30 innerde de voorzitter aan het tienjarig be staan van de bank; reden genoeg voor het lid E. Uitslag, om te vragen bij een volgen devergadering de leden koffieof bierteof- freren, maar daarover moest het bestuur toch nog wel eens nadenken. Een weinig feestelijk In april 1 923 werd kassier A. J. Westen berg voor vier jaar herkozen op een salaris van f 275,-. Op de volgende vergadering werd eer betoond aan de nagedachtenis van de heer Van der Hurk, directeur-hoofd inspecteur van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bankte Utrecht, één van destu- wende krachten bij de ontwikkeling van de voormalige Utrechtse Raiffeisenorganisa- tie. Op 6 mei 1935 opende de voorzitter van de raad van toezicht, de heer W. Meyer, de ledenvergadering en deed de toezegging dat op 3 maart 1 936 het 25 jarig bestaan van de bank 'een weinig feestelijk zal wor den gevierd'. Dat gebeurde inderdaad. Van de zeven personen die actief waren bij de oprichting als bestuursleden, leden van de raad van toezicht of kassier waren er nog vijf in functie. Vriendelijke woorden over en weer begeleidden het feestelijk herdenken van de toen nog welvarende, zelfstandige bank. Met Kampen bleef het goed gaan; ook Wil- sum maakte nog ettelijke goede jaren door tot omstreeks 1970 de kentering kwam. Op de ledenvergadering van 31 maart 1970 kon de heer P. Boer, voorzitter van Wilsums bestuur, nog redelijk optimis tisch zijn. Er waren problemen en - in 1 969 - een 'angstige stijging van het ren teniveau'. Maar men verwachtte ook een sterke groei in de rekening-courantgelden die 'een goede hoop voor het jaar 1 970 rechtvaardigden. 'Nieuwe problemen zul len zich aandienen, doch deze zullen, in sa menwerking met de centrale bank in Utrecht zeker opgelost worden'. Het jaar 1 970 werd inderdaad een bewo gen jaar voor Wilsum. Plotseling stierf kas sier H. de Velde die, na enkele moeilijke maanden, werd opgevolgd door de heer H. Palland. Dat was nog niet alles want in een gezamenlijk persbericht van de centrale banken te Utrecht en Eindhoven, dat in september verscheen, werd het samen gaan van beide organisaties aangekon digd. De oprichtingsacte van de nieuwe - ééngeworden - Coöperatieve Centra le Raiffeisen-Boerenleenbank, werd on dertekend. De bankWilsum breiddedeac- tiviteiten uit met het houden van zittingen in 's-Heerenbroek. De voorzitter deelde aan de leden mede dat het hoognodig tijd werd naar een extra administratieve kracht uit tezien. 'Botertjetot de boom' dus nog in Wilsum. Extra lasten In 1971 vermipderde het investeringsani- mo ten gevolge van een 'afzwakking van de conjunctuur'. De groei van de tegoeden op privérekeningen nam af, als gevolg van het verminderen van het aantal bedrijven dat de salarissen nog contant uitbetaalde. De éénwording van de beide centrale banken leidde tot een landelijke organisatie, die, naar men verwachtte, nog slagvaardiger dan voorheen zou kunnen worden. Dat had voor de aangesloten banken tot gevolg dat ter plaatse, aan de banken van 'Eindhoven' en van 'Utrecht', die voorheen als concur renten werkzaam waren, werd geadviseerd 'Broer en Zus' bij el kaar te brengen. Boven dien kwam er een Wet op de Jaarrekenin gen van Ondernemers die vérgaande eisen stelde aan het opstellen van de jaarreke ningen en het accountantsonderzoek daar van. Dit alles legde een extra last op de schouders van de heer Palland en me vrouw G. Frijlink die dit opgewekt en vol werklust hebben opgevangen. Helaas waren de bedrijfseconomische om standigheden en vooruitzichten voor de bank niet optimaal. De bank kampte met een hoge liquiditeit, waarbij kwam dat de uitzettingsmogelijkheden ter plaatse prak tisch tot nul waren gereduceerd. Geen wonder dat door een lid vragen werden ge steld over de gevolgen van dit alles voor de leden. Het antwoord daarop luidde dat, als de toevertrouwde middelen blijven stijgen en de beleggingsmogelijkheden vermin deren, naar andere wegen zal moeten wor den gezocht. Tijdens de rondvraag werd in 1973 door het lid G. Nijboer de vraag gesteld of de brieven van de bank aan de cliënten beslist in de, door PTT beschikbaar gestelde, brie venbussen gedeponeerd moesten worden. Véél vertrouwen had men blijkbaar toen niet en ook nu nog niet in die plastic groene bussen. Besloten werd dat de bankbrieven 'bij de mensen zullen worden afgegeven'. De karakteristieke Wilsumse dorpspomp.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 30