Oppervlakte belangrijkste
vollegrondsgroentegewassen in ha
Totale areaal en
contractareaal
Produktie en afzet van
vollegrondsgroenten
Het totale areaal vollegronds
groenten en het contractareaal
16
X
"X
Tabel 3: Handelsproduktie van
verse groenten in de
open grond
Ontwikkelingen in de
bedrijfstak
1984
1985*
- Doperwten
6810
6910
- Stamsperziebonen
2 820
4 550
- Bos- en waspeen
1 940
3 100
- Poot- en plantuien
2 840
3 220
- Witlofwortelen
4 730
5 350
- Bewaarkool
2 120
2 120
- Bloemkool
2 250
2 260
- Spruitkool
5 920
5 920
- Prei
2 100
2 450
- Asperges
2 690
2810
- Diverse gewassen
14 260
14 640
Totaal groenten
48 480
53 330
Bron: CBS meitelling; voorlopige cijfers
Het verloop van het totale areaal volle-
grondsgroenten en het aandeel van de
contractteelt hierin wordt zichtbaar ge
maakt in de grafiek.
Wanneer men door de fluctuaties heen-
ziet, is duidelijk een stijgende lijn waar
neembaar in de totale areaalsomvang. Op
vallend is tevens het relatief constante
aandeel (circa 40 van de contractteelt in
het totale areaal.
Jaarlijks kan de produktie van vollegronds
groenten nogal fluctueren als gevolg van
optredende weersomstandigheden (zie ta
bel 3). Het totale aanbod heeft uiteraard
ook zijn uitwerking op de prijzen die op de
veilingklok gerealiseerd worden.
Aantal ha 60
in lOOO
Totale areaal
Contractareaal
Oogstjaar in min kg in min gld.
81/82
82/83
83/84
1 100
1 200
1 050
700
650
800
1975 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85
Bron: Produktschap voor Groenten en Fruit/
Rabobank
De totale handelsproduktie wordt voor het
grootste gedeelte geëxporteerd, terwijl de
rest voor de binnenlandse consumptie ge
bruikt wordt of aan de industrie wordt ge
leverd. Een gedeelte wordt door interventie
uit de markt genomen en niet verkocht.
Van de vollegrondsgroenteteelt (exclusief
contracten) wordt ongeveer 70% via de
veilingen afgezet. Afhankelijk van de ver
schillende regio's en teelten vindt ook
nogal wat huisverkoop plaats. In 1984
werden ruim 650 miljoen kg groenten
door de vollegrondstuinders op de Neder
landse groenteveilingen aangevoerd, circa
4% minder dan in het jaar daarvoor. De be
tere prijs compenseerde deze produktie-
derving echter, zodat de totale produktie-
waarde van vollegrondsgroenten in 1984
toch toenam en wel met bijna 9 De tota
le produktiewaarde van de op de veilingen
aangevoerde produkten kwam uit op circa
f 630 miljoen. Van de veilingaanvoer van
vollegrondsgroenten werd vorig jaar meer
dan de helft geëxporteerd. Deze export
vindt, evenals de uitvoer van glasgroenten,
voornamelijk plaats naar West-Duitsland,
het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Bel
gië/Luxemburg.
Naar verwachting zal er een voortgaande
ontmenging optreden in de vollegronds
groenteteelt, dat wil zeggen concentratie
van de gespecialiseerde bedrijven op 'fust-
produkten' (voor de veiling) en van akker
bouwbedrijven op 'bulk-produktie' voor de
handel en industrie. Door technische ver
nieuwingen zullen in de toekomst boven
dien meerdere gèwassen op gemechani
seerde wijze geteeld kunnen worden. Voor
een aantal akkerbouwgebieden (zoals bij
voorbeeld de Veenkoloniën) kan de akker-
bouwmatige teelt van vollegrondsgroen
ten een welkom alternatief betekenen voor
de huidige teelten. Gezien ook de grote
structurele problemen waarmee de akker
bouw binnen de EG kampt (graan- en sui
keroverschotten, moeilijke positie fa
brieksaardappelteelt) kan de contractteelt
voor de akkerbouwers van toenemend be
lang worden. De contractteelt is echter
eveneens afhankelijk van de ontwikkeling
van de rentabiliteit van de groenteverwer-
kende industrie, die momenteel evenwel
uiterst marginaal is. Wil er een duidelijk
perspectief voor de contractteelt ontstaan,
dan zal eerst de positie van deze industrie
versterkt moeten worden. De rentabiliteit
van de gespecialiseerde vollegronds-
groentebedrijven kan jaarlijks sterk wisse
len door schommelingen in opbrengsten
en prijzen, alsmede door de samenstelling
van het teeltplan. Op de bedrijven wordt dit
opgevangen door de vaak goede solvabili
teit (de verhouding eigen/vreemd vermo
gen). Het eigen vermogen, dat voorname
lijk is vastgelegd in de grond, doet dan in
jaren met lage geldelijke opbrengsten
dienst als buffer.
Wat betreft de afzetmogelijkheden voor
vollegrondsgroenten spelen naast de ver
werkende industrie het binnenlands ver
bruik en de uitvoer een rol. Blijft het bin
nenlands verbruik van verse groenten de
laatste jaren tamelijk constant (ruim 50 kg
per persoon per jaar), voor de export van
verse groenten lijken er nog verdere groei
mogelijkheden aanwezig.
De vollegrondsgroenteteelt wordt met alle
mogelijke andere land- en tuinbouwtakken
gecombineerd. Het perspectief van de be
drijfstak dient zodoende mede in relatie tot
de perspectieven in de overige takken te
worden beoordeeld. In de toekomst kan de
rentabiliteit in de vollegrondsgroentesec-
tor bijvoorbeeld nadelig beïnvloed worden
door produktie- en prijsbeperkende maat
regelen in de overige agrarische sectoren
(veehouderij, akkerbouw). Vanuit die be
drijfstakken zal eventueel toetreding tot de
vollegrondsgroenteteelt kunnen plaatsvin
den, waardoor de prijzen onder druk kun
nen komen te staan. Naast onderzoek op
tal van gebieden (nieuwe gewassen, kwali
teit, bedrijfsvoering, bewaar- en afzetmo
gelijkheden, mechanisatie) zal in de toe
komst ook door een efficiënte produktie-
wijze en veel vakmanschap getracht moe
ten worden een redelijke rentabiliteit voor
de bedrijven met vollegrondsgroenteteelt
te realiseren.