Werkloosheid: de cijfers nader Het gevecht tegen het spook der werkloosheid gaat onvermin derd voort. Een verdergaande stijging lijkt vooralsnog een halt toegeroepen te zijn. Hiertoe zijn in de afgelopen jaren talrijke wapenen, waaronder de arbeidsduurverkorting, in de strijd ge worpen. De hoop blijft gevestigd op een verder aantrekkende conjunctuur. Ondanks de nu enigszins toenemende werkgele genheid - de raming voor 1986 bedraagt ca. 70000 per sonen - vormt een blijvend hoge werkloosheid onderdeel van de prognoses. Het is dus van groter wordend belang dat het aanbod zoveel mogelijk aansluit op de (te schaarse) vraag. Regelmatig worden we in de media geconfronteerd met gege vens over de stand van zaken met betrekking tot de werkloos heid. Daarbij wordt slechts weinig aandacht besteed aan de kwalitatieve aspecten van het werklozenbestand, zoals werk loosheidsduur, opleiding en werkervaring. Voor een groot deel moet dit toegeschreven worden aan het nog onvoldoende be schikbaar zijn van de benodigde statistische gegevens. Desal niettemin tracht dit artikel een nader licht te werpen op de kwalitatieve aspecten van het werklozenbestand en aan te ge ven in welke richting de arbeidsmarkt zich in de naaste toe komst vermoedelijk zal gaan ontwikkelen. Betrekkelijkheid der cijfers hij te gin van de maand werkloos worden en in de loop van dezelfde maand weer een baan vinden, komen dus niet in de gepubliceer de werkloosheidscijfers tot uiting. Uiter aard worden alleen de werklozen geteld, die zich ook als zodanig bij de arbeidsbu reaus hebben aangemeld! De maandcijfers beschrijven dus niet de exacte omvang van de werkloosheid, maar geven wel een re delijke indicatie van de ontwikkeling. De grafiek vertoont begin 1 983 een breuk lijn als gevolg van een gewijzigde werk loosheidsdefinitie. Tot 1983 werd bij de bepaling van het aantal werklozen uitge gaan van de criteria 'geschikt zijn' en 'be middelbaar zijn'. De ruimere criteria voor de nieuwe definitie zijn 'wensen' en 'in staat zijn'. Deze wijziging leidde ertoe dat een aantal extra categorieën voortaan meegeteld wordt, zoals tijdelijk niet be middelbare personen en mensen die werk zaam zijn in een sociale werkplaats. Ook is in 1 983 de urengrens verlaagd van 25 naar 20 uur. Dit houdt in dat alleen personen zonder werkkring, die een baan zoeken van ten minste 20 uur per week en daartoe zijn ingeschreven bij een arbeidsbureau, als werkloos worden beschouwd. Door de de- finitieverschillen steeg het aantal geregi streerde werklozen begin 1983 met 1 20 000 personen. Een andere aanpassing van de definitie was de afschaffing per 1 januari 1984 van de plicht voor werklozen van 57'/2 jaar en ouder om zich bij een arbeidsbureau te laten registreren. De effecten van deze maatregel zullen dit jaar uitgewerkt zijn, Werkgelegenheid bekend worden ge maakt, geven aan hoeveel werklozen op de laatste dag van de maand in de kaarten bakken van de Gewestelijke Arbeidsbu reaus (GAB's) zitten; dit zijn dus standcij- fers. Dit impliceert dat deze maandcijfers niet precies het aantal mensen weergeven, dat in die maand met werkloosheid werd geconfronteerd. Personen die aan het be- Drs. A. J. P. Rijkers Algemeen Economisch Onderzoek n de eerste helft van de jaren zeven- sse tig steeg de werkloosheid als gevolg van de recessie na de eerste oliecri- sis relatief sterk en wel van gemid- g! deld 61 000 in 1971 tot 195000 personen in 1975. Deze stijging zet - te zich in de tweede helft van de ja- ren 70 gematigd voort, waardoor het aantal werkloze personen in 1980 op 250 000 uitkwam. Zoals de grafiek laat zien, is sinds 1980 sprake van een explo sieve groei (mede door de recessieve ge volgen van de tweede oliecrisis) tot bijna 840 000 werklozen in het eerste halfjaar van 1984. Ondanks enkele kleine tussen tijdse stijgingen is de werkloosheid vanaf midden vorig jaar tot de zomer van dit jaar gedaald met ongeveer 60 000 personen. Deze ontwikkeling is enerzijds het gevolg van enige toeneming van de werkgelegen heid maar anderzijds hebben ook definitie aanpassingen een grote rol gespeeld. De werkloosheidscijfers die elke maand door het Ministerie van Sociale Zaken en VACATUREBANK

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 8