En nu naar Geelmuyen,
Gaellemuun, ofte wel
Genemuiden
Van Kampen en Wilsum aan de IJssel - waarover Terug-
blikker in de augustus-editie berichtte - naar Genemui
den aan het Zwarte Water is de afstand niet zo bijzonder
groot. Groot is echter wel het verschil in lotgevallen en
ontwikkeling. Het zou niet juist zijn om Genemuiden als
een onbelangrijke kleine plaats te beschouwen. Gene
muiden en zijn inwoners blazen niet hoog van de toren,
maar zijn wel terecht trots op hun 'Erfgoed der Vaderen'.
Dat 'Erfgoed der Vaderen' (naar de titel van een cultuur
historische studie door H. Beens) werd al lang voor onze
jaartelling bewoond, omdat zich daar een natuurlijke
hoogte bevond. De nederzetting, al in het jaar 500 ver
meld, was strategisch zeer gunstig gelegen aan enkele
riviermonden, waarover een belangrijk overzetveer werd
geëxploiteerd.
Van biezenmat naar
filtermat
26
oorheen lag Genemuiden aan
de grens van het omvangrijke
Flevomeer dat omzoomd werd
door dichtbegroeid veenge
bied waarin IJssel, Vecht, Eem
en andere rivieren uitmondden.
In de loop der tijden verander-
de dit in een groot open meer,
de Zuiderzee, aan de oostelijke oever waar
van, geheel onbeschermd, Genemuiden
lag. Dijkdoorbraken lieten duidelijk hun
sporen na. Zoals de ramp van 1916, die de
oevers van de Zuiderzee zwaar trof. Doch
in 1932 kwam de Afsluitdijk tussen Fries
land en West-Friesland gereed en werd de
Zuiderzee een tamelijk rustige binnenzee,
het IJsselmeer, waarvan door verdere in
polderingen steeds minder over is geble-
In hun jeugd leerden velen - voor zover zij
al iets over Genemuiden aan de weet kwa
men - dat deze plaats vooral bekend stond
om zijn biezenmattenindustrie. De 'bies'
die in de omgeving rijkelijk groeide, werd
grondstof voor een grote industrie - voor
een belangrijk deel huisindustrie - van bie-
zenmatten, die al vanaf omstreeks het jaar
1 700 werden geëxporteerd. Na de Eerste
Wereldoorlog werd de biezenmat verdron
gen door de cocosmat. De thuiswerker
Vroeger: drukte bij de biezenoogst aan de Bermsloot.