedrag dat bij de
echtgenoot-ondernemer in aftrek is ge
bracht.
Mochten evenwel de betrokken echtelie
den, wellicht om principiële redenen, de
voorkeur geven aan een zelfstandige be
lastingheffing van de meewerkende echt-
geno(o)t(e) dan bestaat daartoe alsnog de
mogelijkheid. De echtgenoten moeten
daarvoor bij hun aangiften Inkomstenbe
lasting een gezamenlijk schriftelijk verzoek
voegen, om de meewerk-aftrek-regeling
buiten toepassing te laten. In plaats daar
van kan dan aan de meewerkende echtge-
n(o)t(e) een arbeidsbeloning worden toe
gekend waarvoor zij (of hij) zelfstandig
wordt belast, en waarvoor premies Volks
verzekeringen verschuldigd zijn. Deze ar
beidsbeloning komt in aftrek op de winst
van de echtgenoot-ondernemer. De uit
komst is in het algemeen iets nadeliger dan
de meewerk-aftrek-regeling. Wanneer
men dus uit principiële overwegingen deze
weg wil kiezen, zal men daar in de meeste
gevallen wel iets voor over moeten hebben.
De arbeidsbeloning moet schriftelijk wor
den overeengekomen, moet in een redelij
ke verhouding staan tot de aard en omvang
van de verrichte arbeid en bedraagt ten
minste 1 50% Van de algemene belasting
vrije som (1985: 150% van f 7 168,-
f 10.752,-). De meewerkende echtge-
no(o)t(e) geeft deze beloning niet aan als
salaris - er is geen sprake van een dienst
betrekking - doch als andere opbrengst
van arbeid. De partners kunnen elk jaar op
nieuw beoordelen of het zinvol is om van
deze optieregeling gebruik te maken.
In hun streven naar een zelfstandige fisca
le, maar ook zakelijke positie kunnen de
echtelieden nog een stap verder gaan en
zich elk afzonderlijk als ondernemer pre
senteren. Indien het dezelfde onderneming
betreft, kan dit worden geëffectueerd door
een maatschap of vennootschap onder fir
ma. Hoewel een dergelijk samenwerkings
verband tussen man en vrouw door de fis
cus niet spoedig zal worden geaccepteerd,
lijken de kansen daarop groter dan in het
verleden. Dit kan worden afgeleid uit het
feit dat de wetgever bij de parlementaire
behandeling van de Tweeverdienersrege
ling op de toepassing van deze figuren
heeft gewezen.
Het fiscale criterium waarbij de man-
vrouw-maatschap te prefereren is boven
de wettelijke meewerk-aftrek-regeling is
echter anders komen te liggen dan voor
heen. Was het vroeger fiscaal interessant
om bij een hoog winstniveau (ca.
f 125.000,- en meer) de maatschap te
kiezen, thans wordt het juist voordeliger bij
lagere winsten (beneden f 75 000,-). Dit
valt te verklaren doordat het progressie
voordeel dat bij een hoge winst door een
optimale winstverdeling kan worden be
reikt, praktisch te niet gaat als gevolg van
de dubbele premieheffing volksverzekerin
gen (2 x f 17 286,-), terwijl juist bij lage
winsten het (dubbele) effect van zelfstan
digenaftrek en fiscale oudedagsreserve re
latief sterk doorwerkt, zowel voor de in
komstenbelasting als voor de premiehef
fing volksverzekeringen. Voor de dubbele
zelfstandigenaftrek is overigens vereist dat
beide echtgenoten ieder ten minste 1225
Meer dan 90 van de on
dernemers zijn mannen.
Meestal wordt de onder
neming dus gedreven op
naam van de man, zodat
de vrouw enigszins on
zichtbaar achter de
schermen blijft. In werke
lijkheid leveren, zowel in
de agrarische sector als in
het midden- en kleinbe
drijf, de meewerkende
partners een belangrijke
bijdrage aan het goed
functioneren van de in to-
taal bijna een half miljoen
bedrijven.
De ruim 100 000 meewer
kende partners in de onge
veer 350 000 ondernemin-
uren bezig zijn met het drijven van de on
derneming.
Men dient te bedenken dat het opstellen
van een maatschaps- of firmacontract op
zichzelf niet voldoende zal zijn om het fis
cale doel te bereiken, zeker niet als de fei
telijke omstandigheden niet volledig met
de inhoud overeenstemmen. Ook zal het
moeilijk worden om, indien men jaren de
normale wettelijke meewerkregeling heeft
gevolgd, de fiscus ervan te overtuigen dat
de tot nog toe vooral op de persoonlijke
huwelijksrelatie gebaseerde samenwer
king voortaan primair op zakelijke gronden
zal berusten.
Overigens is het ontbreken van huwelijks
voorwaarden geen beletsel voor een man
vrouw-maatschap of -firma. Wel zal men
zich dienen te realiseren dat met name in
het geval van een firma beide vennoten
hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle
schulden van de onderneming. Dit zou het
oogmerk dat echtelieden mogelijk hebben
gehad voor het maken van huwelijksvoor
waarden, wel eens kunnen doorkruisen.
Hoewel de meewerk-aftrek-regeling in
eerste instantie voor gehuwden was be
doeld, is nader in de wet geregeld dat ook
ongehuwd samenwonende partners via
speciaal verzoek voor de meewerk-aftrek
kunnen opteren. Deze optie is echter niet
mogelijk indien sprake is van een dienstbe
trekking, noch indien beide partners als
ondernemer worden beschouwd.
Het zoeken naar een rechtvaardige fiscale
bedrijf van de overleden
echtgenoot voortzetten.
Los van het gegeven dat de
agrarische sector ongeveer
4 300 vrouwelijke bedrijfs-
hoofden telt, werken daar
zo'n 60 000 echtgenotes
met hun man mee. Twee
derde daarvan meerdan 20
uur per week. In veel geval
len vervullen deze 'mee
werkende partners' ook
een essentiële rol bij de af
wikkeling van de admini
stratieve en financiële za
ken van het bedrijf.
In veel bedrijven kan de
vrouw van de ondernemer
letterlijk geen dag worden
gemist.
behandeling van de 'partner' overeenkom
stig de maatschappelijke ontwikkelingen,
heeft in de huidige belastingwetgeving wel
geleid tot meervoudige mogelijkheden,
maar eenvoud heeft ons dat bepaald niet
gebracht. De drie mogelijkheden in het ka
der van de Wet Tweeverdieners, die hier
naar voren gebracht zijn, blinken niet uit
door doorzichtigheid. Met name voor de
betrokken partners houdt dit in dat zij ge
dwongen zijn complexe berekeningen te
maken, waarbij een goed overzicht moeilijk
te verkrijgen is. Berekeningen die voor de
partners, met name inzake de meewerk-af
trek-regeling en de optieregeling, een jaar
lijks terugkerende zorg betekenen, willen
zij hun aangifte(s), zonder zich financieel of
anderszins te kort te doen, in het juiste vat
gegoten krijgen. De wijze waarop de fisca
le vlag er dus op dit moment bijhangt,
draagt niet bij aan de in dit opzicht gezoch
te duidelijke positie voor de meewerkende
partners. Daarom: volop werk aan de win
kel voor de onlangs door de minister inge
stelde commissie die tot taak heeft de be
lastingwetgeving te vereenvoudigen.
gen van het midden- en
kleinbedrijf beperken zich
zeker niet tot het af en toe
aannemen van de telefoon,
of het te woord staan van
een klant wanneer'de baas'
er even niet is. Een kwart
van alle meewerkende
partners werkt er 40 uur of
meer in het eigen bedrijf.
Gemiddeld is hun werk
week 34 uur, in de detail
handel en de horeca zelfs
nog langer. Het werk va-
rieërt van uitvoerende ta
ken tot het bepalen van het
inkoopbeleid en leiding ge
ven. Het kleine percentage
vrouwen dat als zelfstandi
ge is gevestigd, bestaat
vooral uit weduwen, die het