Garantiefonds:
een nieuwe weg
Instrumenten
De achtergronden van het
Garantiefonds worden in
andere artikelen van deze
editie uitvoerig belicht. Een
vraag die zich dan aandient
is: hoe werkt het in de
praktijk? Hoe verloopt nu de
besluitvorming in zo'n
regionale beoordelings
commissie. Bij enkele van
deze commissie
vergaderingen mocht de
auteur als gast aanwezig
zijn in verband met het
samenstellen van dit
speciale nummer van
Rabobank.
Garantiefonds: de helpende
hand
de systematische uitwerking van het idee
dat aan de start ten grondslag ligt. Met na
me de marktpositie en de marktbehoefte
worden nogal eens overschat. Een tweede,
vaak grotere, drempel is de financiering
van de onderneming. De startende onder
nemer heeft meestal alleen zijn eigen mid
delen ter beschikking. In de praktijk begint
dan ook meer dan de helft van de bedrijven
met uitsluitend eigen vermogen, al dan niet
aangevuld met leningen van familie en re
laties. Op zichzelf is dit een juiste financie
ringsmethode, omdat de kosten en risico's
van nieuwe initiatieven bestreden moeten
worden uit de eigen middelen. Lang niet al
tijd echter blijken de beschikbare financië
le middelen voldoende om de ontwikkeling
te voltooien. Daar bovenop komen dan nog
in veel gevallen de aanloopverliezen. Vaak
zullen daarom op zichzelf veel belovende
ontwikkelingen niet tot stand komen of in
een vroegtijdig stadium stranden.
Dezelfde problemen ondervindt ook de zo
genaamde doorstarter. Deze heeft de kri
tische startfase overleefd en heeft zodoen
de de nodige ervaring opgedaan. Door
aanloopverliezen is het eigen vermogen
minimaal. De mogelijkheden om een nieu
we (innovatieve) expansie te financieren
zijn dienovereenkomstig gering. Ook al
wat langer bestaande bedrijven kunnen
met deze problemen worden geconfron
teerd. Innovatieve activiteiten immers ver
gen dikwijls grote bedragen aan investe
ringen, die eerst na langere tijd rendabel
worden. Een periode van vijf jaar is heel
gebruikelijk. Traditionele externe financie
ringen zijn pas beschikbaar als de ontwik
kelingen zijn afgerond en de resultaten
zichtbaar worden.
De overheid heeft een aantal instrumenten
tot haar beschikking om de financierings
problemen van de startende of innoveren
de ondernemer te verlichten. De Innova
tiestimuleringsregeling (INSTIR) voorziet
sinds eind oktober 1 984 in een subsidieop
onderzoek- en ontwikkelingsloonkosten.
De regeling is echter zodanig, dat vooral
grote en middelgrote bedrijven daarvan de
vruchten plukken. Zo is voor een klein be
drijf in de vorm van een eenmanszaak of
vennootschap onder firma waar de onder
nemer niet op de loonlijst staat geen subsi
die op de loonkosten mogelijk.
Een belangrijk instrument in de financie
ring van nieuwe initiatieven is de Kredietre
geling Midden- en Kleinbedrijf 1 985, die in
de plaats is gekomen van de Kredietbe
schikking Midden- en Kleinbedrijf 1976.
Onder deze regeling kunnen ondernemers
onder bepaalde voorwaarden in aanmer
king komen voor door de staat gegaran
deerde kredieten. De regeling is onlangs
op 1 juli ingrijpend gewijzigd. Positief
daarbij zijn de maatregelen die versnellend
werken op de procedure. Daartegenover
staat echter een aantal veranderingen die
drempelverhogend werken voor met name
nieuwe bedrijven. In een vorige uitgave van
het maandblad werd er in dit verband al op
gewezen, dat aspirant-ondernemers eer
der hun plannen gedwarsboomd zullen
zien, hoe goed onderbouwd deze ook zijn.
Geen specifiek overheidsinstrument, maar
wel vermeldenswaard in dit verband zijn de
participatiemaatschappijen. Deze hebben
ten doel het verstrekken van risicodragend
vermogen in de vorm van participaties.
Ook participatiemaatschappijen echter
zijn vaak pas genegen tot deelname zodra
de ontwikkelingsfase achter de rug is en de
eerste resultaten zichtbaar zijn. Bovendien
hebben veel ondernemers er bezwaar te
gen, dat derden zich beleidsmatig met de
gang van zaken in hun bedrijf bemoeien.
Generieke fiscale instrumenten als de
voorraad- en vermogensaftrek zijn voor
startende en innoverende bedrijven uit de
aard der zaak nauwelijks interessant.
Overduidelijk is, dat de startende en inno
verende ondernemer in veel gevallen fi
nancieel in de kou staat. De enige middelen
waarover hij kan beschikken zijn eigen
middelen, die weer vaak ontoereikend zijn
voor nieuwe innovatieve activiteiten. De
noodzaak tot het stimuleren van nieuwe
ontwikkelingen is evenwel nog onverkort
aanwezig. Het zou daarom te betreuren
zijn, als op zichzelf goede plannen door
een gebrek aan financiële middelen niet tot
uitvoering gebracht kunnen worden. De nu
geïntroduceerde Stimuleringslening van
onze organisatie kan in zulke gevallen de
helpende hand bieden. Zoals de heer Wijf
fels elders in dit blad schrijft, zullen de ei
sen niet gering zijn. Aan de ondernemer
met nieuwe, goed doortimmerde plannen
wordt echter een kans gegeven.
Wat allereerst opvalt is een sfeer
van betrokkenheid van dege
nen die over de aanvraag be
slissen. Hier praten ondernemers over on
dernemers en ondernemingen. Over be
drijven, die een kans moeten hebben. De
starters en de doorstarters, die zonder dit
Garantiefonds niet aan de beurt komen. De
bankier blijft even thuis, de ondernemer
is aan het woord. Het gaat niet meer over
bancair financieren, maar in feite over
deelnemen. Over het aanvaarden van risi
co's die buiten het normale bancaire traject
liggen. Het Garantiefonds zorgt immers
voor een ten behoeve van alle crediteuren
achtergestelde lening. Deze lening gaat,
evenals het eigen vermogen van de onder
nemer, een bufferfunktie vervullen. Hier
door wordt mogelijk gemaakt, dat banken
en alle andere geldgevers kunnen fiancie-
ren, want de bankier eist nu eenmaal een