werkbezoek aan New York'
Agribusiness
Farm Credit Administration
Zinvol en nuttig
werving van middelen kritisch kan gebeu
ren. Aan de andere kant houdt deze hoge
financiële standaard in, dat ook aan debi
teuren hoge eisen kunnen worden gesteld.
Op deze manier komt er een 'balansmana-
gement' tot stand dat voor de Nederlandse
leden en cliënten van grote betekenis is.
Het zich bewegen van Rabobank Neder
land in de hoogste bancaire regionen van
de Verenigde Staten moet op termijn voor
de Nederlandse cliënten een duidelijk
voordeel kunnen opleveren bij het exporte
ren naar dit grote afzetgebied.
De grote verscheidenheid binnen de agra
rische sector in de Verenigde Staten komt
onder andere tot uitdrukking in het naast
elkaar voorkomen van een groot aantal
zeer kleine 'part-time farmers' en het bijna
industrieel werkende agribusiness bedrijf.
De kleine boeren verkeren in het algemeen
in een economisch en financieel wankele
positie, terwijl het agribusiness-bedrijf er
meestal beter voor staat. Tijdens de pre
sentatie van de zogenaamde MASI-groep
kwam deze problematiek op een heldere
wijze naar voren. Sedert ruim drie jaar
heeft zich in 1 2 staten van de VS een orga
nisatie gevormd die tracht kleine en platte-
landsbanken te helpen bij het bundelen
van de krachten. Van de ongeveer 6800
zelfstandige banken die bij de MASI-groep
zijn aangesloten, opereren er zo'n 3700 als
in hoofdzaak agrarische banken. Ook hier
is kwaliteit van de kredietverlening en se
lectie van gezonde agrarische bedrijven
een belangrijke activiteit. Gebleken is, dat
de Rabobank in New York bij de ontwikke
ling van de MASI-activiteiten waardevolle
diensten kan bewijzen. Mede hierdoor
krijgt onze bank in het Amerikaanse agrari
sche leven ook een hoog aanzien.
Naast de activiteiten in New York had het
bezoek van de Raad van Beheer aan de VS
ook tot doel de relaties te verstevigen met
enkele instellingen die zetelen in Washing
ton. Daarbij had het bezoek aan de Farm
Credit Administration een duidelijk verge
lijkend karakter. Deze instelling vertoont
kenmerken die ook in de Rabobankorgani-
satie aanwezig zijn, maar er bestaan ook
belangrijke verschillen. Beide organisaties
werden met elkaar vergeleken en een uit
wisseling van gedachten over de Ameri
kaanse en Europese agrarische ontwikke
lingen vormde de afronding van deze ont
moeting. Als algemene indruk bleef voort
durend aanwezig de moeilijke financiële
positie waarin veel agrarische bedrijven
verkeren die relaties onderhouden met de
ze organisatie.
Als laatste ontmoeting stond in Washing
ton een bezoek aan de Wereldbank op het
programma. Een van de directeuren, de
Nederlandse prof. F. van Dam, gaf in eerste
instantie een uiteenzetting over het (ont-
wikkelingsjwerk van deze organisatie. Te
vens kwam aan de orde op welke wijze en
in welke mate Nederlandse bedrijven parti
ciperen in de verschillende projecten van
de Wereldbank. Daarbij was het opvallend
hoe verschillend de samenwerking binnen
landen georganiseerd is als het gaat om
deelneming aan deze projecten. Duidelijk
werd, dat de coöperatie binnen het Neder
landse bedrijfsleven hierbij nog wel eens te
wensen overlaat.
In het kader van de financiering van de We
reldbankactiviteiten kwam ook de rol van
Rabobank Nederland ter sprake. Hierbij
werd gerefereerd aan de recente mede
werking die onze organisatie heeft ver
leend bij het aantrekken van middelen door
de Wereldbank. Deze medewerking werd
zeer op prijs gesteld. Met een uiteenzetting
door prof. Schuh over de agrarische en
plattelandsontwikkeling in ontwikkelings
landen en een beschouwing van de vice-
president van de Wereldbank, de heer Rot-
berg, over de financiële aspecten van de
bank, werd dit bezoek beëindigd.
dag', maar ook door de ontmoetingen in de
avonduren met Amerikaanse en Neder
landse functionarissen uit het bedrijfsle
ven. Daar bleek op een andere manier, dat
de Rabobank in de VS een positie heeft
weten te verwerven die in de toekomst
voor de Nederlandse economie van belang
zal zijn. Dat bleek ook tijdens het bezoek
aan de Nederlandse ambassadeur, de heer
R. Fein, en gedurende de ontmoeting met
de heer Max van der Stoel, de Nederlandse
ambassadeur bij de Verenigde Naties.
Ten slotte was het niet alleen stimulerend
te zien hoe gemotiveerd de medewerkster
en medewerkers bij Rabobank New York
hun taak opvatten, maar ook dat zij allen
door het bezoek van de Raad van Beheer
aan hun kantoor de stellige indruk hebben
gekregen, dat ook zij tot die ene Rabobank-
organisatie behoren. En wie daar ook nog
altijd bij hoort, is prof. dr. P. Lieftinck; ook
hij was present.
Bij de Raad van Beheer is de indruk geves
tigd dat het bezoek aan de VS zinvol en
nuttig is geweest. Dit werd niet alleen be
paald door de werkbesprekingen 'over-
Gedachtenwisse/ing met de Nederlandse ambassadeur bij de VN, mr. Max van der
Stoel.