Gelijkwaardige positie
Nieuwe hoofdregel
haar inkomsten uit tegenwoordige arbeid.
Ook hier behoorde tot die inkomsten de
winst uit een door haarzelf feitelijk gedre
ven onderneming. Hetzelfde gold voor een
aandeel in de winst uit een voor rekening
van haar man gedreven onderneming, de
zogeheten meewerk-winst-regeling. Dit
aandeel in de winst was afhankelijk van het
aantal uren dat met het meewerken was
gemoeid. Als aftrekposten kwamen
slechts in aanmerking de kosten van ver
werving die drukken op de inkomsten uit
arbeid en de op het loon ingehouden pre
mies AOW/AWW. Behalve de eventuele
zelfstandigenaftrek en toevoeging aan de
fiscale oudedagsreserve (onder beperken-
scheid tussen verzelfstandigde en niet-
verzelfstandigde inkomsten een grote rol.
Verzelfstandigd zijn de persoonlijke in
komsten uit de arbeidssfeer, niet-verzelf-
standigd zijn alle overige - buiten de ar
beidssfeer liggende - inkomensbestand
delen, zowel positief als negatief.
Tot de verzelfstandigde inkomsten be
hoort onder meer de winst uit een onder
neming die voor rekening van de belasting
plichtige wordt gedreven. Dit betekent dat
ten aanzien van de gehuwde vrouw de eis
van het ook feitelijk drijven van de onder
neming is vervallen. Daarmee is de positie
Wet Tweeverdieners in 1985, strekt de
verzelfstandiging van de gehuwde vrouw
zich ook uit tot de premieheffing volksver
zekeringen. Dit betekent dat naast de ver
schuldigde belasting, voortaan ook pre
mies volksverzekeringen over het toegere
kende winstaandeel moeten worden be
taald. Daarmee zou echter de meewerk-
winst-regeling, die toch oorspronkelijk
mede als een faciliteit was bedoeld, tot een
ernstige lastenverzwaring leiden. Vandaar
dat men teruggekeerd is naar een aftreksy
steem dat enigszins vergelijkbaar is met de
situatie van voor 1973. Deze z.g. 'mee-
werk-aftrek-regeling' is in wezen een stap
terug op de weg naar de emancipatie van
de condities) werden alle overige inko
mensbestanddelen naar de man overgehe
veld. Dit betrof zowel de positieve (bijv.
ontvangen huur, rente, dividenden) als de
negatieve (bijv. betaalde rente, ziektekos
ten, lijfrentepremies) inkomensbestandde
len.
De Wet Tweeverdieners, waarvan de eer
ste twee fasen ingevoerd werden per 1 ja
nuari 1 984, is gericht op verdere fiscale
verzelfstandiging van de gehuwde vrouw.
Een integrale rolwisseling tussen echtge
noten behoort tot de mogelijkheden, even
als een meer evenwichtige belastinghef
fing ten opzichte van gehuwden en onge-
huwden. In deze wet speelt het onder-
van echtgenoten voor de inkomstenbelas-
ting gelijkwaardig geworden.
De tweeverdienersregeling heeft primair
slechts betrekking op de belastingvrije
som en houdt in beginsel geen wijzi
gingen in voor de bepaling van het belast
baar inkomen. Wel is het zo dat de niet-
verzelfstandigde inkomsten bij een echt
paar voortaan worden toegerekend aan de
echtgenoot met het hoogste persoonlijke
arbeidsinkomen, dan wel - indien dit voor
beiden gelijk mocht zijn of ontbreekt - aan
de oudste echtgenoot.
Met het ingaan van de derde fase van de
de gehuwde vrouw. Hier bleken principes
te moeten wijken voor meer pragmatische
overwegingen. Overigens is (en was) de re
geling sekse-neutraal. De wet spreekt van
belastingplichtige en echtgenoot. Hoewel
dus een typische hij-formulering, toch toe
pasbaar op zowel de vrouw als op de man.
De meewerk-aftrek-regeling voorziet in
een aftrek op het inkomen van de man van
1 Vï2 3 Va of 5% van de winst
(minimaal f397,-), afhankelijk van het
aantal uren dat de vrouw in zijn onderne
ming meewerkt. Dat aantal uren moet
dan achtereenvolgens liggen tussen res
pectievelijk 525 en 875, 875 en 1225,
1225 en 1 750, of boven 1 750 per jaar. De
aftrek wordt geëffectueerd bij de herlei-
Een van de 60000 meewerkende partners in de agrarische sector.