Drie-in-de-pan tik De auteur en inzender van bijgaand artikel richt de aandacht op een drietal punten, die actueel in onze organisatie een belangrijke rol spelen. Hij serveert ze min of meer als één gerecht (drie in de pan), want hij ziet duidelijk het onderling verband tussen de drie. De heer Meijer is geen vreemde in de keukens van de Rabobankorganisatie, want hij is niet alleen voorzitter van zijn eigen plaatselijke bank, maar ook lid van de Centrale Kringvergadering en niet te vergeten voorzitter van de Kring Zuid-Dren- the. Het zal de lezer dan ook niet ontgaan, dat de auteur zijn eigen mening over 'zijn' drieledige gerecht ons niet onthoudt. Welnu, we mogen onze inzender misschien aldus samenvatten: Er is een goed gerecht toebereid, typisch Rabo, maar let op, the proof of the pancakes is in the eating. n 1 985/86 komen drie zeer belang- rijke onderwerpen ter discussie in de Rabobankorganisatie, diedefunda- menten van onze coöperatie raken, te weten: Ü|p het nieuwe salarissysteem voor directeuren; het coöperatief karakter van de Rabobankorganisatie; de rechtspositie directeur aange sloten banken. We kunnen ons afvragen of deze drie on derwerpen betekenen het inluiden van een nieuwe structuur voor directeuren, be stuurders en organisatie? Uit de salaris schaal bepalende factoren en mede door het flexibele salarisdeel blijkt, dat de direc teur meer dan voorheen zal worden beoor deeld naar de mate van zijn management- inspanning. De directeuren zullen beoor deeld worden door hun bestuurders en de t S. A. Meijer voorzitter Rabobank Dalen-Coevorden BA bestuurders zullen nog worden getraind om te kunnen beoordelen. Ik denk, dat dit voor beide partijen een ver andering zal betekenen. Zal de directeur straks een ander beleid gaan voeren, mede door aan relatiebeheer en relatieverdie ping een zwaarder accent te geven? De di recteur zal ongetwijfeld de gewichten waarop hij beoordeeld wordt duidelijker naar voren halen. Ik verwacht in dit opzicht dat het nieuwe systeem stimulerend zal werken. Om op de wegingsfactoren van in vloed te zijn, moet het beleid van de direc teur immers in de ogen van zijn bestuur duidelijk gekenmerkt zijn door doelstellin gen en door de wijze waarop het wordt uit gevoerd. Daarmee bedoel ik niet te zeggen dat de directeuren en bestuurders het in het verleden niet goed hebben gedaan, maar we zullen het nu waarschijnlijk an ders doen. Een goede training van de directeuren zal wenselijkzijn. Maarwiezijn wij als bestuurders? Straks moeten wij on ze directeuren beoordelen. Kunnen wij dat? Wij zullen voorlichting krijgen om te kun nen oordelen. Dit zal veel van ons als be stuurders vragen, want we zullen geheel objectief moeten beoordelen of onze di recteur al of niet een goede manager is en welke fouten kleven aan zijn management. Ik denk dat het niet goed is, als wij als be stuurders dit (de beoordeling) met een kor reltje zout nemen. Hebben wij zelf zoveel inzicht in het management om een direc teur daarop te beoordelen? Er zal van ons als bestuurders nog veel denkwerk en aanpassing worden gevraagd. De Rabobankorganisate heeft duidelijk in gezien dat wij ons niet te veel moeten be zighouden met het verleden, maar wel re kening houdend met dat verleden het oog vooral op de toekomst moeten richten. In het garantiefonds worden de woorden 'starters' en 'doorstarters' gebezigd. Nieu we begrippen, die duidelijk op een eigen tijdse beleidsaanpak van de werkloosheid wijzen. De mensen willen immers ook in onze dagen het liefst zichzelf kunnen red den en als het kan ook veel geld verdienen Daarom dan ook beginnen diverse mensen die werkloos zijn een eigen zaakje. Sommigen redden het niet, maar er zijn ve le anderen die het goed doen. Het is van de Rabobankorganisatie een zeer goede coö peratieve gedachte deze mensen te helpen en naar ik hoop met succes. Ook geeft de Rabobankorganisatie op deze wijze een stuk bescherming aan de arbeidsplaatsen. Het inkomen is niet altijd veilig te stellen, maar de arbeidsplaatsen kunnen met eni ge tegemoetkomende zakelijke steun dik wijls behouden worden. Ook dit is coöperatief denken en doen. Als iedereen gemotiveerd blijft meespelen in de organisatie, dan win je en kun je niet verliezen. Bij directeuren kunnen we spre ken van topmanagement, waarbij een goe de motivering van de medewerk(st)ers no dig en onontbeerlijk zal zijn. Daarom zullen we de drie genoemde onderwerpen niet geheel los van elkaar kunnen zien, want telkens zal de directeur, die onmisbaar is in onze organisatie ter sprake komen, zowel als het om ons coöperatieve karakter gaat als om zijn rechtspositie. Zelfs de mede- werk(st)ers kunnen we niet apart zetten in ons coöperatief karakter, want samen kun nen we veel. En als we niet goed samen werken dan is er geen coöperatie. Bij het karakter zullen we de oorsprong, waar we vandaan zijn gekomen goed in de gaten moeten houden. Het is zaak het karakteris tieke van onze banken in het heden te laten uitkomen en op eigentijdse wijze te laten doorwerken. Ook dat is beleid. 'Drie-in-de-pan', maar bij alle drie zal blij ken dat steeds de directeur een belangrijk persoon is. Wel zal er m i. nog meer duide lijkheid moeten komen omtrent de positie van de directeur. Daarover zullen de orga nisatie en de directeur(en) zelf zich moeten uitspreken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 32