Eén fles
één etiket
s
4
Voor de zoveelste keer ondergaat
momenteel een concept-beleidsplan,
ditmaal over de periode 1986-1989,
zijn rijpingsproces in onze organisatie. Zoals
eik jaar een belangrijk, actueel stuk, waarde
routine geen vat op krijgt. Je zou er over wil
len schrijven, a/s er niet 'vertrouwelijk - niet
voor pubiikatie' op stond. Braaf iaat ik daar
om niet meer los dan dat de twee omvang
rijkste hoofdstukken zijn getiteld Commer
cieel Beleid en Commerciële Aspecten.
Met deze nietszeggende opmerking iaat ik
het vertrouwelijke ongeschonden. De bin
nen- en de buitenstaanders weten heus
wei dat je als bank midden in het zaken
doen en de handel zit, dat je de gebruiken
daarvan kent en toepast en, vooral, dat je
de ontwikkelingen deksels in de gaten
houdt. Je moet nu eenmaal commercieel
bewust je beleid uitzetten. Het commercië
le element kom ik dan ook als vanzelfspre
kend telkens in allerlei nota's en stukken
binnen onze organisatie tegen. Immers, al
les wat wij als bank doen, zelfs het doel dat
wij nastreven - het voorzien in financiële
behoeften - speelt zich af in de commercië
le wereld van markt, handel en zakenleven.
Oat is altijd zo geweest. Ook de hele kleine
coöperatieve dorpsbank van tachtig jaar ge
leden oefende met zijn krediet- en spaar acti
viteit een economische functie uit. Ze was
commercieel bezig, want de diensten die zij
aanbood moesten aansluiten bij de behoef
ten die in het verkeer met leden en cliënten
naar voren kwamen. Ook zo'n bankje moest
al commercieel bewust te werk gaan, want
anders zou ze onmogelijk het hoofd boven
water hebben kunnen houden. Het enige
verschil met vroeger is, dat we nu gewend
zijn het kind bij de naam te noemen. De
meesten onzer zullen het inmiddels verge
ten zijn - of nooit geweten hebben - maar
heel lang is het woord commercieel ta
boe geweest onder de coöperatieve banken.
Het klonk hun als een vloek in de oren.