Vat vol mensen met status
aparte
Complimenten ja, maar de
opdracht blijft
Vervolg van pagina 18
slotenheid ons werk konden doen. Daar
voor zijn de banken in het algemeen een te
belangrijk middel geworden in het econo
misch en financieel bestel van ons land.
Daarvoor is onze organisatie, zijn wij
samen binnen die banken, te groot ge
worden.
Een voorbeeld in dit verband. Toen de
voorzitter van de Hoofddirectie bij het pre
senteren van onze jaarstukken op een
vraag van een journalist antwoordde dat
naar onze mening het prijskaartje aan de
kosten van het betalingsverkeer moest
worden gehangen, reageerde de organisa
tie daarop op zijn zachtst gezegd ver
schrikt. Moest de Rabobank nu zo nodig op
dit moment dit probleem aan de orde stel
len? In dezelfde tijd waarin wij spreken over
onze financiële ruimte? Bij deze mijns in
ziens onterechte kritiek werd vergeten
dat juist onze bank er groot belang aan
hecht niet alleen ieder het zijne te geven,
maar ook zoals het behoort, van ieder het
zijne te vragen. Juist daardoor zullen wij de
financiële ruimte kunnen gebruiken ter ver
sterking van onze coöperatieve structuur.
Niet passief maar actief moeten we zijn
bij het commercieel bewerken van de
markt. Met korte en directe lijnen - geen
bureaucratie - ons de kaas niet van het
brood laten eten. Met een scherp zicht op
onze kostenstructuur.
Wij moeten ons hoeden voor een mentali
teit van best de kostenkant wat te kunnen
laten vieren. De kost mag alleen voor de
baat uitgaan in die gevallen, dat wede rela
tie tussen kosten én baten heel duidelijk
kunnen leggen Wij moeten niet gehin
derd maar in tegendeel versterkt door
onze vermogenspositie vechten voor de
rentabiliteit voor onze bank. Onze leden
zullen weinig eerbied en vertrouwen heb
ben in een bank, die teert op het vermogen
dat in het verleden tot stand werd ge
bracht. Deze tijd vraagt ook een differen
tiatie van tarieven. Ik weet dat ik hiermede
in coöperatieve kring een gevaarlijk woord
uitspreek. Ik doe dit echter met overtui
ging. Coöperatief bezig zijn wil niet zeggen
dat we moeten uitgaan van gemiddelden.
Elk lid mag verwachten dat we zo laag mo
gelijk zijn in de tarieven van ons primaire
produkt de lening met variabele rente. We
zullen in de komende tijd nog prijsbewus
ter moeten optreden en elk produkt van
zijn prijskaartje moeten voorzien. Als blijkt
dat een lid/cliënt met de produkten die
hij afneemt de bank geld kost en de an
der daarentegen bijdraagt in de winst, is
het niet anti-coöperatief als wij beiden
niet hetzelfde laten betalen.
Overtuigd van eigen kunnen en eigen
kracht zullen we op de markt als de voorte
kenen niet bedriegen, binnenkort een, zij
het niet geheel volwaardige. Postbank ont
moeten. Voor ons wordt interessant, be
halve uiteraard hoe de Postbank zal gaan
functioneren, of de Postbank zich in het
Nederlandse bankwezen een eigen speci
fieke plaats zal kunnen verwerven. De
Rabobanken zullen ongeacht de weg die
de Postbank gaat, op hun eigen manier
hun status aparte blijven behouden.
De Rabobankorganisatie, dat maakt ons
werk zo boeiend, blijft een vat vol mensen
en adviesorganen die voor onze organisa
tievan wezenlijke betekenis zijn. Een aantal
van die adviesorganen en onderwerpen,
die voor onze organisatie van belang zijn
wil ik hier met name noemen. Ik noem de
Technische Overlegcommissies, waar
idee en praktijk van de centrale en plaatse
lijke bank elkaar ontmoeten en waar men
concreet beleidsvoorbereidend en uitvoe
rend bezig is.
Ik noem de Centrale Adviesraad Arbeids-
aangelegenheden Rabobankorganisa
tie, die hecht verankerd in hun achterban
nen bezig is de veelheid van regels en op
vattingen die met arbeid te maken hebben
in kaart te brengen en er goed evenwichti
ge adviezen over uit te brengen. Voorwaar,
ook op hen komt in deze tijd het een en an
der af. Ik denk dan met name aan de inter
ne arbeidsmarkt, die niet alleen de CAAR
maar ons allen zeer na aan het hart moet
liggen. In een tijd waarin afgezien van deel
tijdbanen, de personeelstoename minder
wordt, zal een maximaal gebruik van ar
beid door voortdurende opleidingsinspan
ning en een actieve interne arbeidsmarkt
ons allen bij de tijd moeten houden. Ook
aan de CAAR en daarmede aan al onze
medewerkers zal, als het goed is, de
coöperatieve discussie niet ongemerkt
voorbij mogen gaan.
Ikdenkaan deadviezen die voor de salaris
sen van de directeuren worden uitge
bracht. Met name ook de Vereniging van
Direkteuren van Rabobanken met hun
vertegenwoordigers zijn constructief bezig
geweest en te verwachten valt dat het
nieuwe salarissysteem per 1 januari 1986
ingevoerd zal gaan worden.
Ik denk aan de rechtspositieregeling van
directeuren waarover een nota binnenkort
in de organisatie in discussie komt. Een on
derwerp, dat niet alleen de directeuren
maar met name ook alle beheersorganen
aangaat.
Ook in het afgelopen jaar hebben we als
Rabobankorganisatie weer van verschil
lende zijden complimenten mogen oog
sten voor onze opstelling, ons werken en al
datgene wat ons zo uniek maakt.
Ik noem er twee, die ik als compliment be
schouw. Toen aan een vertegenwoordiger
van een handelsbank werd gevraagd of hij
niet bang was voor de Postbank luidde zijn
antwoord dat hij de Rabobank bedreigen
der vond. En een scheidende bankier zei
onlangs: 'De Rabobank is uit haar lethargie
ontwaakt.' Volgens Van Dale die ik er op
nasloeg betekent lethargie ziekelijke
slaapzucht, toestand van geestelijke onge
voeligheid, ongeïnteresseerdheid en inac
tiviteit. In gewoon Hollands betekent het,
gij zijt wakkere jongens, stoere knapen. Wij
incasseren deze complimenten met blijd
schap en eerlijk gezegd, we vinden ook
best wel dat we het verdiend hebben!
Laat mij eindigen met de woorden van
Raiffeisen waar het artikel 'eigentijds
coöperatief' in ons jaarverslag mee begint!
'Door zich bewust te zijn het vertrouwen te
moeten winnen, wordt men gestimuleerd,
zijn zaken stipt op orde te houden en zich
een juiste en stipte bedrijfsvoering eigen te
maken.