Rabobanh Ondernemer fff ca o rZ xi xv PdMM de en gevraagd naar de ervaringen die an ders uitpakten dan vooraf was voorzien, antwoordden de gesprekspartners una niem: de administratie. Koning: 'Ik had mapjes met afschriften van de bank, de giro, een rekening van mijn vrouw, een aparte rekening voor lessen die ik geef bij het Bouwcentrum - dat doe ik erbij - een map van de verzekeringen. Ik had alles heel goed geordend, althans voor mijn gevoel. Als dan je administrateur komt om orde te scheppen, dan wordt je wel geschoold. Dat was een grote verras sing voor me.' Bij de zeefdrukkerij van Hermans is het ook lang zoeken geweest voordat men de ad ministratieve slag te pakken had. De gede legeerd commissaris heeft de twee onder nemers de discipline bijgebracht. 'Orders moesten bevestigd worden, zaken op een rijtje gezet, maar ook: nagaan in welke doelgroep je scoort en waar niet. Die admi nistratie is ook van belang als je bij de bank komt. Ik had best een goede relatie met de bank, maar nog geen vertrouwen dat de bank risico's zou nemen. Nu gaat al les - met cijfers ondersteund - veel ge makkelijker.' Hermans signaleert overigens nog een op vallend verschil tussen verwachting en realiteit: het schatten van de toekomstige afzet. 'Als je start zegt iedereen tegen je: bij jou gaan we bestellen, jij mag het maken, maar in de praktijk valt dat echt wel tegen. Het werk blijkt juist uit een andere hoekte komen. Die toezeggingen, daar koop ik niet veel voor.' Ook de markt kan een ander koopgedrag vertonen. Van Rooij daarover: 'Vooraf had ik mijn plan gebaseerd op de afzet van één type weefgetouw. Maar de praktijk wees anders uit: de markt nam vooral klei nere weefgetouwen op, als gevolg van de beperkte bestedingsruimte. In plaats van getouwen van f 2500,- a f 3000,- ver koop ik nu exemplaren van f 1500,- a f 1 700,-. Daarnaast blijkt er onder de ou dere jeugd ook een markt te bestaan voor types van zo'n f 400,-.' Anders dan verwacht was voor Van Doorn het maatschappelijkeaspect: 'Het omgaan met mensen in m'n omgeving is nu héél anders dan destijds toen ik hoofduitvoer der was. Mensen zijn soms nogal afgun stig. In loondienst reed ik precies dezelfde Mercedes, maar nu kijken ze me erop aan.' Ook een ander aspect roert hij aan: De groei is harder gegaan dan hij had voor zien. Bij de start was zijn verwachting 15 personeelsleden te hebben na 5 jaar. Nu, na 4'/2 heeft hij er al 21. 'Het klinkt raar, maar die groei was het ergste. Om die voor te kunnen blijven.' Met die opmerking is Hermans het hart grondig eens. 'Natuurlijk loopt niet alles exact volgens plan en dat betekent altijd datje meer geld nodig hebt dan je had verwacht. Als het tij delijk wat slechter gaat teer je op je liquidi teiten in, maar als het goed gaat kom je in nog ergere problemen: meer personeel, een grotere voorraad, een langere debiteu- renlijst.' Een laatste vraag: wat verwacht een begin nend of jonge ondernemer van de bank? Van Doorn: 'Als ik eerlijk ben tegenover de bank en ze zien dat je geen bokkespron- gen maakt en keihard werkt, dan verwacht ik wel vertrouwen. De bank moet wel de vinger aan de pols houden, maar ze moet je ook zeker een beetje supporteren.' Koning is het daar volkomen mee eens. Hij ver wacht bovendien naast de bancaire dien sten ook adviezen en informatie over rege lingen en ontwikkelingen. twintig jaar geleden een makkelijker start zouden hebben gehad. Als ik naar mezelf kijk: Ik zit nog niet op een inkomenspeil vergelijkbaar met een loondienstbetrek king. Maar dat komt er wel.' 'Het is een kwestie van bijten en vasthou den', zegt Hermans, 'en toch ook luisteren naarde mensen om je heen om de negatie ve punten uit je plan weg te halen.' Zo komen de sprekers op een aantal eisen, waaraan een ondernemer moet voldoen: zelfvertrouwen hebben; vastberaden op treden; luisteren maar ook je eigen plan voor ogen houden; zorgvuldig opereren; afspraken (ook interne) vastleggen; regel- De heren F. Hermans (rechts) en F. van Rheden (links), Hermans van Rheden Zeefdrukkers BV. Verzekeringen wordt door de discussiele den als een heel voornaam punt ervaren. 'Dat moet in vertrouwde handen zijn. Als ondernemer heb je geen tijd om je in die in gewikkelde materie te storten.' Maar de sprekers zijn er wel van overtuigd dat de bank dat goed zal regelen, al was het maar omdat de belangen van de bank dan ook veilig zijn. Ook het als klankbord fungeren wordt door de ondernemers geapprecieerd. Mis schien zou de bank haar relaties ook wat meer met elkaar in contact kunnen bren gen om op die manier de samenwerking tussen ondernemers te bevorderen. Een waarschuwing wil Van Rooij nog kwijt: 'De laatste tijd is er veel te doen voor en over jonge ondernemers, voorlichtings avonden, cursussen, brochures, boeken. Ik vind dat de zaak al snel mooier wordt voor gespiegeld dan het in feite is. Op veel geva ren wordt weliswaar gewezen, maar er ko men toch nogal wat verrassingen waar je in het geheel niet op gerekend hebt.' Van Doorn zegt in dat verband: 'Ik denk dat veel jonge ondernemers misschien zo'n CjV 4 XX ^X ^<X 5^ i 7C matig terugkijken, evalueren, nacalcule- ren; en ten slotte: stressbestendig zijn en weinig slaap nodig hebben.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 27