at ons bezighoudt...
Zwaar gesleutel aan
gedragsregels
Spitsuur in de bietenwereld
WtÊ
Aangezet door het economische belang
van een gezond bank- en verzekeringswe
zen en door het streven om ongewenste
machtsconcentraties tegen te gaan, voe
ren de daarvoor verantwoordelijke autori
teiten een beleid dat gericht is op de vorm
geving van de structurele verhoudingen
binnen deze bedrijfstak. Sinds 1981 wor
den daartoe aan banken en verzekerings
maatschappijen beperkende gedragsre
gels opgelegd, die tot stand zijn gekomen
in overleg tussen het Ministerie van Finan
ciën, de Nederlandsche Bank, de Verzeke
ringskamer en de representatieve organi
saties. Het meestomvattende element
hieruit - ook wel het 'grote' structuurbe
leid genoemd - heeft betrekking op het te
gengaan van verstrengeling tussen de sec
toren van het bank- en verzekeringswezen.
In concreto betekent dit dat banken niet de
(wettelijk vereiste) toestemming krijgen
voor nieuwe deelnemingen in verzeke
ringsmaatschappijen van meer dan 5
Verzekeraars mogen in banken geen be
leggingsdeelnemingen hebben die uitgaan
boven 1 5 waarbij ze zich dienen te ge
dragen als afstandelijke belegger en
slechts zeggenschap mogen uitoefenen
overeenkomend met een belang van ten
hoogste 5%. Beide instellingen is het wel
toegestaan om voor eikaars diensten te be
middelen, maar op zodanige wijze dat het
voor het publiek duidelijk is dat er slechts
sprake is van bemiddeling.
Het zogenaamde 'kleine' structuurbeleid
richt zich enkel op de bancaire sector en
heeft met name betrekking op de positie
daarbinnen van de hypotheekbanken.
Hierin werd onder meer overeengekomen
dat banken zullen afzien van het oprichten
van of het deelnemen in hypotheekbanken.
Daar staat tegenover dat hypotheekban
ken geen deposito's zullen opnemen bij
particulieren en dat algemene banken het
recht hebben om in beperkte mate bank-
brieven uit te geven.
In de praktijk is gebleken dat de toezicht
houdende autoriteiten niet in alle gevallen
de hand kunnen houden aan met name het
grote structuurbeleid. Problemen bij indivi
duele banken hebben er meermalen toe
geleid dat gekozen werd voor een oplos
sing, die tegen dit beleid indruiste. Voor
beelden hiervan zijn de tot stand gekomen
deelnemingen van onder meer verzeke
raars in enkele noodlijdende hypotheek
banken.
Het huidige structuurbeleid loopt tot eind
1986 en nu al vinden er besprekingen
plaats die moeten leiden tot afspraken voor
de daaropvolgende jaren. Ten behoeve van
de gedachtenwisseling hebben de toe
zichthouders intussen een memorandum
opgesteld, waarin zij aansturen op een
structuurbeleid dat gekenmerkt wordt
door meer vrijheid en minder regulering.
Kennelijk hebben ze zich hierbij laten lei
den door de feitelijke ontwikkelingen bin
nen het financiële bestel, in het binnenland
maar ook in het buitenland. In het memo
randum wordt voorgesteld om toe te staan
dat banken verzekeringsmaatschappijen
oprichten en omgekeerd. Daarnaast zou
den kleine banken en verzekeraars overge
nomen kunnen worden door een instelling
uit de andere sector. Bemiddelingsactivi
teiten, zoals die op het gebied van de assu
rantiën, worden niet langer aan voorwaar
den verbonden en het kleine structuurbe
leid lijkt op den duur te komen vervallen.
Het is duidelijk dat een nieuw structuurbe
leid overeenkomstig dergelijke voorstellen
verstrekkende gevolgen zal hebben voor
het financiële bestel in ons land en daar
mee uiteraard ook voor de Rabobankorga-
nisatie. Het structuurbeleid verdient dan
ook onze volle aandacht.
Suiker is voor de meesten van ons zo van
zelfsprekend, dat het ons nauwelijks be
zighoudt. Desalniettemin is, naast het con
sumeren, het produceren van suiker een
aangelegenheid waar een niet onaanzien
lijk aantal mensen, agrariërs en niet-agra-
riërs, deel in hebben.
Vanuit de reeds lang bestaande band tus
sen de Rabobankorganisatie en de suiker
producerende industrie waren Raad van
Beheer en Hoofddirectie van Rabobank
Nederland op 4 oktober te gast bij Suiker
Unie te Breda. De ruim 10000 leden van
deze coöperatieve vereniging bewerken
samen zo'n 60 van het Nederlandse sui
kerbietenareaal van in totaal 129 300 ha.
De aangevoerde bieten worden tot suiker
verwerkt in fabrieken te Groningen, Put-
tershoek, Roosendaal, Sas van Gent en
Dinteloord. Bij deze laatste vestiging werd
een kijkje achter de schermen van de cam
pagne genomen.
De bietencampagne: een gigantische ope
ratie die elk najaar weer volbracht wordt.
De fabrieken werken van oktober tot medio
december 24 uur per dag op volle kracht
om de aangevoerde bieten in zo kort mo
gelijke tijd te verwerken. De rest van het
jaar staat de produktiefaciliteit vervolgens
weer stil en worden er onderhoudswerk
zaamheden verricht. In de campagne van
1 984/1 985 werd maar liefst 4277 ton aan
suikerbieten geoogst, goed voor zo'n 577
ton suiker. 24% hiervan was bestemd voor
huishoudelijke consumptie, 14% ging
naar grootverbruikers en het grootste deel
- 62% - vond bestemming in de voe-
dings- en genotmiddelenindustrie. Be
langrijke nevenprodukten van het produk-
tieproces zijn bietenpulp en melasse, beide
grondstof voor de veevoederindustrie. Me
lasse wordt ook gebruikt voor de fabricage
van alcohol. De BV Nedalco bijvoorbeeld,
die zich hiermee bezighoudt, is een 60%
deelneming van Suiker Unie.
Ondanks de cadans van de jaarlijks terug
kerende campagne, blijft Suiker Unie volop
aan de weg timmeren om ook voor de
toekomst goede resultaten veilig te stellen.
Zo staat door een noodzakelijke reorgani
satie de vestiging te Zevenbergen op de
nominatie om gesloten te worden. In dit
licht moet ook de overname van de aande
len van het Koninklijk Kweekbedrijf en
Zaadhandel D. J. van der Have worden be
zien. Deze succesvolle onderneming op
het terrein van zaadteelt en- verbetering
beschikt over een groot aantal buitenland
se vestigingen voor produktie en verkoop.
Zonder meer een gezonde basisverbreding
voor Suiker Unie. Ook is men bij de re
searchafdeling van Suiker Unie te Roosen
daal intensief bezig met onderzoek naar de
verbetering van teeltmethoden en van het
produktieproces, alsmede naar de toepas
sing van nieuwe produkten in de sucroche-
mie. Dit mede om het hoofd te kunnen bie
den aan de toenemende concurrentie die
de suiker ondervindt van andere vervan
gende zoetmiddelen.
Vervolg op pagina 6