'Roll-over'-kredieten in Neder/and Aantrekkelijk instrument over'-techniek ook op de Eurovajutamarkt werd geïntroduceerd. Aangezien hier geen beperkingen door Centrale Banken werden opgelegd, zoals op de nationale geld- en kapitaalmarkten, groeide het aantal op deze leest gecon strueerde leningen zeer snel. De opzet van een 'roll-over'-krediet laat zich het best omschrijven als: 'een voor een vaste perio de verleend krediet, waarvan de te bereke nen rente variabel is en periodiek opnieuw wordt vastgesteld'. Voor de Eurovaluta markt moeten we in dit geval uitgaan van de meest gangbare depositolooptijden, namelijk 3 en 6 maanden. Als wij met deze gelden een lening aan een onderneming willen verstrekken met een looptijd van, zeg, vier a vijf jaar, dan is het duidelijk dat het risico groot is, dat de rentetarieven gedurende deze periode sterke wijzigingen ondergaan. Het risico van sterk wisselende renten komt in deze constructie bij de debiteurte liggen en niet bij de bank. De cliënt dient zich hier wel de gelijk rekenschap van te geven. Banken die op basis van deposito's in Eurovaluta's za ken doen, noemt men Eurobanken. De ren te, die aan de cliënt voor een Eurovaluta- lening in rekening wordt gebracht is geba seerd op het LIBOR-tarief. Dit laatste-vol uit de London Inter Bank Offered Rate - is de rente die de grote Eurobanken betalen op de Londense geldmarkt. Over het alge meen is de rentevergoeding op deposito's met een korte looptijd lager dan die op deposito's met een langere looptijd, aan gezien de door de korte looptijd verkregen hogere liquiditeit, vermindering van risico en dientengevolge een lagere risicobelo ning met zich mee zal brengen. Bovenop het LIBOR-percentage wordt een bepaalde opslag gelegd (die in vaktaal de 'spread' genoemd wordt), die mede afhankelijk is van de financiële status van de debiteur en zijn land van herkomst. Als reeds eerder aangegeven, zal de rente op deposito's met een tamelijk korte loop tijd in het algemeen lager zijn dan die op deposito's met een langere looptijd. Daar deze rente tevens wordt gebruikt als uit gangspunt voor de rentebepaling van het 'roll-over'-krediet, zal hiervan dus ook de rente onder normale omstandigheden la ger uitvallen dan die van een lening met een lange, vaste, looptijd tegen vaste ver goeding. Enige zaken die nog van belang zijn bij het aangaan van een 'roll-over'-krediet, zijn de zogenaamde availability of beschikbaar heidsclausule en de multicurrency-clausu- le. De eerste clausule houdt in dat als de kredietverlenende bank op het moment van renteherziening niet meer in staat is om in de gewenste omvang, looptijd of va luta, deposito's aan te trekken, wijziging of zelfs ontbinding van de leningsovereen komst mogelijk is. De multicurrency-clau- sule houdt in, dat de valuta waarin de le ning verstrekt wordt variabel is; de ene va- I luta kan eventueel worden omgezet in de andere. Deze extra mogelijkheid kan de cliënt van pas komen bij het afdekken van zijn valutarisico's. Het spreekt vanzelf dat de 'roll-over'-con- structie na bewezen te hebben over een aantal positieve kanten te beschikken, op bruikbaarheid in de Nederlandse situatie getoetst werd. Tot een tiental jaren gele den kenden wij in principe slechts een tweetal kredietvormen, te weten: het krediet in rekening-courant; de lening tegen een vaste rente. De door de banken vergaarde middelen, in de vorm van spaartegoeden, deposito's enzovoorts, werden, met een zekere op slag, uitgezet in een van deze twee uitzet- tingsvormen, waarbij door de bank de no dige aandacht werd besteed aan de zoge naamde 'looptijden-matching'. Met ande re woorden, men poogde kort aangetrok ken gelden ook weer voor korte termijn uit te zetten en lange spaargelden op een ter mijn die qua looptijd daarmee overeen kwam. Door banken aangetrokken midde len zullen op zo kort mogelijke termijn weer rentegevend moeten worden uitgezet; de eerste eis voor een rendabel bankwezen. Zijn er in eerste instantie geen cliënten te vinden die direct behoefte hebben aan le ningen of kredieten, dan wordt onmiddel lijk gekeken of behoefte aan gelden wél bestaat bij collega-banken. Via hun bij de Nederlandsche Bank aangehouden reke ningen gaat een aanhoudende stroom van gelden van de ene bank naar de andere, de zogenaamde interbancaire geldmarkt, ten einde te voorkomen dat gelden renteloos op een tegoed bij de Nederlandsche Bank zullen blijven staan. Uitzettingen van de ene bank bij de andere vinden meestal plaats in devorm van interbancairedeposi- to's met een looptijd tussen een dag en een jaar. Ook in Nederland gevestigde kantoren van buitenlandse banken betrokken de voor hun kredietportefeuille benodigde gelden van de interbancaire depositomarkt en wa ren, door het gebrek aan spaarders, in aan zienlijk mindere mate dan hun Nederland se collega's in staat langer lopende midde len aan te trekken. Hoewel dit beperkingen in de kredietverlening met zich meebracht, waren deze banken door toepassing van het 'roll-over'-principe wél in staat om te gen een lager tarief dan de Nederlandse banken leningen aan te bieden. Aanvankelijk werd door buitenlandse ban ken met korte geldleningen, dezogenaam- de vaste voorschotten, gewerkt, een tot dan toe in Nederland vrijwel onbekend fe nomeen. Hierna werd om dezelfde redenen als die, welke de introductie van het 'roll- over'-principe in de Eurovalutamarkt be werkstelligden, in Nederland door buiten landse banken deze systematiek toegepast bij leningen op middellange termijn. Hoe wel de opzet in de Nederlandse guldens- markt in principe gelijk is aan die in de Eurovalutamarkt, zijn toch enkele niet on belangrijke verschillen aan te wijzen. Al lereerst is het uiteraard moeilijk te verteren voor een Nederlands bedrijf dat er in Ne derland bij een financiering in guldens een beschikbaarheidsclausule wordt inge bouwd. Het beschikbaarheidsprobleem wordt daarom in dit geval nadrukkelijk bij de banken neergelegd. De Nederlandse banken, die zich op hun thuismarkt beconcurreerd zagen door bui tenlandse banken met door henzelf aan deze banken uitgeleende gelden, kenden het beschikbaarheidsprobleem in aanzien lijk mindere mate doordat zij konden be schikken over de gelden die door de tradi tionele spaarders bij hen waren uitgezet. Aangezien 'roll-over'-financieringen alsfe- nomeen voldoende belangstelling onder vonden, werd doorde Nederlandse banken een zeer sterk wapen in destrijd geworpen, namelijk de mogelijkheid om, naar keuze van de debiteur, het rentepercentage op de aanpassingsdatum, de zogenaamde 'roll- over'-datum, opnieuw voor een korte periode vast te stellen, dan wel te fixeren voor de rest van de looptijd van de lening. Met name deze laatste mogelijkheid blijkt een zeer aantrekkelijk onderdeel van de door de bank uit te brengen offerte. Het 'roll-over'-principe heeft zich als finan cieringsinstrument een duidelijke plaats op de markt veroverd. Internationaal speelt het een grote rol, daar banken de mogelijk heid hebben een veel grotere markt te be naderen dan de nationale markt met haar beperkingen en meestal kleinere omvang. Voor de geldnemers is deze wijze van fi nanciering aantrekkelijk door de in het al gemeen lagere rente dan die op de kapi taalmarkt en het feit dat de tarieven door een grote internationale concurrentie op een reëel niveau liggen. Dit laatste aspect doet zich met name voor sinds de Japanse banken, in oktober 1974, toestemming kregen zich weer met 'roll-over'-financie ringen bezig te houden. Deze banken pro beerden ten koste van de'spread', zich een plaats op de markt te veroveren, hetgeen de tarieven, uit het oogpunt van de debi teur, ten goede kwam. Bovendien speelt de mogelijkheid van omzetting in een andere valuta in het kader van de multicurrency- clausule, een aantrekkelijke rol. Op de Nederlandse markt spelen, met uit zondering van zaken als multicurrency- en availability-clausules, dezelfde achter gronden, met als kanttekening dat de mo gelijkheid van rentefixatie, die door de Ne derlandse banken worden aangeboden, een zwaarwegend en door de geldnemers als positief ervaren argument is. Door het soort instanties dat zich op deze markt manifesteert, dient echter wel rekening te worden gehouden met het feit dat het hier uitsluitend transacties met een groot volu me betreft. Kleine partijen treft men hier nauwelijks aan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 14