Sinds het midden van de
jaren zeventig vindt een
wereldwijde opleving van
protectionistische
ontwikkelingen plaats.
Enerzijds is dit opmerkelijk,
want tijdens de periode
1963-1983 ging elk procent
groei van de wereldhandel
gepaard met twee derde
procent groei van het reële
(voor inflatie gecorrigeerde)
wereldinkomen. Dit
onderstreept het belang
van een open, multilateraal
handelssysteem. Anderzijds
is de toeneming van het
protectionisme ook weer
niet zo verwonderlijk. Het
verschijnsel was een
onderdeel van intensieve
pogingen van nationale
overheden om door
ingrepen in marktprocessen
en omvangrijke
overheidsuitgaven de inko
mens en de werk
gelegenheid van hun
onderdanen zoveel
mogelijk af te schermen
van de niet geringe
verstoringen die de
wereldeconomie troffen.
j^= et uitstel van economische
eeee aanpassing werd voornamelijk
-- - aangeprezen als een 'tijdelijke
- adempauze'. Inmiddels drei-
i gen deze pauzes uit te groeien
tot een permanente bron van
economische stagnatie en ver-
starring, die nieuwe marktin-
grepen uitlokken. Niet langer gaat het en
kel om produkten waarvoor de handel van
oudsher vergaand is beperkt, zoals textiel,
kleding, schoeisel, staal en landbouwpro-
dukten, maar in toenemende mate betreft
het technologisch hoogwaardige goede
ren, zoals auto's, telecommunicatie-appa-
ratuur, elektronica, chemicaliën en phar-
maceutische produkten. Vele maatregelen
zijn gericht tegen Japan, gewoonlijk afge
schilderd als het zwarte schaap van de in
ternationale economische gemeenschap,
maar in feite het enige industrieland dat tij
dens de afgelopen jaren geen nieuwe han
delsbarrières heeft opgericht en zelfs een
reeks van bestaande handelsbelemmerin
gen heeft afgebroken of in de nabije toe
komst zal afbreken. Dit heeft echter niet
kunnen verhinderen dat het overschot op
de Japanse handelsbalans voortdurend is
toegenomen, in het bijzonder ten opzichte
van de Verenigde Staten. Dit was voor de
Amerikaanse Senaat in april jongstleden
voldoende aanleiding een wetsvoorstel in
te dienen, dat bij ongewijzigde aanvaar
ding kan leiden tot een invoerheffing van
20 procent op alle Japanse produkten. Ge
zien het huidige politieke klimaat in de Ver
enigde Staten is het waarschijnlijk dat de
regering Reagaln het komende najaar ge
dwongen zal worden handelsmaatregelen
tegen Japan te nemen.
Ook de ernstige conflicten tussen de Ver
enigde Staten en de Europese Gemeen
schap op het gebied van landbouwproduk-
ten, staal en buizen verscherpten zich. In
mei jongstleden werd de ernst van de si
tuatie onderstreept toen de regeringslei
ders van de vijf belangrijkste westerse lan
den in Bonn geen overeenstemming kon
den bereiken over de datum en de agenda
van een reeds lang geplande nieuwe ronde
van multilateraal handelsoverleg in het
kader van deGATT, deAlgemene Overeen
komst voor Handel en Tarieven. Dank zij
succesvolle voorafgaande ronden van dit
handelsoverleg zullen in 1988 de invoerta
rieven voor industrieprodukten zijn ge
daald tot het ongekend lage niveau van ge
middeld 6 procent. Dit succes van deGATT
wordt helaas overschaduwd door het
voortdurende onvermogen ook landbouw-
produkten, textiel, kleding en staal onder
deze akkoorden te brengen. De belemme
ringen, met name vormgegeven door het
Europese Gemeenschappelijke Land
bouwbeleid, het Multi-vezel Akkoord en
kartelovereenkomsten voor staalproduk-
ten, treffen in het bijzonder de ontwikke
lingslanden. Voor hen betekent een ruime
re toega ng tot de wereldmarkten voor deze
produkten een vanuit ontwikkelingsoog
punt welhaast historische springplank
naar groeiende welvaart. De handelsbe
lemmeringen treffen de ontwikkelingslan
den dubbelhard nu betalingsproblemen,
voortvloeiende uit hun buitenlandse schul
den, hen dwingen de uitvoer sterk te ver
hogen. De onzekerheid aangaande vol
doende toekomstige buitenlandse afzet
mogelijkheden vormt helaas een ernstige
belemmering voor investeringen in hun ex
portcapaciteit.
Groei van de uitvoer van ontwikkelingslan
den is van urgent mondiaal belang; de sta
biliteit van het internationale monetaire
systeem staat en valt hiermee. Toenemend
protectionisme kan schuldlanden dwingen
tot verzaking van hun betalingsverplichtin
gen, hetgeen tot een wereldwijde econo
mische en politieke catastrofe kan leiden.
Debiteurlanden en crediteurlanden ver
schillen van mening over de vraag hoe het
huidige systeem van internationale handel
verbeterd kan worden. De ontwikkelings
landen weigeren tot nog toe te onderhan
delen over de vooral voor de industrielan
den schadelijke belemmeringen van de in
ternationale dienstverlening (financiën,
transport, dataverwerking, communicatie
en toerisme). Zij eisen dat eerst de reeds
afgesloten GATT-akkoorden worden na
geleefd en dat de recentelijk ingevoerde
handelsbelemmeringen voor industriepro
dukten worden opgeheven. De delicate
situatie waarin de wereldeconomie zich
momenteel bevindt, vergt echter een mon
diale aanpak, waaraan enge nationale be
langen zowel van de ontwikkelingslanden
als van de industrielanden ondergeschikt
worden gemaakt. Zo niet, dan is een verder
afglijden naar anarchistische handelsprak
tijken onvermijdelijk, wat uiteindelijk zal
uitmonden in een handelsoorlog die louter
verliezers zal kennen.
Het nieuwe protectionisme
Handelsbelemmeringen hadden voorheen
in overwegende mate het karakter van
prijsverhogende invoertarieven. Recente-
lijkvindt echter een duidelijke verschuiving
naar zogenaamde non-tarifaire handels
belemmeringen plaats. Deze belemmerin
gen betreffen hoeveelheidsbeperkingen of
een verscherping van de voorwaarden
waaronder invoer kan plaatsvinden. De
meest gebruikelijke vormen zijn: 'vrijwilli
ge' exportbeperkingen; 'ordelijke markt-