Kassiers wisseling Nut en noodzaak van een forse reserve Crisis, oorlog en snelle groei uiJjJïi'iyJw kundig. In 1911 verscheen de tweede druk van het boekwerkje 'Modellen voor de Boekhouding'. Dankbaar daarvoor bestel de Genemuiden één exemplaar. Waar schijnlijk vlak voor de mobilisatie en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de voorzitter van de raad van toe zicht, de burgemeester van Genemuiden, benoemd tot burgemeester van Kamper veen, Zalk en Veecaten. Hij vertrok dus. Reeds in 1918 werden pogingen in het werk gesteld om te komen tot ene rege ling aangaande de salariëring van kassiers. Dit blijkt uit een schrijven van de Ring van Boerenleenbanken in het Oosten van Fries land. In Genemuiden werd deze brief voor kennisgeving aangenomen. Het zou nog tientallen jaren duren voordat dit moeilijke onderwerp opnieuw in studie zou worden genomen. In mei 1918 werd mej. J. G. van Dalfsen als hulpkassier benoemd. Dat werd wel nodig. Enkele maanden daarna bedroeg het batig saldo in rekening-cou rant met de centrale bankf 1 92 292,78'/2. Het werd ook noodzakelijk om over te gaan tot aankoop van een portefeuille tot ber ging van papieren kasgeld. Dat gebeurde in augustus 1920. In deze tijd nam de geldstroom hand over hand toe. Kassier Post overleed. Mejuffrouw Van Dalfsen wilde zijn functie wel overnemen mits Post Jr. dan haar assistent zou worden om tot opvolger van zijn vader te worden opge leid. Dit was overeenkomstig de wens van de overledene. Aldus werd de opvolging ook geregeld. De vergoeding aan de wedu we Post voor kantoorhuur en elektrisch licht werd vanaf 1 juli 1920 vastgesteld op f 100,- per jaar. Inmiddels was mejuf frouw Van Dalfsen tot kassier benoemd en weigerde mevouw Post, heel begrijpelijk, haar achterkamer als wachtkamer te laten benutten. Leiden in last! Moest dan maar tijdelijk een gedeelte van de gang daarvoor gaan dienen Daarover moest de ledenver gadering maar beslissen. Mevrouw Post, niet onwelwillend, ging ermee akkoord dat een deskundige met verbouwplannen ter tafel zou komen. En omdat in februari het saldo bij de centrale bank al f 263 722,48 was geworden, wat duidt op een gezonde groei van 'Genemuiden' werd tevens een nieuwe grote Lips brandkast gekocht voor f 855,-. Naast de Boerenleenbank, maar wel als dochter daarvan, werd in 1925 een afzon derlijke Stichting Spaarbank opgericht met een stichtingskapitaal van f 50,- dat door het bestuur werd overgedragen aan kassier mejuffrouw Van Dalfsen, die daar mee in feite een dubbelfunctie kreeg. Het oprichten van afzonderlijke Stichtingen Het in 1972 geopende kantoor van de Rabobank Genemuiden. Spaarbank door de plaatselijke Boeren leenbanken hield verband met het omzei len van de onoverzichtelijke bepalingen van de Zegelwet. De vraag uit de ledenver gadering wat toch wel het nut en de nood zaak van een forse reserve zijn, kwam haast jaarlijks ter tafel. In 1929 antwoord de de voorzitter dat een dergelijke vraag wel juist is, maar niet wegneemt dat zich in de loop der tijden toestanden kunnen voor doen die een grote reserve rechtvaardigen. Hij dacht terug aan de mobilisatie van 1914 toen vele bankinstellingen door pa niek van de spaarders bijna werden geruï neerd. Bovendien: bestuur en raad van toe zicht zijn actief bezig om een eigen bank gebouw te verkrijgen. Dat was het geval in of omstreeks 1932. Het gebouw ver scheen op de balans voor f 1 5 500,-, wel ke waarde volgens een deskundige nog veel te hoog was. Niet ontkend mag worden dat Genemui den, gezien de grote huisnijverheid en hoe veelheden biezen en andere materialen, zeer brandgevaarlijk was. Moeten de ver hypothekeerde panden dan niet tegen brandschade verzekerd zijn? De voorzitter antwoordde nogal nevelig dat deze pan den flink gewaarborgd zijn. Hoe, dat bleef in het midden. In 1938 was er nog sprake van contant geldverkeer. 'Kunnen de kos ten van bij onze bank ter incasso gegeven wissels niet verlaagd worden?' Zoals het een goed voorzitter betaamt, zal hij daar aan de nodige aandacht schenken. Het dertigjarig bestaan werd héél terecht, gezien de benarde economische omstan digheden, niet feestelijk gevierd. De leden kregen een 'feestgift' in de vorm van een zekere rentevergoeding. In 1 939 versche nen maar 30 van de 384 leden ter vergade ring. Zij kregen onder meer te horen dat door de bank geen vergoeding gegeven kan worden wanneer bij het verzilveren van coupons (door de centrale bank) fouten worden gemaakt. Een lid vond dat niet juist, want abuizen mogen daar zeker niet plaats vinden. Men mocht echter niet uit het oog verliezen dat op de centrale bank zeer veel coupons worden verzilverd, met dus een flinke kans op abuizen. 17 mei 1940. Nederland moest capitule ren. De bankzaken in de Utrechtse en Eind- hovense organisaties van plaatselijke Boe renleenbanken konden echter vrijwel on gehinderd voortgaan. Er was onder de le den en spaarders geen paniek en daarom kregen ook de Genemuider leden dank voor hun medewerking en vertrouwen. Er kwamen jaren van snelle groei, maar ook van grote moeilijkheden met de aanpas sing van de administratie, onder meer van wege de geldsanering. Er werden ook vele jubilea herdacht van hen die hun krachten gedurende lange jaren aan de bank gaven. Er werden verzilverde asbakken, verge zeld van oorkonden geschonken en het vijftigjarig bestaan van de bank werd ge vierd met schenkingen aan afdelingen van het Groene Kruis en andere feestelijkhe den, waarbij ook de schoolkinderen wer den betrokken. In april 1964 bleek dat de gedeponeerde spaargelden de tien miljoen gulden had den overschreden. Groot feest. Aan de aanwezige leden (45 van de 1 050) wordt een exemplaar van de levensroman van Raiffeisen aangeboden. Een zinvol gebaar. De mechanisering van de administratie was onstuitbaar. Dat had echter niets te maken met het verzoek aan de voorzitter om een voorzittershamer aan te schaffen, aangezien een asbak als zodanig nogal kwetsbaar is. De nieuwe bank werd ge opend op 24 mei 1972. Dit werd nog mee gemaakt door de ere-voorzitter Mr. Hos- pers, die kort daarna overleed. Het sa mengaan van de Utrechtse en de Eindho- vense organisaties nam snel vaste vormen aan en nu wordt het tijd om Genemuiden te verlaten, de bank die in september 1974 twintig personeelsleden had, waarvan ze ventien in Genemuiden en drie in Zwart sluis. Uw Terugblikker gaat nu in een ge heel andere richting banken bezoeken. TB.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 28