ders, vooral in Amerika, de banken dwars zitten. Grote postorderbedrijven en beleg gingsmaatschappijen (in ons land Roparco), evenals verzekeringsmaatschappijen en de opdringende 'plastic betaalkaartenlokken cliënten bij de banken weg. Ook vestigingen van buitenlandse banken ontpoppen zich als concurrenten door zich met deelactiviteiten tot het publiek te richten. Vrijheid, blijheid, ja, maar het wordt toch wel onprettig, wan neer dergelijke instellingen als parasieten gebruik maken van de betalingsdiensten, die het bankwezen heeft opgezet en onder houdt. Dan is het, zonder kosten van een eigen apparaat, makkelijk schieten onder andermans bancaire duiven! De Duitse banken hebben op deze bedrei gingen het antwoord gevonden. Richt je met een breed dienstverleningspakket tot je klanten en leg het accent op het betrouwba re adviseren in een omgeving waar de klant zich thuisvoelt. Zo'n persoonlijke benade ring is vanouds de kracht van een echte bank en daaraan kan thans dank zij de 'ze geningen' van automatisering een nieuwe dimensie gegeven worden. 'Persoonlijk-vrij- mondig', aldus luidde het motto dat door de Bankentag werd uitgedragen. En dat bete kende ook heel concreet, dat de Duitse ban ken overheidsbemoeienis en beschermende wetten afwezen. In een 'nieuw zelfbewust zijn' wil men het zelf klaarspelen! Nu terug naar Nederland en onze Rabobanken. Staan wij ook voor zo'n mijlpaal van een nieuwe koers als de Duitse banken? Neen, want die mijlpaal zijn we als Rabobankorganisat/e al een paar jaar geleden gepasseerd. Wie herinnert zich niet de discussies en cursussen, waarin binnen onze organisatie het 'persoonlijk bankieren' aan de orde is gesteld?Een thema, dat nu in Bonn werd uitgedragen. Je gaat beseffen hoe vroegtijdig wij al de hedendaagse pro blematiek hebben onderkend en aan de slag gegaan zijn om bewust onze bakens te ver zetten. Ook wij worden gesteld voor een ze ker dilemma: thuis bankieren via een 'for muliertje' of het accent leggen op een brede dienstverlening, die zich ook in de wijze waarop zij geboden wordt, richt op de be hoeften van de cliënt. De moderne automa tiseringsmiddelen zijn wij volop gaan ge bruiken, maar ons accent is gelegd op de be nadering via de bankadviseurs. Een nieuwe allround functie, die we ook tot zijn recht la ten komen in een nieuwe opzet van onze kantoorruimten. Bewust is voor die koers gekozen. En sinds die mijlpaal zijn we al een heel eind op weg. Dat mag ons enige voldoening geven. Het is ook niet onopgemerkt gebleven in den lan de. Zelf plegen we niet zo gauw te zeggen dat we een 'succesformule' hanteren in de benadering van onze cliënten, maar het doet goed te horen, dat de ABN bij de introductie van haar kantorenplan erkende dat zij daar bij ook het voorbeeld van de Rabobanken voor ogen had. Niet onbegrijpelijk, want ons beleid in dezen steunde niet alleen - voor ons heel belangrijk - op de dienstverlenen de intentie van onze coöperatieve banken, maar ook meer algemeen op de plaats die een 'brede bank' in onze tijd dient in te ne men. In wezen gaat het dan om een visie op de taak van de bank. Er zijn overigens in ons land ook banken die voor zichzelf die taak enigszins anders heb ben ingevuld. Tot eenstemmigheid als in Duitsland is het hier niet gekomen. Een ze kere schakering kan ons bankwezen echter verrijken. Onmiskenbaar evenwel is iedere bank ook in ons land komen te staan voor een Quo vadis? Wat is voor ons als bank en bankbedrijf de weg? Dat kan heilzaam op het gehele bankwezen inwerken. Niet in de laatste plaats door te tonen dat de gezamen lijke banken tegenover allerhande 'non- of near-banking' verschijnselen niet met lege handen zitten. Ook door gezamenlijk initia tieven te nemen zullen zich voor het 'echte' bankbedrijf met name op het meer bank- technische vlak nationaal en internationaal nog heel wat nieuwe ontwikkelingsmoge lijkheden openen. De bezinning op het bank-zijn geeft het bankwezen een goede aanleiding zich daar ook door samenwer king voor in te zetten. Het pas verschenen jaarverslag van onze organisatie bevat deze keer, voor het eerst sinds haar ontstaan, een aparte beschouwing over 'Eigentijds coöpe ratief'. Dat bewijst, dat ook wij ons (weerj aan het bezinnen zijn en onze weg zijn gaan uitstippelen naar een volgende mijlpaal. Wij zijn ons bewust, dat het coöperatieve ban kieren door zijn aard en karakter een aparte plaats in het bankwezen inneemt. Die plaats moet niet alleen voor onszelf maar ook voor anderen herkenbaar zijn. Hij moet spreken uit onze structuur en werkwijze en afstralen op ons dagelijks handelen. Dat is een opga ve die we bij onze oprichting meegekregen hebben. Het is daarom niet toevallig, dat de beschouwing opent met het portret en een citaat van Raiffeisen. Maar het is ook een opgave, die door de tijden heen telkens weer concreet, in eigentijdse vorm, moet worden verwezenlijkt. Dat voegt voor ons een extra dimensie toe aan de Quo-vadis-vraag, waar banken zich in deze tijd voor gesteld zien. Wij zijn blij met die extra dimensie. Ze spruit voort uit de identiteit van onze coöpe ratieve banken, zoals wij die willen beleven. Wij beseffen tegelijkertijd ten volle, dat het niet gemakkelijk is onze coöperatieve identi teit op moderne wijze uit te dragen. Maar die uitdaging aanvaarden wij! Daar wordt ook de 'dimensie' van onze hele organisatie bij betrokken. Het jaarverslag laat al zien, dat de eerste stappen in de richting van onze moderne coöperatieve bankieren inmiddels zijn gezet. De weg is uitgestippeld en die stippeltjes moeten straks een duidelijke lijn gaan vormen. Eigenlijk het doortrekken van de lijn, die voor ons al bijna negentig jaar geleden is begonnen. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 5