Marketingonderzoek voor het kleine en het beginnende bedrijf Soorten informatie en soorten onderzoek reaus zijn er in Nederland in veelvoud en met uiteenlopende specialisaties. Zij leve ren aan de bedrijven die zelf niet over het marketingonderzoekspecialisme beschik ken, naast de uitvoering van het veld werk (het enquêteren), veelal een volledig onderzoekpakket, dat ook de analyse kan omvatten. Het spreekt vanzelf dat een goede pro bleemstelling ook noodzakelijk is om een extern bureau adequaat te kunnen instrue ren. Anderzijds is het onderzoekbureau ook in staat de opdrachtgever bij het defi niëren van het informatieprobleem te as sisteren. 00° Omdat iedere markt weer uit deelmarkten, te onderscheiden segmenten of afnemers groepen bestaat, kan (en moet soms) de techniek en de uitvoering van het onder zoek per segment verschillen. Bepaling van de onderzoekdoelstelling is dan ook pas mogelijk indien inzicht is verkregen in de informatiebehoefte per deelmarkt of segment. Het gaat er bij het formuleren van de onderzoekdoelstelling niet altijd om vast te stellen wat een bedrijf allemaal al wél weet en wat het nog niet weet - het gaat er om wat het moet weten. Hoe groter een bedrijf, hoe groter de mo gelijkheid dat de informatieproblematiek ingewikkeld is. Immers veel produkten worden op meerdere markten afgezet. Maar wanneer een bedrijf klein is of net be gint, hoeft de markt waarop dat bedrijf werkt of gaat werken nog niet altijd door zichtig te zijn. Het tegendeel kan waar zijn: de markt kan (nog) volledig onbekend zijn en ook de complexiteit van de markt speelt een grote rol. De informatiebehoefte is doorgaans direc ter vast te stellen, maar daarmee is de in formatie op zich nog niet voorhanden. En toch is het belang van een adequate markt informatievoorziening even relevant als bij het grote bedrijf om op verantwoorde wijze op die markt te kunnen gaan opere ren. Immers ook voor kleine bedrijven, voor startende, doorstartende of innoverende bedrijven gelden criteria als continuïteit, winstgevendheid, cliëntgericht werken en markt-geïnformeerd zijn. Een veel gemaakte tweedeling in informa tiesoorten is die in kwantitatieve en kwali tatieve informatie. Kwantitatieve informa tie is informatie welke kwantiteiten aan geeft: de marktomvang, aantallen afne mers, marktaandelen, posities van het eigen bedrijf en de concurrentie, enzo voorts. Daarentegen is kwalitatieve infor matie, zoals het woord al zegt, kwalitatief van aard: daarin worden beoordelingen en meningen gegeven. Dat kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de waardering voor een model, een kleur of de associaties die een bepaalde produktnaam oproept of de invloed van een reclamecampagne. Na tuurlijk kunnen deze weer in cijfers worden uitgedrukt, maar hun oorsprong geeft niet een kwantiteit maar een kwaliteit weer van de markt, het produkt, de concurrentie of anderszins. Ook het onderzoek kan in deze beide categorieën worden verdeeld: kwantitatief onderzoek is dan, eenvoudig uitgedrukt, het 'neuzen tellen'; kwalitatief het optekenen van uitspraken, meningen, beoordelingen en dergelijke. Van de verschillende onderzoekmethoden zijn de meest voorkomende: het monde ling, aan huis, enquêteren; het telefonisch onderzoek, het schriftelijk onderzoek en diepgaande, langdurige vraaggesprekken, bijvoorbeeld in de vorm van groepsdiscus sies. Voor welke methode wordt gekozen is vooral afhankelijk van de reeds eerder genoemde probleemstelling. Bronnen Voorop moet worden gesteld dat lang niet alle onderzoek kostbaar hoeft te zijn. Desk research bijvoorbeeld, vergt vooral tijd, maar zelden grote financiële offers. Voor dat doel is veel interessante marktinforma tie tegen geen of slechts geringe kosten verkrijgbaar bij instanties als de Kamers van Koophandel, het CIMK, het CBS, de EVD, de ETI's, lokale en provinciale overhe den en nog vele andere instellingen. Instellingen als het CIMK, het KNOV en het NCOV verrichten ook zelf lokale onderzoe ken, al dan niet met inschakeling van marktonderzoekbureaus. De informatie welke deze onderzoeken opleveren zijn veelal tegen relatief lage kosten verkrijg baar. Vaak kan in deze onderzoeken met uw individuele informatiewensen rekening worden gehouden. Toch zal de ondernemer zich soms voor vragen gesteld zien, waarvoor een extern marktonderzoekbureau uitkomst zal moe ten bieden. Het aanbod van marktonder zoekdiensten is in ons land rijk en gescha keerd. De marktonderzoekbureaus hebben elk hun specialisme(n); de grote bureaus hebben veelal de diverse specialismen in diverse afdelingen of dochters onderge bracht. Een en ander betekent dat voor elk informatieprobleem een passend onder zoek kan worden uitgevoerd en dat daarbij een optimaal deskundig onderzoekbureau kan worden ingeschakeld. Voor een bedrijf dat niet over een marke- tingonderzoeker of een afdeling marke tingonderzoek beschikt is het moeilijk te bepalen of er een bureau ingeschakeld moet worden en zo ja welk bureau het meest in aanmerking komt. Ook hierover kan advies worden ingewonnen. De Neder landse Vereniging van Marktonderzoekers (NVM) verstrekt ter zake graag inlichtin gen*). Dat aan het inschakelen van een bureau kosten zijn verbonden spreekt voor zich: elke deskundigheid heeft immers zijn prijs. Zonder de betekenis van dat aspect kosten te willen bagatelliseren is een afweging van de kosten/baten van marketingonder zoek ook voor kleine of startende bedrijven toch alleszins de moeite waard. De vele marktonderzoekbureaus, waarvan er di verse ook gespecialiseerd zijn in onder zoek in werkgebieden van beperkte om vang, zullen hierover graag informatie ge ven. Een uitgebreide adressenlijst van de hier boven genoemde informatiebronnen is vermeld in de zojuist weer verschenen uitgave Cijfers Trends van de Rabobank. Zie ook het artikel hierover elders in dit nummer van Rabobank. Ten slotte geven ook de publikaties betreffende diverse be drijfstakken die de Rabobank regelmatig vervaardigt, nuttige informatie. Overigens, de meest elementaire vorm van marktonderzoek is het 'ogen en oren openhouden' door de ondernemer zelf. Ze ker bij het jonge en kleinere bedrijf staat hij dicht bij zijn klant en ontvangt hij signalen direct uit de markt. Later, als het bedrijf is uitgegroeid en een staf van verkopers het contact met de klant onderhouden, ligt dat anders. Dan zal de ondernemer meer moeite moeten doen om contact met de klant te houden om daar informatie op te doen. Vaker zal hij dan ook marktonder zoeken moeten instellen om zijn positie te peilen en kansen te beoordelen. NVM, Prinses Irenestraat 3 7, 1077 INV Amsterdam (020-4621 66)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 32