agboek van 'n kassier Mestveredeling 34 Het Landbouwschap heeft er bij de Tweede Kamer op ge wezen dat de overheid in het verleden de ontwikkeling van de veehouderijsector met kracht heeft gestimuleerd. Daarom zal zij in de sector financieel moeten helpen om het probleem op te lossen. De sector zelf heeft ook een taak. Door op de bedrijven de bedrijfsvoering aan te pas sen kan de kwaliteit van de mest beter op de behoeften van de akkerbouw worden afgestemd. Aan varkensmest ver dund met spoelwater voor het reinigen van de hokken heeft de akkerbouwer geen behoefte. Op het juiste mo ment zal de mest beschikbaar moeten zijn. Ook hier geldt: de klant is koning. Er zal voldoende opslagcapaciteit be schikbaar moeten zijn zodat in de winter niet behoeft te worden uitgereden. Juist in die periode is de uitspoeling naar het grondwater het grootst. Dit zal zeker ongerief en kosten met zich meebrengen. Wel dient bedacht te worden dat nog geen 25 jaar geleden de boeren zorgvuldig omgingen met hun mest. Mestberei- ding en mesttoediening was vroeger een essentieel onder deel van het boerenbedrijf. Door de goedkope en gemak kelijke kunstmest is de toepassing van dierlijke mest nau welijks verder ontwikkeld. Een kwaliteitsbeleid ontbreekt hier. De huidige milieuproblemen nopen tot het wegwer ken van een achterstand op dit gebied. Met moderne tech nieken moet van het afvalprodukt mest een veredeld pro- dukt te maken zijn waarvoor in binnen- en buitenland vraag bestaat. Als zo'n produkt is ontwikkeld en een struc tuur van levering, verwerking en afzet is opgebouwd, dan is een miljoen ton meer of minder mest niet meer door slaggevend. Een uitdaging die door de landbouw profes sioneel moet worden aangepakt. Even denk je dat men bij de centrale bank uit niet geheel thuis te brengen frivoliteit een foto van Barcelona voor de omslag van het jaarverslag 1984 heeft gekozen. Immers de grilligheid van de kathedraal die daarop hoog boven de hui zen uitrijst, evenaart die van de schepping van Gaudi in de zonnige Spaanse stad. Maar een tweede blik maakt duidelijk dat het hier gaat om de Utrechtse Domtoren en dat oude waarden en nieuwe vormen hier aan het samengaan zijn, zoals de verklarende tekst zegt. Die nieuwe vormen zijn dan de ontelbare spiegel ruiten, die samen de grootste lachspiegel van ons land vor men. Want is de grijze Domtoren in zijn weerspiegeling een grotesk gebouw geworden, de huizen op de voorgrond lie gen er ook niet om. Breed grijnzend, bijna schaterlachend getuigen ze op de omslag van ons jaarverslag van de bin nenin verwoorde tevredenheid over de behaalde resultaten van het afgelopen jaar. Vrees niet, ik zal in deze daarvoor te kleine rubriek niet mijn visie gaan geven op de geconsoli deerde balans, waarvan de accountants immers reeds plechtig verklaarden dat zij een getrouw beeld geeft van sa menstelling en grootte van het vermogen. Ik wil wat zeggen over andere facetten van dit verslag, die minstens zoveel aandacht vragen als de cijfers en de daar omheen zo vaardig gecomponeerde teksten. Het is namelijk zo 'n mooi verslag. Ook als je de uitzettingen en toevertrouwde middelen, de baten en lasten, de statistie ken en de schier eindeloze reeks belangrijke personen ver geet. Het papier is degelijk en de wijze van inbinden is voor treffelijk. Geen nieten erin, want daarvan willen we in onze organisatie niet weten, maar stevig gelijmd en genaaid. Fraaie symboliek van de cohesie in onze organisatie, alhoe wel een gemenere geest dan de mijne er wellicht een andere en minder diepe zin bij kan bedenken. Van de prachtige afbeeldingen, die het werk sieren is er een die mij zeer boeit. Het is de zaal brede foto van de algemene vergadering van vorig jaar, een fraai vergezicht, waarin het toeval een kleurenschema heeft aangebracht dat enigszins doet denken aan een tribune bij de opening van de Olympi sche Spelen. Bekende en onbekende gezichten. Voorop uiteraard de allerbekendste en daarachter wij allemaal dus. En zowaar, daar een beetje links van het midden zit mijn eigen clubje, dicht bij elkaar gekropen alsof de spanning van het gebeuren op het onzichtbare podium bijna niet te dragen is. Gelukkig dat de wand van die zaal niet dezelfde spiegel effecten heeft als de muren van ons gebouw. Dat had vast de fotograaf op een idee gebracht en wat zou er dan zijn overgebleven van de toewijding waarmee we daar met zijn allen eigentijds coöperatief zitten te wezen. De vleesgewor den ledenbetrokkenheid immers zijn we en dat is geen zaak voor lachspiegels en vrolijkheid maar voor ernst en overtui ging. Een artikel uit het jaarverslag over eigentijdse coöpera - tie heeft me dat duidelijk gemaakt. Toch heeft die foto ook wat twijfel in mijn hart gezaaid. Zelfs het meest nauwgezette onderzoek met behulp van een ooit ten behoeve van het opsporen van valse bankbiljetten aan geschafte loep, heeft me niet verder gebracht dan het tel len van vijf leden van het vrouwelijk geslacht. Maar mis schien is de vorm van eigentijdsheid waarop ik nu doel op zo'n korte termijn wat teveel gevraagd. Ik zal dit jaarverslag dus zuinig bewaren om het straks te kunnen leggen naast dat van 1994. En als daarin een foto staat waarop het grijs en het blauw van onze degelijke pakken voorgoed en ruim schoots voor de helft doorschoten is van de vrolijkere en lichtere kleuren van bloesjes en jasjes, dan pas zullen we echt eigentijds zijn. Of de mode moet de komende jaren wel heel erg ingrijpend veranderen! Cas Sier

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 34