irii De markt voor koopwoningen heeft na een explosieve groei in de jaren zeventig behoorlijk in het slop gezeten. Maar de tekenen wijzen er nu op dat aan de mineurstemming een einde zal komen. De voorwaarden daarvoor zijn in ieder geval volop aanwezig. 10 Prijsontwikkeling bestaande woningen n de loop van de jaren zeventig steeg de belangstelling voor het eigen woningbezit. De grote vraag - naar woonruimte vond ondermeer haar oorzaak in een snelle groei van de bevolking en een verschuiving die optrad van meerpersoonshuishou- dens naar éénpersoonshuishou dens. Gelijktijdig met de vergrote vraag naar woonruimte, nam ook de vraag naar meer woongenot toe. Dit vond met name zijn oorzaak in de aanhoudende stijging van de inkomens, waardoor men steeds A. T. M. van der Asdonk Financiering Particulieren Commerciële Ontwikkeling vaker bereid was een hoger bedrag neer te tellen voor het woongenot. Ook de stimule rende maatregelen van de overheid ter be vordering van het eigen woningbezit heb ben hiertoe bijgedragen. In de jaren 1975 tot 1980 zijn dan ook meer koopwoningen dan huurwoningen gebouwd. Wie in deze periode maar enigszins een eigen woning kon betalen of financieren ging tot aankoop over. Door de grote vraag naar eigen woningen steeg de waarde van het onroerend goed razendsnel. Daarbij hadden de kopers de verwachting dat deze stijging zou voortduren. Ook de hypo- theekverstrekkende instellingen deelden dit optimisme over de woningmarkt en wa ren snel bereid om de middelen te ver strekken. Mede aangelokt door de snelle groei traden steeds meer nieuwe hypo- theekverstrèkkende instellingen tot de markt toe. Eerst waren dit de handelsban ken, spoedig gevolgd door de RPS en ten slotte door verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. De versterkte con currentie, die hiervan een gevolg was heeft in de afgelopen jaren mede geleid tot een uitbreiding van de verschillende hypo- theekvormen. Deze uitbreidingen stonden veelal in het teken van een relatieve lasten verlaging voor de kopers in de aanvangsja ren. Werden in de jaren zestig nog vrijwel uitsluitend lineaire woninghypotheken af gesloten, in de jaren zeventig verwierven annuiteitenleningen en groeihypotheken een steeds groter aandeel. In de tweede helft van de jaren zeventig was derhalve de groei in de woningmarkt en daarmee samenhangend de hypo theekmarkt explosief. Daarna deed de eco nomische recessie zijn intrede. De werkloosheid nam hand over hand toe: Van 343 000 in 1980 naar 810000 in 1984. De inkomensontwikkeling stag neerde en de rente voor hypotheken was inmiddels fors opgelopen: van 8 a 9% in 1978 naar ruim 1 2 in 1981, waardoor de eigen woning moeilijker bereikbaar werd. De woningmarkt stortte in en het aantal afgesloten hypotheken daalde dras tisch. Deze stijging is voor een belangrijk deel veroorzaakt dooreen groot aantal overslui- tingen. Het betreft geen incidentele ople ving van de woningmarkt. Bron: CBS/Rabobank Door de economische recessie ontstond er een gewijzigde houding t.o.v. het eigen woningbezit. Het hebben van een eigen huis werd niet langer meer gezien als een te allen tijde waardevaste investering. De vraag naar een eigen woning daalde sterk, waardoor er een forse daling optrad van de huizenprijzen. Stijging/Daling in t.o.v. 1975 50 Hypotheken op (aantallen bestaande woningen x ÏOOO) 1978 280 1979 220 1980 160 1981 130 1982 130 1983 1901) 1984 145 40 - 30 - 20 10 - - 20 Bron: NVM Het aantal voltooide nieuwbouwkoopwo ningen dat vanaf 1975 op een niveau lag boven de 50 000 eenheden per jaar, daal de eveneens sterk. Tevens werd de nieuw bouw steeds meer geconcentreerd in de Randstad en in groeigemeenten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 10