Naar een meer marktgeoriënteerde De koersverandering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid die vorig jaar werd ingezet en de nationale produktiebeperkende maat regelen inzake de in tensieve veehouderij stellen onze landbouw op de proef. Bij velen leeft nu de vraag: waar gaan we heen? Hoe moeten wij daarop in spelen? Is er nog een mar ld: voor hetgeen wij produceren? Instrumenten EG markt- en prijsbeleid iet alleen ons land maar ook de landen om ons heen, kampen met soortgelijke problemen en ook in de VS, Canada en Japan staat het landbouwbeleid ter discussie. Het landbouwbeleid is overal van begin af aan steeds gericht op nationale doeleinden, zoals redelijke inkomens voor boeren, verzekerde voedselvoorziening en stabiele en redelijke voedselprijzen voor de consumenten. Om een stabiele binnen landse voedselmarkt in stand te houden is dan afscherming tegen invloeden van bui ten een noodzakelijke voorwaarde, waarbij de nadelige effecten in de regel op het bui tenland worden afgewenteld. Dit veroor zaakt spanningen in de handelsverhoudin gen tussen de verschillende landen, vooral wanneer het gaat om inbreuken op han delsafspraken die tussen de landen ge maakt zijn. Eén van de wereldomvattende Ir. A. R. Sjauw-Koen-Fa Bedrijfstakonderzoek handelsverdragen is de Algemene Over eenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT). Dit verdrag werd in 1 948 gesloten en heeft tot doel tarieven van invoerrech ten en andere handelsbeperkende maatre gelen af te breken. Het wordt thans onder schreven door negentig landen die samen goed zijn voor circa 80 procent van de we reldhandel. In de afgelopen jaren is geble ken dat de GATT een belangrijk platform is om handelsconflicten te vermijden of uit de wereld te helpen. De Organisatie voor Economische Samen werking en Ontwikkeling (OESO), waarvan de westerse industrielanden en ook Japan lid zijn, kwam onlangs tot de conclusie dat het overschottenprobleem dat tot dusverre grotendeels beperkt was gebleven tot zui- velprodukten en suiker, zich nu in toene- De keuze omtrent de toekomst van de landbouw in de Europese Gemeenschap als antwoord op de gewijzigde internationale marktverhoudingen is strikt genomen het kiezen tussen een bureaucratische maatschappij met allerlei regels of een moderne dynamische landbouw met een vrije produktie. Ir. P. J. Lardinois, voorzitter van de hoofddirectie van Rabobank Nederland, zei in zijn inleidingen in Londen en in Den Bosch kort geleden hierover onder meer: 'Mijn voorkeur gaat uit naar een meer marktconform beleid met flexibele maatregelen. Dit biedt mijns inziens de beste waarborg voor een economisch gezonde en dynamische ontwikkeling van de land bouw, industrie en handel in de Europese Gemeenschap op lange termijn gezien. Willen wij in de komende decennia onze marktpositie in de wereld blijven behouden dan is er geen betere keus'. In dit artikel wordt nader ingegaan op deze zienswijze. mende mate ook voordoet bij andere land bouwprodukten. Zij bepleitte een meer op de markt gericht beleid voor agrarische produkten en een verbetering en betere naleving van de internationale regels en disciplines op het gebied van de agrarische handel. Ook de op handen zijnde nieuwe land- bouwwet van de VS wijst op een terugkeer naar een meer vrije marktordening voor landbouwprodukten zonder beschermen de maatregelen. Dan zullen de VS met lage landbouwprijzen de wereldmarkt opgaan. Aangezien zij de grootste exporteur zijn van agrarische produkten, is dit van door slaggevende invloed op de prijzen van tal van agrarische produkten op de wereld markt en op de inkomens van de boeren. De vraag is: Hoe staan wij in Europa er voor? Om de doeleinden van het Gemeenschap pelijk Landbouwbeleid na te kunnen stre ven moest de EG een gemeenschappelijke markt voor landbouwprodukten creëren, waarin een vrij verkeer van landbouwpro dukten mogelijk was, eenheid van land bouwprijzen gold en de prijzen een stabiel karakter vertoonden. Het Gemeenschap pelijk landbouwbeleid mocht niet autar kisch zijn, maar de Europese landbouw moest wel worden beschermd tegen con currentie van buiten. Eén van de hoofd componenten hiertoe vormde en vormt nog steeds het markt- en prijsbeleid. De basisgedachte achter het markt- en prijsbeleid van de EG is geweest dat via grensbescherming door middel van een systeem van variabele invoerheffingen de interne prijzen ondersteund kunnen wor den. Aangezien vijfentwintig jaar geleden de Gemeenschap voor de meeste produk ten nog een grote netto voedselimporteur was, waren de invoerheffingen dan ook het voornaamste instrument tot ondersteu ning van de interne prijzen Marktinterven- tie en exportrestitutie hadden toen een aanvullend karakter en konden groten deels gefinancierd worden uit de opbreng sten van de invoerheffingen. Naarmate de EG evenwel relatief steeds

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 8