Coöperaties in de Bourgogne r Wie over de Bourgogne praat, praat over wijn. Niet alleen geldt dit voor de wijnliefhebber maar ook de toerist is vertrouwd met de aanblik van de wijngaarden in het Bourgondische landschap. Dat de wijn daar een belangrijk middel van bestaan is, zal dan ook niemand verbazen. Toch vormt de wijneconomie niet de enige bron van inkomsten in de Bourgogne. Uit de verdeling van de beroepsbevolking blijkt, dat in de Cöte d'Or bijvoorbeeld nog slechts 10% in de agrarische sector werkzaam is. De primaire, de secundaire en de tertiaire sectoren nemen respectievelijk 15,5%, 35,9 en 48,6 voor hun rekening. De totale omzet aan wijn bedroeg in 1983 in geld uitgedrukt 5,3 miljard francs, waarvan 60 werd geëxporteerd. De wijneconomie vormde in 1983 met 35 een be langrijk onderdeel van de primaire sector. Het raadsel van de wijn *1 anneer we ons beper ken tot de wijnbouw, dan valt op dat de Bour gogne niet homogeen is. Het gebied is ver deeld in een aantal wijn- f^= streken. Achtereenvol- gens zijn dit van noord naar zuid: de Chablis (bekend om zijn dro ge witte wijn) en de Auxerrois in het depar tement Yonne; de Cöte de Nuits en de Cöte de Beaune in de Cöte d'Or (met bijvoor beeld wijnen als de Gevrey-Chambertin respectievelijk de Meursault); de Cöte Cha- lonnaise en de Maconnais in het departe ment Saöne et Loire; en tot slot de Beaujo- lais in het departement Rhöne. Onderling bestaan tussen deze streken grote ver schillen, niet alleen in kwaliteit, maarook in opbrengst. Hoewel de laatste jaren veel over de schei kundige kant van het ontstaan van wijn be kend geworden is, weten we nog lang niet alles. Goede druiven kunnen nog altijd een zeer matige wijn opleveren. Het proces, vi- nificatie geheten, voltrekt zich als volgt: de druiven worden gekneusd en geperst zo dat het druivensap vrijkomt. In grote gist- kuipen moet dit nu omgevormd worden tot wijn. Hierop vormt zich een harde laag van druivenschillen etc. die door het vrijko mende koolzuur boven komt drijven. Deze zogenaamde 'chapeau' moet voortdurend ondergeduwd worden. De juiste hoeveel heid suiker in de druif, die door de gisting in alcohol wordt omgezet, is sterk bepa lend voor het eindresultaat. Het verschil tussen rode en witte wijn ligt niet in de kleur druiven die wordt gebruikt maar aan het wel of niet toevoegen van druiveschil- len aan de gisting. Behalve dat op de drui- veschillen een groot aantal gistcellen hui zen, bevatten ze ook een bepaalde stof, ta- nine, die de rode kleur van de wijn veroor zaakt. Na de gisting, wanneer de vloeistof een alcoholpercentage heeft verkregen Vanuit onze achtergrond als coöperatieve bank komt een brede interesse voort in al wat met coöperaties van doen heeft. Ook dit artikel in het oktober (wijnmaand) nummer getuigt daarvan. Het werd geschreven door twee wetenschappelijk mede werkers van de Universiteit van Amsterdam en gaat nader in op het coöperatie wezen in de wijnbouw. Ter gelegenheid van het emeritaat van prof. J. H. van Stuij- venberg, hoogleraar in de economische geschiedenis, tevens lector in het coöpera tiewezen, werd door de Rabobankorganisatie een studiereis mogelijk gemaakt, die de auteurs onder meer de stof opleverde voor dit artikel.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 11