Spanningsveld
Grenzen trekken en
bewaken
daar hoeven wij ons vandaag niet mee be
zig te houden) geen autonomie zijn zon
der democratie en geen democratie zon
der autonomie. Als wij de autonomie niet
alleen in stand willen houden maar ook
versterken, zullen we in gelijke mate de de
mocratie in onze organisatie in stand moe
ten houden én versterken. Dat is een van de
zeer belangrijke punten voor de interne
structuur van onze organisatie van nu en
voor de toekomst. Beide, autonomie en de
mocratie zijn heel wezenlijk voor wat we
doen en wat we laten en voor hoé we het
doen en hoé we het laten. Op deze basis
verworden tot uitvoerders van centraal ge
nomen beslissingen? Zou - of we het nu
prettig vinden of niet - de automatisering
het sluitstuk gaan worden van een alles
overheersend vanuit Utrecht en Eindhoven
gestuurd mechanisme? Dat waren zo de
angstige vragen die we elkaar stelden. Ik
denk dat voor onze organisatie het span
ningsveld dat bestaat tussen de autonomie
van de plaatselijke bank en de autonomie
van de centrale bank, heel wezenlijk is. Elke
plaatselijke bank moet de behoefte in zich
hebben autonoom te zijn. En op het mo
ment dat de plaatselijke bank zich gaat af-
zijn nu al meer dan 85 jaren onze organisa
tie, onze 942 banken en van daar uit onze
centrale bank gegrondvest.
Lange tijd en zeker in de jaren rond en na
de fusie tussen de beide centrale banken,
heeft de vraag naar de autonomie van de
plaatselijke banken de discussie over de
relatie tussen de centrale bank en plaatse
lijke bank beheerst. Zouden we op den
duur al dan niet doelbewust toegroeien
naar een situatie, waarin we te maken heb
ben met een centraal geleide bank met
filiaalbanken, waarin voor autonome ban
ken geen plaats meer is? Zouden de be-
heerscolleges van plaatselijke banken niet
vragen waarom er geen circulaires meer
van de centrale bank komen, is er bij de
centrale bank iets mis. Toch valt bij deze
vragen op dat er meer gesproken wordt
over de autonomie van de plaatselijke ban
ken, maar veel minder over de autonomie
van de centrale bank. Dat er wel altijd over
de autonomie van de plaatselijke banken
wordt gesproken, maar veel minder over
de democratie van de plaatselijke banken.
Als we nu naar de ontwikkeling van de af
gelopen jaren kijken, dan valt op dat het
pessimisme ten aanzien van het behoud
van de autonomie der plaatselijke banken
- en wij zeggen met elkaar 'gelukkig' -
niet gerechtvaardigd is geweest. Op aller
lei terreinen is de autonomie bevestigd
en versterkt.
Ons automatiseringsplan heeft deze auto
nomie bevestigd. Onze discussie over de
'financiële ruimte' en het 'coöperatief ka
rakter' heeft niet alleen de sterke positie
van de totale organisatie scherp aan het
licht gebracht, maar met name ook elke
bank afzonderlijk in het licht van de schijn
werpers gebracht.
De centrale bank is, naast dat zij een eigen
bankbedrijf uitoefent in toenemende mate
met buitenlandse vestigingen, voor de
plaatselijke banken service-instituut, ver
lengstuk, denktank, bewaker van de ban
caire en andere normen en financieel
plechtanker voor plaatselijke banken in tij
den van financiële nood. Ook de autonomie
van de centrale bank heeft een zekere in
houd gekregen. Het is interessant nu de
blik te werpen op het systeem, dat het
overschrijden van de grenzen van de
autonomie moet bewaken. In de verhou
ding centrale bank/plaatselijke bank valt
op, dat behalve in gevallen dat de bank het
bancair toelaatbare overschrijdt, de cen
trale bank niet dwingend kan optreden te
gen plaatselijke banken, die zichzelf en
daardoor ook de organisatie schade toe
brengen. Dit is uiteraard een gevolg van
het feit dat een bank zelf zijn eigen beleid
kan bepalen. Die vrijheid brengt met zich
mee dat een bank het vanuit de ogen van
de organisatie gezien, erg goed of erg
slecht kan doen en alle mogelijkheden tus
sen deze twee uitersten kan kiezen. Van
het overschrijden van grenzen van autono
mie is mijns inziens sprake, als de bank
zichzelf schade doet en als dat zover gaat,
dat ook inhoudelijk en uiterlijk de organi
satie hierdoor schade lijdt.
Ik kom dan op de democratie in onze or
ganisatie. Zonder democratie in onze or
ganisatie leidt de autonomie tot de dic
tatuur van bestuurscolleges en direc
teuren, zowel plaatselijk als centraal.
Als we kijken naar de democratie van de
centrale bank, dan is er naast deze Alge
mene Vergadering de Centrale Kringver
gadering, die bij uitstek geschikt is om
als bewaker op te treden van de autono
mie van de plaatselijke bank. De Centra
le Kringvergadering is de laatste jaren
tot het democratisch parlement van de
centrale organisatie uitgegroeid. In een
moeilijke discussie en besluitvorming, als
over het rapport met betrekking tot de
financiële ruimte en het coöperatief karak
ter, is de Centrale Kringvergadering in
staat gebleken in overleg met de Raad van
Beheer en Hoofddirectie, en onder het wa-