Drietrapszekerheid voor cliënt
Onlangs - op 4 september -
was het zover. Het
Reglement van de
Geschillencommissie voor
het Bankbedrijf trad in
werking. Het heeft de
nodige tijd gekost om een
goede procedure tot stand
te brengen waar alle
betrokken partijen - de
verschillende banken en de
consumentenbond - zich in
kunnen vinden. De
Rabobank heeft in die
ontwikkeling een
werkzaam aandeel gehad.
staat hem sinds kort de weg open naar de
Geschillencommissie voor het Bankbedrijf,
het sluitstuk van de klachtenbehande
lingsprocedure.
De leden van de Commissie zijn op voor
dracht van het College van Overleg be
noemd op 1 5 mei 1985 door de President
van de Amsterdamse Rechtbank. De in
stallatie van de Commissie heeft plaatsge
had in het Utrechtse hoofdkantoor van
Rabobank Nederland op 28 mei 1985.
Dat gastheerschap is wellicht tekenend
voor onze eigen betrokkenheid bij de tot
standkoming van de commissie: het Colle
ge van Overleg, onder wiens auspiciën de
interbancaire klachtenprocedure werd
ontwikkeld stond toen onder voorzitter
schap van ir. P. J. Lardinois, terwijl mr. F. H.
Brust een leidende rol heeft gespeeld als
voorzitter van de interbancaire voorberei
dingscommissie die de regeling concrete
vorm heeft gegeven.
De voorbereiding heeft uiteraard de nodi
ge tijd in beslag genomen. Niet alleen om
dat overleggen met veel partijen nu een
maal veel energie en tijd vergt, maar ook
omdat er andere vormen zijn waarin een
De Geschillencommissie Bankbedrijf in vergadering bijeen. Op deze foto o.a. de voor
zitter, mr. C. J. van Zeben (links op de voorgrond); links van hem prof. dr. H. J. Pabbruwe en
prof. mr. H. Hondius, beide plv. voorzitters. Rechts op de voorgrond mr. V. C. Breed, als se
cretaris aan de Commissie toegevoegd.
et het aantreden van de
Geschillencommisie voor
het Bankbedrijf is in feite
de derde trap van de
klachtenbehandeling voor
particuliere cliënten ope-
WÊ rationeel geworden. We
roepen even het artikel in
de maart-editie van dit blad in herinnering,
waarin de interne klachtenprocedure werd
beschreven. Als een particuliere cliënt
meent dat de dienstverlening door de bank
niet naar tevredenheid werd verzorgd, dan
is de directie van die plaatselijke bank de
eerstaangewezen instantie om die klacht
te verhelpen. In de meeste gevallen zal dat
leiden tot een bevredigende oplossingeen
fout wordt hersteld; een misverstand
wordt opgelost.
Maar in de situatie waarin de cliënt meent
dat zijn probleem niet afdoende is behan
deld, bestaat de mogelijkheid de bemidde
ling in te roepen van de Klachtendienst van
Rabobank Nederland, de tweede trap in de
klachtenprocedure. Mocht ook die behan
deling binnen de daarvoor gestelde ter
mijn - 3 maanden - niet een voor de cliënt
aanvaardbaar resultaat opleveren, dan