JRH Het congres gaf me nog een andere, ditmaal haast benauwende, indruk. Er is nl. een klemmende kwestie, die ai ie landen op de wereld gemeenschappelijk hebben. Een afzonderlijk land kan hem niet alleen oplossen, want hij moet eigenlijk mondiaal of althans supra-nationaal, bij voorbeeld door de EG, in het reine worden gebracht. Hoe? Dat is de vraag. Feit is, dat internationaal de markt voor landbouwpro- dukten ernstig is verstoord. Herstel van evenwicht op die markt is een zaak van gro te importantie. Het raakt de toekomst en zelfs de bestaansmogelijkheden van vrijwel ieder landbouwbedrijf. Minister Braks ging er in zijn toespraak diep op in. De analyse van het Groenboek van de EG-Commissie onderschrijft hij: 'Ervaltwei- nig tegen in te brengen'. De keuze moet op een meer op de markt ingesteld prijsbeleid vallen. Verdere contingentering moet wor den afgewezen, want dat zou ons nog ver der van de realiteit van de markt verwijde ren. De huidige superheffing in de zuivel heeft ook nog niet geleid tot voldoende marktevenwicht. Braks ziet wei kansen in stimulering van de afzet en in kostenbeheer sing. Zolang de markt overvoerd is, zijn lage re prijzen voor de boeren onontkoombaar. Hij meent ook dat binnen de EG-Commissie gesproken moet worden over een vrijwillige gemeenschappelijke opkoopregeling voor melk, zodanig dat die heffingvrije melk niet opnieuw wordt uitgegeven. Je voelt aan dit soort opmerkingen dat het om zeer ingewik kelde zaken gaat, die rechtstreeks voor de individuele boer en tuinder van belang zijn, in de portemonnee worden gevoeld. Inko menstoeslagen? Dat kan volgens Braks de pijn wat verzachten. Maar de kosten kunnen snel uit de hand lopen. Moet het geld uit de EG-gemeenschap komen of uit nationale middelen? Het zal nog veel tijd vragen dit al les nader uit te werken en eigenlijk is er al heel weinig tijd gezien het overschotpro bleem. Ook Lard/no/s wil geen verdere contingente ring. Stel geen grenzen aan de groei van de produkt/e, maar zie een betere aanpassing te verkrijgen bij de vraag, zowel op de EG- markt als op derde-landenmarkten. De con sequentie zal wel zijn, volgens Lardinois, dat de efficiënte bedrijven in beter gestructu reerde regio's eerder een marktgerichte prijspolitiek zullen overleven, dan minder ontwikkelde bedrijven in moeilijker gebie den voor land- en tu/nbouwprodukten. Toch is hij om meer dan één reden niet al te som ber over de toekomst van de Europese land bouw. De aanpassing van het beleid zal niet abrupt, maar geleidelijk dienen te verlopen. Daar moeten we ons maar op gaan instel len. Ook de banken moeten er zich op prepa reren, want het zal ook voor hen consequen ties hebben. Beide sprekers, minister Braks en Lar dinois, wezen op de spanningen die er in en met de Amerikaanse landbouw zijn. De handelsbetrekkingen tussen de Ver enigde Staten en de EG hebben een steeds grimmiger karakter gekregen, aldus Braks. De Amerikaanse export ontwikkelde zich negatief en daar gaat men door een gewij zigd beleid wat aan doen, desnoods met ex portsubsidies. De Verenigde Staten wijten hun kwalen aan de hoge exportsubsidies van de EG, terwijl de Europeanen de hoge dollarkoers als de schuldige aanwijzen, al thans wat de teruglopende exportprestatie van de Amerikanen betreft. Aan beide zij den staan we voor ingrijpende herzieningen van het landbouwbeleid. Moeten exportsub sidies algemeen worden verboden of zal er in GA TT-verband een passende leefregel uit de bus komen. Braks hoopt daarop, met na me dat de GA TT straks zal bewerken, dat ook in landen die met invoerrestricties wer ken, toch een minimum-import gegaran deerd zal worden. Essentieel is, dat de GA TT er in slaagt zo 'n verplichting bindend te ma ken. Om een handelsoorlog te voorkomen is het van groot belang dat er overeenstem ming wordt bereikt. Het aardige van zo 'n CICA-congres is, dat je inside-information krijgt. Ook van de 'ande re' zijde. De meeste indruk heeft ongetwij feld gemaakt de openhartige opening van zaken, die twee vertegenwoordigers van het Amerikaanse ECS IFarm Credit System) - de grootste financier van de landbouw in Amerika - gaven van de deplorabele toe stand van de agrarische bedrijven in hun land. Hun voorstelling van zaken klopte ge heel met wat in het aprilnummer over de Amerikaanse landbouw en het landbouw beleid is geschreven. De recente opleving in het Amerikaanse bedrijfsleven is geheel aan de farmer voorbijgegaan. In 1985 zullen de agrarische prijzen nog eens 10% zakken en het agrarisch inkomen zal 25 30% onder dat van 1984 liggen! De waarde van de grond daalde van 1981 tot 1985 in sommi ge streken bijna 50 Ongeveer 6 van al le farmers vertoont een negatieve netto waarde en a/s er geen hulp komt, komt daar ieder jaar nog 3 bij. Naar schatting zal momenteel bijna 50 miljard, d.w.z. 23 van de bestaande agrarische schuld, niet uit het inkomen kunnen worden afbetaald. Het ECS lijdt daardoor grote verliezen, 42 van de 359 aangesloten kredietverenigingen ver keren al in ernstige moeilijkheden, maar het ECS als geheel geloofde het tot vorige maand nog zonder regeringssteun (en con trole!) te kunnen redden. De situatie is ech ter in een dermate versneld tempo achteruit gehold, dat de ECS kort voor de aanvang van het CICA-congres verklaarde het niet meer zonder hulp van de Federale overheid te kunnen stellen. Commerciële banken, die agrarische financieringen verrichten, heb ben het zacht gezegd ook niet makkelijk. Het aantal dat in moeilijkheden verkeert neemt nog steeds toe, evenals het aantal dat zijn deuren moet sluiten. Naar eigen woorden van één der inleiders is het een agrarische 'stress-situatie', die we reldwijde gevolgen heeft en zal hebben. Maar ook daar heeft men op langere termijn hoop. Nog niet voor de volgende twee of drie jaren, maar op het einde van de jaren tachtig zullen de 'overlevenden' - de efficiëntere bedrijven - in sterkere financiële conditie naar voren komen. Er wordt gewerkt aan een programma om de schulden te vermin deren, de marktwaarde van de grond te ver hogen en de produktie meer op de nationale en de buitenlandse vraag af te stemmen. Dit zijn enige, fragmentarische, aspecten die ik uit de C/CA weergeef. De individuele boer is vaak machte loos om zich tegen dreigingen als overpro- duktie, protectionisme, weersinvloeden, ho ge of lage valuta te beschermen. Maar het is goed te weten, dat vooral het accent gelegd wordt op het produceren voor de markt en dat dus het inkomen meer uit de markt zal moeten worden verdiend. De ontwikkelin gen in de EG en het zich wijzigende Ameri kaanse beleid wijzen er op. De gevolgen? Een harde sanering, op de manier waarop de Amerikaan van de 'survivors'- de overle venden - sprak, of een geleidelijke aanpas sing zoals wij in Europa gewend zijn en die Lardinois en, naar ik vertrouw, ook Braks voorstaat? Ik vermoed trouwens dat ook de Amerikanen niet op de drastische, harde toer willen gaan, want de farmer kun je in de Verenigde Staten niet massaal in de kou la ten staan. Hij moet de kans krijgen zich zelf aan te passen. Maar zo'n aanpassing zit er in, in de Ver enigde Staten en hier in Europa. De Neder landse boer en tuinder heeft er gelukkig er varing mee; hij is al jaren met zijn produkten voor een groot deel afhankelijk van de ex port. We mogen vertrouwen hebben, dat het hem ook nu zal lukken. Maar laten we ons, om met Lardinois te spreken, er wel vast op prepareren, dat land- en tuinbouw voor markt- en prijsveranderingen staan. Ook de Babobanken moeten zich daarop voorberei den, om zoals vanouds de boer en tuinder over financiële hobbels heen te helpen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 5