at ons bezighoudt. Garantiefonds goed ont vangen De negende Cijfers Trends gelanceerd Halfjaarcijfers banken: opgaande lijn, maar. De belangstelling voor de Rabobank Sti muleringslening is verrassend. Al in de kleine drie maanden voor de officiële intro ductie op 23 september jongstleden, wer den 130 aanvragen behandeld, waarvan de Regionale Beoordelingscommissies er 60 honoreerden. Gemiddeld was de ver strekking f 40 000 per aanvraag, op een totale investering van ca. f 280 000: een vermenigvuldigingsfactor van 7. Een re kensommetje leert dat met de f 40 miljoen van het Garantiefonds - goed voor zo'n 1000 ondernemers - een investeringsre servoir aangeboord kan worden van tussen een participatiemaatschappij, over zijn schouder meekijken. Dat betekent geen bemoeienis met de winst, maar gewoon de geldende marktrente voor een ondernemer die verder zijn handen vrij houdt. Dat een dergelijke formule het goed zal doen bij de Nederlandse ondernemer, blijkt uit de f 2,4 miljoen die eind september, ondanks de traditioneel rustige vakantieperiode en zonder promotie, al aan nieuwe Stimule ringsleningen was verstrekt. Gerelateerd bijvoorbeeld aan de f 80 miljoen die de 42 leden van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen tot op dit mo ment in 114 Nederlandse bedrijven heb ben geïnvesteerd, lijken inderdaad hoge verwachtingen voor de toekomst gerecht- de f 200 a f 300 miljoen. Dit was bij de in troductie onder meer de boodschap waar mee drs. H. H. F. Wijffels zich richtte tot de verzamelde pers en andere belangstellen den. De heer Wijffels plaatste het Rabo bank Garantiefonds nadrukkelijk in het licht van het economisch vernieuwings proces, dat naar zijn mening een noodza kelijkheid is, wil Nederland het huidige welvaartsniveau kunnen handhaven. Voor al nu het geboorte-overschot van starten de ondernemers weer stijgt, is een nieuw financieringsinstrument als de Stimule ringslening, met de achterstelling en de af- lossingsvrije periode van vijfjaar, van niet te onderschatten belang. Te meer omdat het groeiende hiaat in de financieringsmo gelijkheden van de (door)startende onder nemer daarmee voor een deel weer opge vuld wordt. 'Een duwtje in de rug', maar niet op basis van 'liefdewerk, oud papier', zoals Wijffels het uitdrukte, doelend op de commerciële gedachte, die naast de coö peratieve motivatie, ook achter het initia tief steekt. De Rabobank staat aan de kant van de ondernemer, maar wil niet, als bij vaardigd. De over het algemeen zeer posi tieve berichtgeving in de landelijke media, volgend op de introductiebijeenkomst, on derstreepte dat nog eens. Tegelijkertijd met de introductie van het Rabobank Garantiefonds vond op 23 sep tember de presentatie plaats van de nieu we uitgave van Cijfers Trends. Drs. A. G. M. Broeksteeg, hoofd Bedrijfstakon- derzoek, lichtte de uitgave in een korte in leiding toe. Het beeld dat daarin van het midden- en kleinbedrijf naar voren komt, duidt, een enkele uitzondering daargela ten, over de gehele linie op een keer ten goede. Het blijkt echter dat de investerin gen in vaste activa minder zijn gegroeid dan op grond van bijvoorbeeld de cash flow mogelijk zou zijn geweest. Veel be drijven hebben verkozen eerst een deel van de winst te reserveren om de scheefge groeide financiële verhoudingen recht te trekken. Daarnaast vormt de nog onzekere toekomstverwachting, met name het ont breken van voldoende vertrouwen in een duurzaam herstel van de afzet, een rem mende factor op het herstel van de investe ringen. In tegenstelling tot de Economi sche Verkenning Midden- en Kleinbedrijf 1 986 van het EIM, welke spreekt van een redelijke groei, komt uit de C &T een sta bilisering van de afzet van de zelfstandige detaillisten naar voren. Ook de minder ne gatieve ontwikkelingen in de bouw, waar op het EIM onder meer een lichte groei van de intermediaire leveringen baseert, kun nen op basis van de C T niet onderschre ven worden. Ondanks de opgaande lijnen die geconstateerd worden, komt uit de nieuwe uitgave van C T met name op de ze punten een wat minder expansief beeld naar voren. Het nog prille economische herstel in het midden- en kleinbedrijf lijkt in de eerste plaats gediend met de zekerheid dat de onder het huidige kabinet ingesla gen weg niet verlaten wordt. De afgelopen tijd hebben we naar aanlei ding van de publikatie van de halfjaarcij fers optimistische geluiden over de gang van zaken bij de banken vernomen. Som mige berichten in de pers ademden de sfeer van een ware hoera-stemming. De partijen op de effectenbeurs hadden daar op al een voorschot genomen: de koersen van de bankaandelen waren immers tot re cordniveaus gestegen. Door de media is vooral ingegaan op de ontwikkelingen die we kunnen aflezen uit de winst- en verliesrekening. Globaal kun nen deze als volgt worden geschetst. Door een groei van de baten die de toeneming van de lasten overtrof, kon een stijging van de brutowinst worden gerealiseerd. Dank zij deze ontwikkeling en een toevoeging aan de 'stroppenpot' die zich ongeveer op hetzelfde niveau bleef bewegen, resulteer de ondanks een hoger bedrag voor belas tingen een forse verbetering van de netto winst. Het beeld bij de Rabobankorganisatie is

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 2