Een wettelijke vereiste om in op de Ameri
kaanse markt verkochte auto's meer Ame
rikaanse onderdelen te verwerken, zal in
1 991 leiden tot ongeveer 58 000 extra ar
beidsplaatsen in de Amerikaanse automo
bielindustrie. Daartegenover staat een ver
lies van ongeveer 432 000 arbeidsplaat
sen als gevolg van prijsstijgingen, lagere
economische groei en afnemende activi
teiten rond de invoer, de verkoop en het
onderhoud van geïmporteerde auto's. De
'vrijwillige exportbeperkingen' die de Ver
enigde Staten afsloten met Japanse auto
mobielfabrikanten, leidden tot een reus
achtige inkomensoverdracht van de Ame
rikaanse consument naar de Japanse auto
mobielfabrikanten. De restricties beteke
nen een gemiddelde prijsstijging van 1 300
tot 1 600 dollar per geïmporteerde Japan
se auto, terwijl de maatregelen de Ameri
kaanse automobielfabrikanten in staat
stellen een prijsstijging van gemiddeld
650 dollar per auto in hun zak te steken.
Als gevolg van geringere concurrentie kos
ten identieke auto's in Groot-Brittannië ge
middeld 50 procent meer dan in bijvoor
beeld de Benelux. De Amerikaanse invoer
beperkingen voor staal geven Japanse
staalfabrikanten een extra jaarlijkse winst
van 200 miljoen dollar; de helft van hun
jaarlijkse uitgaven aan onderzoek naar en
ontwikkeling van nog efficiëntere produk-
tiemethoden. De hogere binnenlandse
staalprijzen in de Verenigde Staten werken
door in de prijzen van vele andere produk-
ten. De consument betaalt een hard gelag.
Protectionisme hoeft dus lang niet zo na
delig te zijn voor het buitenland als ge
woonlijk wordt verondersteld. In het geval
van hoeveelheidsbeperkingen slagen bui
tenlandse producenten er in produkten
met een hogere toegevoegde waarde te le
veren en worden tot de verbeelding spre
kende winstmarges gehaald.
De voorbeelden tonen het ware gezicht van
protectionisme. Protectionisme schept
geen welvaart en werkgelegenheid, doch
herverdeelt welvaart en werkgelegenheid
en pleegt daarop tegelijkertijd een aanslag.
Beschermde sectoren winnen op de korte
termijn, ten koste van de onbeschermde
sectoren en de consumenten. Berekenin
gen geven aan dat in 1 981 de kosten van
invoerbelemmeringen in de Verenigde
Staten ongeveer 255 dollar per hoofd van
de bevolking bedroegen, ofte wel 59 mil
jard dollar voor de gezamenlijke Ameri
kaanse consumenten. De kosten van pro
tectie, intermenvan hogereconsumenten-
prijzen, bedroegen 6 maal de loonkosten
per beschermde baan in de Amerikaanse
televisie-industrie. Soortgelijke verhou
dingsgetallen voor de schoenindustrie,
staalindustrie en de autoindustrie bedra
gen respectievelijk 9,3, 3,5 en 3,6. Dit be
tekent dat opheffing van de betreffende ar
beidsplaatsen en doorbetaling van de lo
nen aan de getroffen werknemers uit be
lastingmiddelen voor Amerika als land een
veel voordeliger zaak zou zijn. Een correcte
tegenwerping is dat arbeid meer belangrij
ke aspecten heeft dan inkomensverwer
ving, zoals de vervulling van emotionele
menselijke behoeften door middel van ar
beidsprestaties, en dat daarom moet wor
den gestreefd naar een zo groot mogelijke
werkgelegenheid. Als we echter daarmee
rekening houden, komen handelsbelem
meringen in een nog kwader daglicht te
staan. Protectionisme vernietigt immers
per saldo arbeidsplaatsen.
Protectionisme verricht zijn slopende werk
in het bijzonder in de exportindustrieën,
iets waaraan veel te weinig aandacht wordt
besteed. Dit is vooral het geval als protec
tionisme in de beschermde industrieën
leidt tot betere bedrijfsresultaten, die ver
volgens aanleiding zijn voor loonstijgingen
voor hun werknemers. Onder de bestaan
de arbeidsmarktverhoudingen slaan deze
loonstijgingen gewoonlijk over naar de ex
portindustrieën. Deze kunnen hun afzet-
prijzen niet verhogen, omdat deze door de
wereldmarkt worden bepaald. Het gevolg
is winsterosie en afkalving van de werkge
legenheid in de exportbedrijven. Een twee
de kanaal waarlangs protectionisme de ex
portindustrieën treft, is de valutakoers.
Omdat protectionisme leidt tot een gerin
gere invoer van beschermde produkten,
verbetert de betalingsbalans, waardoor de
koers van de valuta stijgt. Deze koersstij
ging bevordert vervolgens de invoer van
onbeschermde produkten en vermindert
de uitvoer. Het is merkwaardig dat in
de Verenigde Staten met dit belangrijke
kanaal zo weinig rekening wordt gehou
den. Amerikaanse protectionistische
maatregelen zullen onvermijdelijk leiden
tot opwaartse druk op de koers van de dol
lar, het tegenovergestelde van wat wordt
beoogd.
Recent onderzoek heeft als uitkomst dat
een importheffing van 30 procent over
eenkomt met een exportbelasting van 1 5
procent. Een eventuele Amerikaanse in
voerheffing voor Japanse produkten is
niets anders dan een modern paard van
T roje.
Over de grootste kostenpost van protectio
nisme hebben we het nog niet eens gehad:
de te verwachten tegenmaatregelen van
de getroffen handelspartners. Vertaald
naar de praktijk van het huidige protectio
nisme: onlangs dreigden de Verenigde
Staten de invoertarieven voor deegpro-
dukten uit de EG te verhogen tot 40 pro
cent, uit wraak voor belemmering van de
invoer van Amerikaanse citrusvruchten
door de EG. Op haar beurt reageerde de EG
onmiddellijk met de mededeling dat de in
voer van Amerikaanse noten op de korrel
genomen zal worden. Actie leidt tot tege
nactie. Intussen loopt de rekening alsmaar
op.
Creatieve overheidspolitiek
Het voorgaande mag niet de indruk wek
ken dat er voor de overheid geen enkele
taak zou zijn weggelegd. Veranderingen in
nationale concurrentieposities veroor
zaken vaak ernstige economische moeilijk
heden voor de wegkwijnende sectoren
Veel werknemers beschikken over be
drijfs- of sectorspecifieke vaardigheden en
zijn zonder herscholing nauwelijks inzet
baar in andere sectoren. De overheid en
het bedrijfsleven staan voor de grote uitda
ging een creatief arbeidsmarktbeleid en
onderwijsbeleid te ontwikkelen, die de
overgang van overtollige werknemers naar
andere arbeidsplaatsen bevorderen. Goe
de herscholingsprogramma's, educatief
verlof en een kwalitatief hoogwaardig on
derwijssysteem dragen in grote mate bij
tot succesvolle aanpassing. Dit geldt voor
al als het systeem van sociale verzekerin
gen aanpassing financieel honoreert. Dit is
momenteel helaas niet het geval. Het be
lastingsysteem, de regulering van de wo
ningmarkt en de sterk in elkaar gedrukte
beloningsverhoudingen staan eveneens de
arbeidsmobiliteit in de weg. Een creatief
arbeidsmarktbeleid zou nu juist een pre
mie op aanpassing en mobiliteit moeten
stellen. Het spreekt vanzelf dat de resulta
ten van een geliberaliseerd handels- en
arbeidsmarktbeleid het grootst zijn als dit
beleid is ingebed in het kader van een veel
breder dereguleringsbeleid en wordt ge
flankeerd door een evenwichtig monetair
en fiscaal beleid.
In het algemeen kan worden gesteld dat de
markt beter in staat is dan politieke en bu
reaucratische organen om vast te stellen
welke industrieën toekomstperspectief
hebben en op een bepaald moment moe
ten worden gezien als 'basisindustrieën' of
'speerpunten'. De overheid staat bloot aan
politieke prikkels om miskleunen geduren
de lange tijd in leven te houden met
behulp van kunstmatige middelen. Hier
door krijgt industriepolitiek onvermijdelijk
een defensief, protectionistisch karakter.
Het is een hachelijke zaak op deze wijze de
toekomst in te gaan, te meer daar het zich
laat aanzien dat deze om veel dynamiek zal
vragen.