Planten biotechnologie Dierlijke biotechnologie Voedingsmiddelenindustrie In de plantenveredeling en de fokkerij zul len eventuele resultaten van met name de recombinant DNA-technieken nog lang op zich laten wachten. De genetische infor matie van planten en dieren is namelijk heel anders en complexer georganiseerd dan bij micro-organismen. Onder meer worden eigenschappen van planten en dieren vaak door meerdere genen bepaald, terwijl die van micro-organismen door één gen bepaald worden. Een ander probleem is dat, wanneer men in vitro (in een reageerbuis) erin slaagt het DNA van een planten- of dierencel te re- combineren, men deze nog tot een volledi ge plant of dier moet laten uitgroeien. Ten slotte staat het dan ook nog niet vast of de eigenschappen van de genetisch gemani puleerde planten of dieren erfelijk zijn. Dichter bij de planten en dieren staat de toepassing van bepaalde celtechnieken bij de vermeerdering zoals weefselkweek en embryotechnieken. In de plantensector vindt de zogenaamde weefselkweektechniek met name in som mige sierteelten (gerbera's, orchideeën, anthuriums, bromelia's etc.) toepassing. Hierbij worden cellen, afkomstig van een stuk blad, stengel of wortel van een gese lecteerde plant, in een reageerbuis aange zet tot groei en ontwikkeling tot een volle dige plant. De langs deze weg verkregen nakomelingen hebben het voordeel dat ze 100 procent raszuiver zijn en ziektevrij. De behoefte aan weefselkweekprodukten in Nederland wordt naar schatting voor on geveer de helft door invoer uit het buiten land (onder andere Engeland en België) gedekt. Nederland telt circa 27 bedrijven waar aan weefselkweek wordt gedaan. In theorie is het mogelijk om plantecellen in een kweekreactor aan te zetten om be paalde stoffen (hormonen, enzymen of afweerstoffen) te produceren. Tot nu toe worden deze stoffen verkregen door de plant te telen en deze waardevolle stoffen Met de moderne biotechnologie en geneti sche manipulatietechnieken worden er tot nu toe vooral in de medisch-farmaceuti- sche sfeer aanmerkelijke commerciële re sultaten gehaald. In de planten- en dier- veredel/ng zal dit naar verwachting nog wel enige tijd duren. Ter illustratie een voor beeld. Antilichamen (antistoffen) worden gevormd door bepaalde cellen (plasmacellen) die on der meer in de milt en lymfeklieren voor komen. Wanneer een vreemde stof in het li chaam terecht komt, bijvoorbeeld via een wond, gaat één van de miltcellen hiertegen een antistof produceren, die de vreemde stof isoleert. Elke cel van de milt is echter in prin cipe in staat slechts één soort antistof te pro duceren. Om een antistof in grote hoeveel heden zuiver te produceren, zou men dus eigenlijk die ene miltcel moeten vermenig vuldigen ofte wel 'klonen'. Buiten het li chaam hebben plasmacellen echtereen kor te levensduur, zodat de produktie van anti lichamen zeer beperkt is. Tot nu toe worden antilichamen in de farmaceutische industrie verkregen via onder andere konijnen of rat- uit het oogstmateriaal te extraheren. Dit is echter een tijdrovende en kostbare aange legenheid. Door middel van biotechnologi- sche technieken zal dit op een eenvoudiger en zeer waarschijnlijk goedkopere manier kunnen gebeuren. De grondstoffenpro- duktie kan zodoende onafhankelijk verlo pen van het aanbod van plantaardig en dierlijk materiaal. In de dierensector zijn naast embryotrans plantatie (ET) nieuwe vermeerderingstech nieken ook volop in ontwikkeling, waar onder het splitsen van embryo's (naboot sing éèneiige tweeling). Ook het ontwikke len van stoffen om het geslacht van em bryo's en zaadcellen te bepalen en van el kaar te scheiden is in gang. De ontwikkeling van hormonen om bij vrouwelijke dieren de tochtigheid en de drachtigheid kunstmatig te regelen en het aantal vrijkomende eicellen per ovulatie te béinvloeden, heeft sterk bijgedragen tot de toepassing van ET. Via deze techniek kun nen bij een koe per ovulatie meerdere ei cellen worden opgewekt. Deze kunnen door middel van kunstmatige inseminatie (KI) worden bevrucht. Na ongeveer 6 da gen worden de bevruchte eicellen uit de baarmoeder van de donorkoe gespoeld en na selectie overgezet op andere receptor koeien. Indien de donorkoe een topfokdier is (de receptoren hoeven geen topfok- koeien te zijn) dan kunnen in betrekkelijk korte tijd in plaats van één kalf per dracht meerdere nakomelingen van hoge geneti sche kwaliteit worden geproduceerd Op deze manier kan in een sneller tempo de kwaliteit van een veestapel worden ver hoogd. Voorlopig liggen de kosten ten opzichte van de opbrengsten van een gemiddeld kalf nog aan de hoge kant. Wat dit betreft is KI voorlopig goedkoper. In detopfokkerij waar veredeling wordt nagestreefd liggen de opbrengsten veel hoger dan de kosten van een ET-behandeling. Deze bedragen ten. Deze worden met een bepaalde vreem de stof besmet. Het natuurlijke afweerme chanisme van het dier gaat hiertegen een antistof produceren. Deze antistoffen wor den nu uit het bloed gehaald en gezuiverd. Met behulp van de moderne genetische manipulatietechnieken wordt bijvoorbeeld de miltcel die het specifieke antilichaam produceert, gefuseerd met een kankercel. Door deze fusie ontstaat er een nieuwe cel (een hybride) die de kenmerken heeft van de kankercel (oneindig te delen) en die van de miltcel (produceren van antistoffen). De ze combinatie van eigenschappen maakt het mogelijk in een 'reageerbuis' een steeds doorgroeiende cellijn op te kweken die voortdurend antistoffen blijft produceren. De langs deze weg verkregen antilichamen zijn in tegenstelling tot die van de traditione le methode zeer zuiver en goedkoper. In dit artikel wordt ingegaan op de betekenis van biotechnologie en genetische manipulatie voor de land- en tuinbouw en de agrarische industrie in het algemeen en de positie van de ontwikkeling in Nederland in het bij zonder. circa f 2500,-, waarvoor drie extra kalve ren worden verkregen. ET is derhalve aan trekkelijk. Volledigheidshalve moet wor den opgemerkt, dat naast de ET-behande- lingsuitgave nog andere kosten gemaakt worden, zoals de kosten in verband met de receptorkoeien. ET wordt uitgevoerd door de ETH, een coöperatieve vereniging, waarvan bijna alle Kl-verenigingen van Ne derland lid zijn. In het seizoen 1 984/85 be droeg het aantal ET-behandelingen in ons land naar schatting 600, in de voorafgaan de periode was dit aantal nog 414. In de naaste toekomst lijken nieuwe ont wikkelingen op het gebied van embryo technieken te kunnen leiden tot verlaging van de kosten en tot vergroting van de toe passingsmogelijkheden. Onder meer kan genoemd worden: verhoging van de eicelproduktie, de in vitro rijping en bevruchting van ei cellen en de ontwikkeling van embryo's tot transplanteerbare embryo's, verfijning van de conserveringstechnie ken (invriezen en ontdooien) van em bryo's. De mogelijkheden voor het oprichten van een embryobank waar de boer op elk mo ment elk gewenst jong dier zou kunnen verkrijgen/verkopen ligt dan in het ver schiet. Ten slotte kan nog worden opge merkt dat de boven beschreven embryo techniek zijn toepassing vooral in de rund veehouderij vindt. Voor de varkenshouderij kan het sexen van sperma daarentegen van belang zijn om de produktie van beren te beperken. In de voedingsmiddelenindustrie, waar veelal gebruik wordt gemaakt van bacte riën, schimmels en enzymen om allerlei voedingsmiddelen waaronder ook zet meel, kaas, lactose, suiker en alcohol te maken, worden met de ontwikkeling van biotechnologie de verwerkingsmogelijk heden vergroot. Met behulp van nieuwe soorten micro-organismen en hulpstoffen lijkt langs kortere wegen de verwerking ef ficiënter te kunnen plaatsvinden, waardoor de verwerkingskosten kunnen worden ver laagd. Ook de valorisatie van landbouwaf vallen behoort tot de nieuwe mogelijkhe den. Er liggen ongetwijfeld kansen om bij voorbeeld zetmeel uit granen en aardappe len, en suiker uit bieten verder te verwer ken. Met andere woorden er dienen zich nieuwe mogelijkheden voor afzet van land- bouwprodukten aan. Bij de verdere verwerking van bijvoorbeeld zetmeel en suikers ligt de keuze tussen produkten met een hoge meerwaarde (bij voorbeeld polymeren) of met een lage meerwaarde (energiedragers en zoetstof fen). De marktmogelijkheden voor hoog waardige produkten zijn over het alge meen echter beperkt. Met anderewoorden als men denkt grote hoeveelheden land- bouwprodukten te willen verwerken, dan zal men dit vooral in laagwaardige bulkpro- dukten (onder andere energiedragers en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 16