Nieuw realisme
voor het betalingsverkeer, zelfs voor Ne
derlandse begrippen, zuiver op grond van
efficiency achterhaald lijkt, lopen wij bo
vendien de kans wat dit betreft vanuit het
buitenland in snel toenemende mate ge
stigmatiseerd te worden met het etiket
'achtergebleven'.
Gelieerde fondsen I
vorige jaar met een beursintroductie in
Gelieerde fondsen II
Vervolg van pagina 2
De gekozen benadering bij het realiseren
van een Nationaai Betalings Circuit (NBC)
is de afgelopen tijd opnieuw onderwerp
geweest van intensief overleg tussen de
betrokken partijen. Ondanks het in 1982
verschenen en door de partijen onder
schreven Contourenrapport, op basis
waarvan een fasengerichte aanpak ge
volgd zou worden, bleek er bij de prakti
sche uitwerking toch sprake van onvoor
ziene haken en ogen.
Alle goede wil ten spijt was een weg inge
slagen die te weinig aansloot op de speci
fieke Nederlandse constellatie, waarin
door de tijd heen belangen van afzonderlij
ke partijen op een geheel eigen wijze ge
stalte hebben gekregen. Een situatie die
vraagt om omzichtig overleg waarbij alle
betrokken belangen zorgvuldig recht ge
daan worden. In toenemende mate bleek
dat zelfs een 'conditio sine qua non' bij het
streven om gegroeide structuren met een
historisch bestaansrecht en een uitsteken
de staat van dienst te vervangen. Toch is
het met hoge drempels naast elkaar be
staan van meerdere infrastructuren op het
gebied van het betalingsverkeer, zowel fi
nancieel, maatschappelijk als economisch
gezien, voor een relatief klein land als Ne
derland een zaak die zich moeilijk laat ver
dedigen.
Daarin ligt de noodzaak die partijen op één
noemer houdt. Afgezien van het feit dat het
huidige onderscheid in infrastructuren
Eind oktober is daarom de kar opnieuw in
de rails gezet, zij het minder zwaar beladen
en met een ander spoorboekje. Het Con
tourenrapport 1 982 blijft onverminderd de
basis van waaruit men werkt. Dat partijen
nu bereid zijn kleine, pragmatische stap
pen te zetten en dus kans zien te geven en
te nemen zonder vrees voor verlies van
eigen identiteit, komt voort uit de nieuwe
realistische aanpak die nu voorgestaan
wordt. Op basis van genomen stappen zal
telkens bekeken worden of de volgende
stap haalbaar is. Allereerst zal in twee fa
sen gestreefd worden naar een praktische
en snelle integratie van de bestaande cir
cuits - bankgiro, postgiro, giro DNB - op
een tweetal gebieden. Fase I betreft de zui
vere 'batches' overschrijvingen (door be-
drijfscliënten aangeleverde overschrijvin
gen uit gecontroleerde bestanden), fase II
richt zich op incasso's.
Om een dergelijke pragmatische aanpak te
waarborgen met een goede overlegstruc
tuur en -cultuur, zal de projectorganisatie
nogal ingrijpend gewijzigd worden. Een
apart gecreëerd vergaderdeel van de Ge
mengde Commissie - banken en PCGD/
RPS - waarin de Nederlandsche Bank een
volwaardige stem in het kapittel krijgt,
houdt de vinger aan de pols. Een orgaan
Overleg NBC en enkele werkgroepen zul
len zorg dragen voor een meer continue
begeleiding van het project. De Stuur
groep NBC behoudt haar functie als hoog
ste orgaan.
Stap voor stap zullen zodoende de be
staande, hoge drempels tussen de onder
scheiden betalingscircuits kunnen worden
geslecht. Anders dan via de eerder ingesla
gen weg, zal men nu vanuit de praktijk, via
de weg der geleidelijkheid, naar een situa
tie kunnen groeien waarin sprake is van
één Nederlands betalingscircuit. Het ge
duld van alle partijen, daarmee overigens
zeker niet minder op de proef gesteld, zal
dan alsnog kunnen uitmonden in een snel
ler, goedkoper en efficiënter betalingsver
keer.
Unico Investment Fund gaat naar de effec
tenbeurs van Amsterdam. Vanaf 2 decem
ber a.s. zullen de participatiebewijzen van
dit beleggingsfonds op de Amsterdamse
beurs worden verhandeld. De beursintro
ductie wordt verzorgd door Rabobank Ne
derland in samenwerking met F. van Lan-
schot Bankiers NV en Schretlen Co. NV.
Sinds het Fonds vanaf het begin van het
Wenen en vervolgens met het openen van
een informatiekantoor in Amsterdam de
verkoop aan het beleggerspubliek actief
ter hand heeft genomen, is de bekend
heidsgraad van het Fonds ook binnen de
Rabobankorganisatie sterk verbeterd, zo
dat het Fonds inmiddels reeds bij vele aan
gesloten banken en hun cliënten bekend is.
Vandaar dat de stap naar de Amsterdamse
beurs een logische voortzetting is van de
recente ontwikkelingen.
Ook vanuit beleggingstechnisch oogpunt
is het met het Fonds in het boekjaar 1 984/
1985 voor de wind gegaan. Het vermogen
van het Fonds is met 73 procent gestegen
tot DM 144,3 miljoen per 30 september
1985, terwijI op die datum bijna 1,9 mil
joen participaties uitstonden. Inclusief de
uitkering van DM 5,50 per 1 5 november
1 984 bedroeg de waardestijging per parti
cipatie over het boekjaar 1 3,8 procent. Per
1 5 november 1 985 is wederom een uitke
ring van DM 5,50 betaalbaar gesteld.
Per jaarultimo was 90,3 procent van het
vermogen in obligaties en vastrentende
waarden belegd waarvan 32,2 procent in
US-dollars, 21,4 procent in Duitse marken,
1 3 procent in Engelse ponden en 7,9 pro
cent in guldens. Vanaf het begin in februari
1979 heeft het Fonds een waardestijging
laten zien van 1 22,1 procent inclusief her
belegging van de uitkeringen. Dit komt
neer op een gemiddeld jaarrendement (in
DM) van 12,7 procent.
Het Unico Investment Fund is in Luxem
burg gevestigd en is een 'open end' fonds.
Het Fonds wordt geadministreerd in Duitse
marken. Door de introductie op de Amster
damse effectenbeurs hoopt het Fonds een
nog bredere spreiding te bewerkstelligen
in Nederland en bovendien de verkoop
baarheid van de participatie nog verder te
vergroten vooral vanwege de guldensnote
ring die wordt aangevraagd waardoor be
leggers niet langer allereerst Duitse Mar
ken moeten kopen om participaties te kun
nen verwerven.
Door de actieve deelname van de leden van
de Unico Banking Group alsmede enige
andere banken, die in de beleggingscom
missie vertegenwoordigd zijn, is het voor
het Fonds mogelijk te functioneren op de
Europese kapitaalmarkten als op een
'thuismarkt'. Hierdoor heeft het Fonds op
timaal gebruik kunnen maken van de mo
gelijkheden van de kapitaalmarkten binnen
Europa, maar ook daarbuiten vanwege de
snel groeiende aanwezigheid van leden
van de Unico Banking Group in financiële
centra op de andere continenten.
Ter verdere ondersteuning van de versprei
ding van het Fonds en de verkoopbaarheid
van de participaties wordt beursnotering
ook in andere steden binnen Europa voor
bereid. Gedacht wordt aan Kopenhagen,
Brussel, Basel, Oslo en Londen. Als inter
nationaal obligatiefonds streeft het Fonds
ernaar ook de kleinere belegger een aan
trekkelijke mogelijkheid te bieden te parti
ciperen in de internationale kapitaalmark
ten door gebruik te maken van de kennis en
ervaring van de banken die achter het
Fonds staan, waaronder Rabobank Neder
land.
Ook Amvabel zal binnenkort zijn entree
maken op de beurs, ervan uitgaande dat
de deelnemers hun participaties inwisse
len tegen aandelen van de naamloze ven
nootschap Amvabel, de nieuwe juridische
structuur van dit Fonds.
Op 16 december a.s. zal dan het Fonds
geïntroduceerd worden op de officiële
markt van de Amsterdamse Effectenbeurs.
Amvabel blijft het goed doen, zo blijkt uit
het onlangs verschenen halfjaarbericht.
Het Fonds dat in 1 980 op initiatief van de
Rabobank, Van Lanschot en Algemeen
Vermogensbeheer (AVB) in het leven is ge
roepen, belegt in REIT's, Amerikaanse Real
Estate Investment Trusts. Het Fonds gaat
bij het kiezen van aandelen zeer selectief te
werk, waarbij het disagio t.o.v. de intrinsie
ke waarde, het dividendrendement en de
kwaliteit van het management de belang
rijkste criteria zijn.
Het beleggingsbeleid is niet zonder resul-