Cheques uit Duitsland sneller (b)innen 'Lastenverlichting WIR en de negatieve aan slag Vervolg van pagina 3 balansontwikkelingen verdienen de aan dacht. Van de totale Nederlandse export van f211 miljard in 1984 werd maar liefst f62 miljard in West-Duitsland afgezet; na brandstoffen vormen voedingsmiddelen het belangrijkste onderdeel in het export pakket. Met name de export van groente en fruit, zuivel- en vleesprodukten en daar naast bloemen en planten zorgen voor een regelmatig en omvangrijk handelsverkeer richting Duitsland. Het daaraan verbonden betalingsverkeer van Duitsland naar Ne derland bestaat voor het overgrote deel uit cheque-betalingen. Particuliere cheques in Duitse marken uitgeschreven, dus betaal baar bij banken in Duitsland. Bij ontvangst van de Duitse cheque door de exporteur hier in Nederland zal de exporteur met de cheque naar zijn bank gaan om er geld voor te krijgen. De bank zal, eerst nadat zij de cheque in Duitsland heeft geïncasseerd, het geld aan de cliënt ter beschikking stel len. Al met al een omslachtige procedure door dat de cheque die in Duitsland betaalbaar is eerst naar Nederland wordt gezonden. De Rabobank heeft daar nu een oplossing voor. In samenwerking met haar dochter organisatie, de ADCA-Bank, is een proce dure ontwikkeld waardoor de Duitse cheque uitgeschreven ten gunste van Ne derlandse exporteurs zonder omweg di rect in Duitsland wordt geïncasseerd. De Duitse importeur ontvangt van de Neder landse exporteur voorgeadresseerde portvrije enveloppen, waarin de impor teur zijn cheque kan verzenden. Deze en veloppen zijn gericht aan ADCA-Bank, die tot onmiddellijke incassering van de cheque in Duitsland zal overgaan en via de Rabobank de cliënt adviseert omtrent de betaling - dan wel non-betaling - van de cheque. Met deze versnelde incasseringsregeling - de Quick Cheque Service - wint de ex porteur zo'n 2 tot 4 dagen. Naast het voor deel dat hij eerder over zijn geld kan be schikken weet de exporteur bovendien sneller of de cheques werkelijk gedekt zijn, meestal binnen twee dagen nadat ADCA- Bank de cheque ontvangen heeft. West- Duitsland is hiermee - na de Verenigde Staten - het tweede exportgebied waar voor de Rabobank een Quick Cheque Ser vice heeft ontwikkeld. In ons augustus nummer gingen wij uitgebreid op de Ame rikaanse procedure in. Omdat de cheques niet meer naar Neder land komen, betekent het voor de expor teur tevens een administratieve ontlasting en geen gesjouw meer met cheques naar de bank. Tijdsvoordelen en praktische voordelen welke ruimschoots opwegen te gen de drie gulden kosten die per cheque in rekening worden gebracht. Wanneer we bijvoorbeeld uitgaan van een bloemenex- porteur met een gemiddelde omzet op Duitsland van f 5 miljoen, kan hij door ge bruik te maken van de Quick Cheque Ser vice al gauw zo'n f 2 000,- besparen. Dit zelfde geldt voor de vele duizenden expor teurs met regelmatige exporten naar West-Duitsland, die betaald worden in Duitse Marken-cheques. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat de introductie van de Quick Cheque Service West-Duitsland per 1 oktober jl. gepaard is gegaan met een nationale advertentiecam pagne in dag- en vakbladen terwijl de ex porteurs rechtstreeks zullen worden bena derd door de aangesloten banken welke werden voorzien van een marktbewer kingspakket. In de onlangs verschenen Miljoenennota maakte het kabinet zijn beleidsvoorne mens voor het laatste zittingsjaar bekend. Een van de meest saillante voorstellen daarin heeft betrekking op de lastenver lichting, waarbij het accent verschoven wordt van het bedrijfsleven naar de bur gers. Door gebruik te maken van de over schotten die bij de sociale fondsen zijn ont staan, wordt het mogelijk om de sociale premies voor werknemers te verlagen, ten einde de koopkracht van de gezinnen te verbeteren en daarmee de consumptieve bestedingen aan te wakkeren. In beginsel was het ook denkbaar dat deze meevaller ten gunste van 's Rijks schatkist werd ge bracht, waardoor het financieringstekort van de overheid verder zou kunnen dalen. Echter praktische problemen maken deze 'terugsluizing' moeilijk uitvoerbaar. In het Regeerakkoord van de huidige coali tie staat voor het bedrijfsleven een lasten verlichting van f 1,5 a 2 miljard per jaar vermeld. De plannen voor het komende jaar hebben echter betrekking op een aan zienlijk kleiner bedrag. Voorgesteld wordt een tariefsverlaging van de vennoot schapsbelasting van 43 naar 42%, in combinatie met een verhoging van de zelf standigenaftrek bij de inkomstenbelasting. Daarnaast worden de sociale premies voor werkgevers verminderd. Dit is, behalve door ombuigingen in de sociale zekerheid, mogelijk door de invoering van een nieuw stelsel van studiefinanciering waardoor de premie voor de kinderbijslag verlaagd kan worden. Hiertegenover staat evenwel een lastenverzwaring, doordat de regering voornemens is de negatieve aanslag in de WIR af te schaffen. Dat levert voor 1986 slechts een beperkt nadelig effect op voor het bedrijfsleven, maar daarna is hiermee een bedrag van f 1,4 miljard per jaar ge moeid. Per saldo bedraagt de lastenver lichting voor het bedrijfsleven volgend jaar slechts f 390 miljoen. De nadelige gevol gen van de ziektewetmaatregel, bij een vol ledige doorbetaling door werkgevers van het salaris in geval van ziekte, zijn hierin nog niet betrokken. Als de financiële gevol gen daarvan wel meegerekend worden, dan ziet het ernaar uit dat het bedrijfsleven in het komende jaar niet geconfronteerd wordt met een lastenverlichting maar met een lastenverzwaring. Het kabinet gaf de volgende redenen aan voor zijn keuze om de toegezegde lasten verlichting aan het bedrijfsleven sterk te verminderen. In de eerste plaats ontbreekt de budgettaire ruimte daarvoor, gegeven de noodzaak om het financieringstekort verder terug te brengen. De tweede reden is dat de financiële positie van het bedrijfs leven een lastenverlichting als eerder beoogd minder noodzakelijk maakt en dat ook zonder additionele lastenverlichtende maatregelen de investeringen weer zullen stijgen. Wij betreuren het dat het kabinet in zijn laatste begroting minder waarde hecht aan lastenverlichting voor het bedrijfs leven. Te meer daar, zoals in dezelfde Mil joenennota staat aangegeven, de solvabili teit van de Nederlandse bedrijven nog lang niet terug is op het oude niveau. De negatieve aanslag in de WIR wordt in de kabinetsplannen per 1 janauri 1986 af geschaft. Aan het uitkeren van de WIR- premie voor zover deze de verschuldigde belasting overtreft, komt daarmee een eind. Aangezien het bedrag van de nega tieve aanslag nu wordt omgezet in een vor dering, is het wel mogelijk het 'nog te ont vangen' bedrag te verrekenen met ver schuldigde belasting over andere jaren. Structureel zou dit voor de schatkist een besparing opleveren van f 1,4 miljard. Af schaffing van de negatieve aanslag in de WIR heeft natuurlijk direct gevolgen voor verliesgevende bedrijven. Echter ook be drijven die winst maken kunnen daar de nadelen van ondervinden, wanneer de ver schuldigde belasting over de winst lager is dan het recht op WIR-premie. Om geen nadeel van de wijziging te ondervinden dient de winst structureel een omvang te hebben van 30% van de investeringen. Voor een aantal specifieke groepen heeft de afschaffing van de negatieve aanslag in de WIR verstrekkende consequenties. De Nederlandse land- en tuinbouw derft straks naar schatting jaarlijks zo'n f 200 miljoen aan WIR-premie. Door de sterk fluctuerende resultaten kan dit het ene jaar

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 6