m. m.
I ft
4 b
Groothandel: goede tweede
Di ens tverl ening:
heterogeen
Keer ten goede
Meer bedrijven, minder faillissementen
den heeft het midden- en kleinbedrijf daar
nog geen adequaat antwoord op gevon
den.
Mogelijk onder druk van dit verlies van
marktaandeel is sprake van een toenemen
de belangstelling voor samenwerking, dan
wel intensivering van bestaande samen
werkingsverbanden. Zowel het aantal fran-
chiseketens als het aantal winkels aange
sloten bij een franchise-organisatie neemt
sterk toe, terwijl samenwerkingsverban
den als het vrijwillig filiaalbedrijf en in
koopcombinaties worden versterkt. Een
ontwikkeling die de komende tijd nog
voortgang zal vinden. Of dit voldoende zal
zijn om het tij van verlies aan marktaandeel
te keren zal de toekomst leren.
Evenals het midden- en kleinbedrijf in de
detailhandel heeft ook de groothandel te
kampen met de teruglopende binnenland
se bestedingen via de detailhandel. Deze
vormen echter slechts een deel (circa 30
procent) van de afzet van de groothandel.
De afhankelijkheid van de industrie is min
stens even groot, terwijl ook de directe ex
port (20 procent) en onderlinge leveranties
(20 procent) een rol spelen. Behalve de
binnenlandse bestedingen hebben daar
om de industriële produktie en de goede-
renuitvoer invloed op de totale afzet.
Ook de groothandel kon door dit alles pro
fiteren van de economische opleving met
een stijging van de afzet in 1984 van
zo'n 3%. Voor 1 985 wordt een toename in
dezelfde orde van grootte verwacht. Naast
de uitvoer en de leveranties van verbruiks-
goederen aan de industrie is dat te danken
aan de afzet van investeringsgoederen.
Per branche verschilt het beeld echter nog
al. De handel in hout en bouwmaterialen
kampt nog steeds met dalende verkopen.
De houthandel lijkt zich daarbij wat gunsti
ger te ontwikkelen onder invloed van de
doe-het-zelf markt. Er is echter sprake
van een structurele overcapaciteit. De
groothandel in machines en elektrische
apparaten profiteert zowel van de groei
van de export als van de investeringen in
outillage. Naar verwachting zal de afzet in
deze groep meer dan 6% toenemen. De
exporterende groothandel in siergewassen
(bloemen, planten, bloembollen) laat een
onverminderde groei van de uitvoer zien.
De dienstverlenende sector van het mid
den- en kleinbedrijf is een zeer heterogene
groep. In het algemeen kan woren gesteld,
dat de omzet in deze sector, met name in
de zakelijke dienstverlening, afhankelijk is
van de ontwikkelingen in de industrie en de
handel. De conjuncturele opleving heeft
daarom in 1 984 ook in de dienstverlening
een keer ten goede gebracht. Dit bleek
overduidelijk in het goederenvervoer. Na
dat het grensoverschrijdende vervoer al in
1 983 een stijging te zien gaf, sloot het bin
nenlands vervoer zich in 1984 bij deze
ontwikkeling aan.
In dit verband speelt ook de bufferfunctie
van het beroepsvervoer een rol. Zeker op
korte termijn wordt voor het opvangen van
een toename in de vraag naar vervoer de
beroepsvervoerder ingeschakeld. Pas in
dien de grotere vraag naar vervoer van lan-
i
gere duur blijkt te zijn, worden investerin
gen in het vergroten van de eigen vervoers
capaciteit overwogen. Het eigen vervoer
vertoonde in 1984 nog geen toename.
De verschuiving van eigen vervoer naar be
roepsvervoer bevat wellicht ook een per
manente kern. In toenemende mate richten
grootbedrijven zich op hun hoofdactiviteit
en worden de afgeleide activiteiten - waar
onder transport - uitbesteed.
Binnen transportondernemingen is juist
sprake van een trend naar verbreding van
activiteiten. Om in te spelen op de wensen
van het bedrijfsleven gaan transportbedrij
ven meer aandacht besteden aan de pro
cessen voor en na het fysieke distributie
proces (expeditie, op- en overslag en der
gelijke).
Een wat minder optimistisch beeld is weg
gelegd voor de horeca, een andere belang
rijke poot in de dienstverlenende sector.
Vooral de kleinere bedrijven in de dranken-
verstrekkende sfeer ondervonden nog de
weerslag van de lichte teruggang in de
besteedbare inkomens van de consument.
Duidelijk blijkt, dat het economisch herstel
in 1 984 een brede basis heeft gekregen in
het midden- en kleinbedrijf. Wezien, dat er
op een enkele uitzondering na sprake is
van een keer ten goede. Dit wordt ook be
vestigd door de toename van het aantal
niet-agrarische bedrijven. In 1984 steeg
het aantal ondernemingen met 1 3 000, te
genover nog 5000 in het jaar daarvoor.
Deze toename is het gevolg van een twee
tal ontwikkelingen. Allereerst mogen we
ons verheugen in een voortdurende daling
van het aantal faillissementen. Naar schat
ting zullen dit jaar nog ruim 4400 bedrijven
noodgedwongen hun deuren moeten slui
ten. In 1983 waren dat er nog meer dan
6200 (zie tabel).
Belangrijker voor de verklaring van de
groei van het aantal bedrijven zijn evenwel
de nieuwe ondernemingen, de starters.
Het aantal nieuwe bedrijven neemt de laat
ste jaren sterk toe. Waren er dat in de jaren
zeventig gemiddeld zo'n 1400 per jaar,
in de tot nu toe verlopen jaren tachtig is
ruim een vertienvoudiging van dit jaarlijks
gemiddelde tezien: 1 6.000 nieuwe bedrij
ven per jaar. Hiervan vallen er natuurlijk
ook veel af. We mogen ons echter verheu
gen in een behoorlijke netto toename, te
genover nog een afname in de jaren zeven
tig. Wij achten het echter van groot belang,
dat er ook in de komende jaren voldoende
nieuwe bedrijven bijkomen. Daarom moet
blijvend gewerkt worden aan een verdere
verbetering van het ondernemersklimaat.
Daartoe behoort ook een positieve hou
ding van de bevolking en met name van de
jeugd tegenover het ondernemen. Ons on
derwijs moet ondernemervriendelijker
worden. Leerlingen en studenten moeten
meer gewezen worden op de voor- en na
delen van het zelfstandig ondernemen. Dit
kan evenwel niet van de ene op de andere
dag veranderen; het zal een geleidelijk pro
ces moeten zijn. Ook wij zijn bereid het mo
gelijke daartoe bij te dragen. Het garantie
fonds is daarvan het bewijs.
Ondernemingen (per 1 januari x 1.000)
Industrie (exc. delfstoffenwinning)
Bouwnijverheid
Groothandel
Detailhandel
Dienstverlening
Totaal (exc. delfstoffenwinning)
Aantal faillissementen
raming
Bron: CBS
1983
1984
1985
44,1
43,6
44,8
39,9
38,9
39,2
51,7
52,6
54,4
103,7
102,6
103,3
202,1
208,8
217,9
441,5
446,5
459,6
6210
5078
4420*