Verhouding in gebruik zijnde landbouwgronden en
produktie per land 1980
De Europese land
bouwproducenten
EG-maatregelen
Reactie van de agrarische
ondernemer
gebied
produktie
FR IT DLD GB NL GR DK OVERIGE
EG-LANDEN
duktie, zijnde 115 miljoen ton, voort te
brengen. Dit is het dubbele van de produk
tie van de USA en 38% meer dan de pro
duktie van de Sovjet-Unie.
Deze stijging van de landbouwproduktie
dekt tegenwoordig niet alleen de belang
rijkste voedselbehoefte, maar heeft tevens
geleid tot overschotten, met name voor
melk, boter en suiker, die thans, en met het
oog op de toekomst, een bron van grote
problemen vormen. De export is onvol
doende om de overschotten weg te ne
men, zelfs niet tegen de zo bekritiseerde
'dumpprijzen'.
De rol van de verschillende landen die
zorgdragen voor deze produktie is nogal
verschillend. De omvang van de beschik
bare landbouwgronden en het technische
niveau van de landbouw als zodanig wijkt
soms sterk af, zoals blijkt uit de grafiek. De
zwarte staaf bij Frankrijk geeft bijvoorbeeld
aan dat Frankrijk over 31 van de EG-
landbouwgronden beschikt en dat daar
mee, volgens de blanco staaf, 26 van de
totale EG-landbouwproductie wordt be
haald.
Frankrijk en Italië beschikken dus geza
menlijk over de helft van de landbouw
gronden van de gemeenschap, terwijl zij
voor de helft van de EG-produktie zorgdra
gen. Echter het blijkt tevens dat Frank
rijk, relatief gezien, voor dezelfde produk
tie aanmerkelijk meer landbouwgrond no
dig heeft dan Italië. Met andere woorden
de gemiddelde opbrengst per ha ligt in Ita
lië aanmerkelijk hoger dan in Frankrijk.
Wat betreft deze gemiddelde opbrengst
neemt Nederland een onbedreigde koppo
sitie in; met 2% van de beschikbare land
bouwgrond wordt 8 van de totale EG-
produktie behaald. Naast Nederland blijkt
ook de landbouwsector in West-Duitsland
over een relatief efficiënt produktie-appa-
raat te beschikken. Groot-Brittanië en Grie
kenland blijken volgens de staven in de
grafiek van vrij inefficiënte produktieme-
thoden gebruik te maken.
Een land als Nederland, in mindere mate
ook Duitsland, dat beschikt over een zeer
kapitaalintensief produktiesysteem, dreigt
het slachtoffer te worden van de volume
beperkende EG-maatregelen. De kapitaal
intensieve bedrijven zullen het zich nau
welijks kunnen permitteren overcapaciteit
in de vorm van dure, minder gebruikte ma
chines, stallen etc. aan te houden. Toch is
35
30
25
20
15
10
5
0
het dringend noodzakelijk de Europese
landbouw te herstructureren ten einde de
EG-begroting een draaglijker aanzien te
geven. Een aantal maatregelen, die ten
doel hebben een betere balans te verkrij
gen tussen vraag en aanbod van land-
bouwprodukten, zijn reeds genomen, bij
voorbeeld:
controle op de melkproduktie door
quota
introductie van garantiedrempels
voor een aantal produkten
een voorzichtige prijspolitiek
De laatste twee maatregelen, die zich met
name uiten in een aantal managementbe-
sluiten en verzwakking van de prijsgarantie
van een aantal landbouwprodukten, heb
ben geleid tot reële prijsdalingen.
Er zullen echter meer maatregelen no
dig zijn om de overproduktie, en de als
gevolg daarvan op de EG-begroting druk
kende kosten, te matigen. De tendens hier
bij is de producenten van de overschotten
zelf te laten betalen voor de kosten. Ver
mindering kan plaatsvinden door middel
van produktiebeperkende maatregelen
door bijvoorbeeld het quota-systeem op
meer produkten toe te passen. Doordat de
producent bij overschrijding van de hem
toebedeelde quota forse boetes betaalt,
draagt hij in wezen bij in de financiering
van de overschotten. De prijs per een
heid wordt in eerste instantie niet beïn
vloed. Daarnaast kan dit gebeuren door
het instellen van een systeem van co-fi-
nanciering waarbij de producenten door
middel van prijsreducties de overschot
ten direct meefinancieren.
Al deze maatregelen zullen een grote in
vloed hebben op het agrarische bedrijfsle
ven. Enerzijds zullen agrariërs die niet meer
rendabel kunnen werken, afhaken. Ander
zijds zullen boeren hun bedrijf uitbreiden
via aankoop van quota om een grotere be
zettingsgraad van de produktiecapaciteit
te verkrijgen en dus rendabel te produce
ren.
Daarnaast trachten agrariërs op velerlei
wijze de kosten van de bedrijfsvoering te
drukken door efficiency-verhoging van het
produktieproces, maar ook door het afsto
ten van arbeidskrachten en het uitstellen
van investeringen. Ook het zich toeleggen
op andere teelten met uitbreidingsmoge
lijkheden zal een gevolg zijn van EG-maat
regelen.
Op de lange termijn zullen agrariërs zich
aan de EG-maatregelen aanpassen via be
ter management, een groter kostenbe
wustzijn waarbij agrariërs open zullen
staan voor alternatieven die vroeger niet in
aanmerking kwamen. Daarnaast zal ge
zocht worden naar uitbreidingsmethodes
die zonder verhoging van de jaarlijkse vas-