bekeken De dynamiek in het bestand Beroepsbevolking en werkloosheid naar opleidingsniveau Aansluitingsproblemen waarmee dan in totaal zo'n 60 000 werklo zen uit de kaartenbakken zijn verdwenen. De daling van de werkloosheid van midden vorig jaar tot medio dit jaar is dus groten deels hieraan toe te schrijven. Anders ge zegd: de daling van de werkloosheid is slechts een optisch verschijnsel. Hierbij dient ook bedacht te worden, dat juist de verborgen werkloosheid de laatste jaren sterk istoegenomen. Daaronderwor- den personen verstaan, die wel op zoek zijn naar een baan maar niet als zodanig gere gistreerd zijn bij een arbeidsbureau. Zo zul len bijvoorbeeld degenen die geen recht hebben op een uitkering zich vaak niet als werkzoekende laten inschrijven. Ook per sonen die ten onrechte als (gedeeltelijk) ar beidsongeschikt beschouwd worden en zij Werkloosheid (kwartaalgemiddelde, x 1000 Tabel 1. die minder dan 20 uur per week willen werken (en dus per definitie buiten de werkloosheidsstatistiek vallen) behoren tot de groep verborgen werklozen. Het zijn met name deze factoren die tot een forse stijging van de verborgen werkloosheid hebben geleid. Andere factoren die de officiële werkloos heidscijfers relativeren hebben ondermeer betrekking op: de frictiewerklozen: dit zijn mensen die slechts korte tijd werkloos zijn en voor wie de situatie op de arbeidsmarkt niet uitzichtloos is; het 'kaartenbakeffect': hiermee wordt het aantal personen bedoeld, dat verzuimt zich te laten uitschrijven bij het arbeidsbureau als zij weer werk ge vonden hebben. In 1984 ging het om ca. 40 000 personen. ingeschrevenen die op zoek zijn naar 1980 1981 1982 1983 1985 een deeltijdbaan, waardoor het aantal gevraagde 'volledige' banen geringer is dan het aantal werklozen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werk gelegenheid publiceert naast de werkloos heidscijfers ook maandgegevens omtrent het aantal in- en uitschrijvingen van de werkzoekenden. Deze aantallen hebben behalve op werklozen ook betrekking op mensen die van werkkring willen verande ren en nog een betaalde baan hebben, stu derenden en personen die op zoek zijn naar een baan van minder dan 20 uur per week. Deze categorieën behoren niet tot het werklozenbestand, maar omdat de werklo zen het grootste aandeel in de groep werk zoekenden vormen, kan op grond van de in- en uitschrijvingscijfers wel een globaal Werkzame beroeps- Geregistreerde werk- bevolking (1983) loosheid (april 1985) in van het totaal Basisonderwijs (incl. onvoltooid vervolgonderwijs) MAVO/LBO HAVO/VWO/MBO HBO Universiteit 16 28 39 12 5 36 39 16 7 2 100 100 oordeel over de dynamiek in het werklo zenbestand gegeven worden. Het totaal aantal inschrijvingen beliep in de eerste zeven maanden van dit jaar 475 000 tegen 455 000 in dezelfde perio de vorig jaar; het totaal aantal uitschrijvin gen bedroeg respectievelijk 486 000 en 456 000. Daar in de eerste zeven maan den van dit jaar het werklozenbestand ge ringer was dan in de overeenkomstige pe riode vorig jaar, maar het aantal in- en uit schrijvingen groter, kunnen we conclude ren dat thans van een grotere dynamiek op de arbeidsmarkt sprake is. De werkloosheid doet zich niet bij alle op leidingsniveaus in dezelfde mate voor. Driekwart van de werklozen die ingeschre ven staan bij de GAB's, hebben niet meer dan basis- of lager beroepsonderwijs ge volgd. Van deze groep is ongeveer 60% langer dan één jaar en ruim 35% langer dan twee jaar zonder werk. De overschot ten op de arbeidsmarkt doen zich dan ook vooral bij de lager opgeleiden voor. Hier speelt mee dat zij door hoger opgeleiden worden verdrongen. Uit tabel 1 blijkt dan ook dat de kwalitatie ve structuur van de werkzame beroepsbe volking afwijkt van die van het werklozen bestand. Als we de duur van de werkloosheid in ogenschouw nemen, dan blijkt dat de groep mensen die langer dan één jaar geen baan heeft, snel toeneemt. In 1981 was

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 9