s
33
Mi
Resolute stellingname
Afzet financieren
Roggegoeddeels
verdwenen uit het
produktieplan van de
Nederlandse landbouw.
op de korte termijn meer worden veiliggesteld. Op de lan
ge termijn zijn ook dan aanpassingen onvermijdelijk.
De Europese Commissie heeft in het Groenboek de ver
schillende mogelijkheden van beleid aangegeven. Het is
een publiek geheim dat de Europese Landbouwcommis
saris, onze landgenoot mr. Andriessen, het meest voelt
voor een marktgerichte aanpak, dat wil zeggen: aanpas
sen van de prijzen in de richting van de wereldmarkt. In de
Memorie van Toelichting bij de Landbouwbegroting 1986
volgt minister Braks deze visie. Verdeling van de produk-
tie, contingentering, wijst de minister af. Dit zou leiden tot
opdeling van de Europese landbouwmarkt. Bij de melk-
produktie is dat inmiddels gebeurd. Voor Nederland, dat
op de export is gericht, een slechte zaak, vindt minister
Braks. De landbouworganisaties volgen de minister op dit
punt. De superheffing bij melk heeft duidelijk gemaakt hoe
ingrijpend een beleid van produktieverdeling naar de agra
riërs uitwerkt.
Dus toch voorkeur voor de 'onzichtbare hand' van de
markt, zoals de 1 8de-eeuwse econoom Adam Smith het
uitdrukt.
Ten aanzien van granen zijn in Nederland overheid en be
drijfsleven het eens: geen contingentering. Binnen het be
drijfsleven bleek in de Bestuursvergadering van het Land
bouwschap op 2 oktober 1985 opmerkelijke overeen
stemming op dit punt. De agrarische werknemers volgden
de boerenorganisaties in de economische lijn. Een duide
lijke koerswijziging ten opzichte van de standpuntbepa
ling bij de discussie over het zuivelbeleid anderhalf jaar
geleden. Wellicht is er bij de granendiscussie ook minder
ruimte voor een keuze. Meer dan melk zijn granen een in
ternationaal bulkprodukt. Het Europese graanbeleid kan
niet geheel voorbij gaan aan ontwikkelingen in andere
landbouwgebieden. De landbouwpolitieke koers van de
Verenigde Staten heeft de trend ingezet.
De Verenigde Staten zijn beducht de greep op de interna
tionale graanmarkt te verliezen. Zuid-Amerika wordt door
het toenemend aantal grootschalige moderne landbouw
bedrijven een serieuze concurrent van de Verenigde Sta
ten. In verschillende ontwikkelingslanden stijgt de graan-
produktie. De Sovjet Unie lijkt geen blijvende grote impor
teur. China exporteert zelfs graan. De wereldmarkt is een
dumpmarkt geworden. De prijzen daar hebben geen ver
band meer met de produktiekosten.
Toenadering van de prijzen tot die van de wereldmarkt
wordt door de Europese landbouworganisaties afgewe
zen. Wel is het bedrijfsleven eventueel bereid mee te beta
len aan de afzet naar de wereldmarkt. Zo'n medeverant
woordelijkheidsheffing zou verder gebruikt moeten wor
den om de produktie van andere, nieuwe gewassen te sti
muleren. Gedacht wordt daarbij aan eiwitrijke produkten
en hout. Ook zou een deel van de overtollige produktie ge
bruikt kunnen worden voor de poduktie van grondstoffen
voor de chemische industrie en voor de produktie van au-