Het Kantoor-
automatiseringsbeleid
1985-1988
PC-PLUS is de produkt-
naam waaronder een snel
groeiend aanbod toepas
singen op de DEC-PC be
schikbaar zijn. Dit zijn on
der andere standaard
pakketten, subadmini
straties, cliëntgegevens
en besluitvorming onder
steunende modellen op
commercieel en finan
cieel terrein. In de Rabo-
bankorganisatie staan
thans 400 DEC-PC's.
MIRA is het eigen view-
datasysteem van de
Rabobankorganisatie.
500 Rabobanken zijn
reeds hierop aangesloten.
MIRA wordt allereerst ge
bruikt als informatiebank.
Verder wordt het ge
bruikt voor berichten, be
stellingen en berekenin
gen op een centrale com
puter.
SPRINTER is het systeem
voor elektronisch berich
tenverkeer van de Rabo
bankorganisatie. 540
Rabobanken zijn aange
sloten. SPRINTER zal in
de toekomst gebruik ma
ken van het Rabobank
Terminal Network.
De AUTOMATISERINGS
INFORMATIE DIENST ver
zorgt in 1985 2000 aan
vragen van gebruikers
om informatie uit de cen
trale produktbestanden.
Het aantal informatievra
gen verdubbelt ieder jaar
door het belang van be
stuurlijke informatie en
de toename van compu
ters bij de gebruiker.
Het ONDERSTEUNINGS-
EN SERVICE CENTRUM is
een gebruikersgerichte
afdeling van Rabobank
Nederland die (kantoor)-
automatiseringshulpmid-
delen (zoals PC-PLUS pro-
dukten, MIRA en SPRIN
TER), informatie en on
dersteuning levert aan
aangesloten banken en
afdelingen van Rabobank
Nederland.
gevens worden steeds belangrijker voor de
uiteindelijke gebruiksmogelijkheden van
lokale apparatuur en programmatuur. De
noodzakelijke vernieuwing van de centrale
gegevenssystemen zal echter veel tijd kos
ten, evenals de ontwikkeling van de hier
voor vereiste techniek. Helaas betekent dit,
dat grootschalige overdracht van gege
vens op geautomatiseerde wijze via een
netwerk (i.c. het Rabobank Terminal Net
work) pas in de latere fasen van kantoor
automatisering mogelijk kan worden.
Het Kantoorautomatiseringsbeleid van de
Rabobankorganisatie is gericht op het ont
wikkelen van een aanbod van kantoorauto
matiseringshulpmiddelen op drie organi
satorische niveaus. Deze drie niveaus,
ieder met een eigen automatiseringsbe
hoefte, zijn de individuele werkplek, het
kantoor binnen de bank (afdeling) en het
organisatieniveau. Met het organisatie
niveau bedoelen we de totale lokale bank
van waaruit ook de communicatie plaats
vindt met Rabobank Nederland en externe
relaties.
Het belangrijkste niveau is het kantoor
niveau. Immers binnen een kantoor vindt
veel onderlinge communicatie plaats en is
het nodig gemeenschappelijk dezelfde ge
gevens te gebruiken (bijvoorbeeld cliënt
gegevens en budgetgegevens).
Fase 1 van het Kantoorautomatiseringsbe
leid is een aanbod van kantoorautomatise
ringshulpmiddelen aan individuele func
tionarissen op werkplekniveau. Deze fase
is een formalisering van de huidige situa
tie. De Rabobankorganisatie heeft qua
aanbod in deze fase reeds forse stappen
gezet. Circa 180 Rabobanken bezitten al
één of meerdere DEC-PC's en kunnen
daarbij kiezen uit een 15-tal algemene en
specifiek bancaire PC-PLUS programma's
zoals tekstverwerking, het financieel mo
del bedrijven, begroting, safeloketten en
cliëntgegevens. Circa 500 Rabobanken
zijn aangesloten op het viewdatasysteem
MIRA en 540 Rabobanken gebruiken het
systeem voor elektronisch berichtenver
keer SPRINTER. Ten slotte verzorgt de Au-
tomatiserings Informatie Dienst dit jaar
circa 2 000 vragen om informatie uit de
centraal opgeslagen bestanden en zijn in
middels tevens circa 250 (niet-administra-
tieve) externe databanken (bijvoorbeeld:
bedrijfstakinformatie) te benutten. Naast
een verdere uitbreiding van het program
ma-aanbod houdt deze fase dus vooral een
geleidelijk verdere invoering van deze pro-
dukten in. Hierbij zal echter steeds de be
hoefte van de individuele Rabobank zelf
voorop staan.
Fase 2 richt zich op een aanbod van kan
toorautomatiseringshulpmiddelen op kan
toorniveau. In deze fase wordt de koppe
ling van PC-werkplekken op kantoorniveau
en een gemeenschappelijk gebruik van ge
gevens op kantoorniveau gerealiseerd.
Hiervoor zal de beschikbaarheid van de
centraal opgeslagen gegevens moeten
worden verbeterdDe prod ukten voor deze
fase zijn gepland voor 1986 en 1987.
Ten slotte zal de infrastructuur op organi
satieniveau worden verbeterd. Met name
de verbeteringen op dit niveau zijn erg af
hankelijk van de vorderingen op het gebied
van de grote databanken en het communi
catienetwerk.
Fase 3 zal zich richten op het meer efficiënt
beschikbaar maken van cliëntgegevens
binnen het kantoor van de bank en het op
KIK werkplekken bereikbaar maken van
deze cliëntgegevens. Ook andere PC-func-
ties op deze werkplekken zullen mogelijk
kunnen worden.
Fase 4 en volgende stappen richten zich
uiteindelijk op het verbeteren van de infor
matievoorziening van de bank in een situa
tie waarin de gegevensinfrastructuur
structureel is verbeterd en de ontwikkeling
van de op RTN (Rabobank Terminal Net
work) gerichte communicatieprogramma
tuur heeft plaatsgevonden.
Rendement
Resumerend betekent dit een ontwikkeling
waarbij iedere fase wordt gekenmerkt door
verbeteringen op de terreinen van gege
vens en communicatie, die op hun beurt
verbeteringen op programmatuurgebied
mogelijk maken. Kenmerkend voor kan
toorautomatisering is, dat we spreken over
een aanbod van hulpmiddelen, d.w.z. van
gereedschappen zoals een hamer en een
zaag. De bank zelf bepaalt of het aangebo
den gereedschap wordt afgenomen en hoe
het wordt benut. In ieder geval zal, voordat
een gereedschap wordt aangeschaft,
moeten worden berekend of dit de investe
ring waard is. Toch zal de mate waarin het
gereedschap wordt gebruikt, bepalen of na
enige tijd gesproken kan worden van een
terechte investering, ledereen kent het ver
schijnsel van wegroestend gereedschap.
De soms demagogische verhalen over
kantoorautomatisering suggereren dat
een kind ook op dit gebied de was kan
doen. Wereldwijd is thans de ervaring dat
dit tegenvalt. Investeren in kantoorauto
matisering betekent investeren in aan me
dewerkers beschikbaar te stellen tijd en in
vesteren in opleidingen. Ook betekent het
bewust sturen ten aanzien van de wijze
waarop kantoorautomatisering binnen de
bank wordt gebruikt.
Ook al wordt het wel eens gesuggereerd:
'doe het zelf' betekent bij kantoorautoma
tisering niet 'het gaat van zelf'.