vereist professionele aanpak Perspectiefbiedende veehouderij behouden kend kan worden van 3 min. ton mest. In dat geval zou 1 5 min. ton mest vanuit de mestproduktiebedrijven naar mest'tekort'bedrijven moeten worden vervoerd. Voor de 3 min. ton overschot zou een aanwending gevonden moeten worden buiten de Nederlandse land- en tuinbouw. De Commissie, in de wandeling naar haar voorzitter Latijn houwers genoemd, berekende dat dit met zeer veel kosten gepaard zal gaan. Export van mest ligt in de ons omringen de landen gevoelig. Omdat het om grote hoeveelheden gaat is opslag van het overschot geen definitieve oplos sing. Verbranden is erg duur doordat de mest veel water bevat en biogasproduktie lost het probleem van het teveel aan mineralen niet op. Het Landbouw-Economisch Insti tuut berekende dat het zo'n 300 min. gulden per jaar zou kosten om tot aanvaardbare oplossingen te komen. De ernst van de situatie die het Rapport van de Commis sie-Latijnhouwers schetste deed de sector niet bij de pak ken neerzitten. Gezamenlijke aanpak en voldoende tijd zouden ook nu weer een oplossing moeten kunnen bieden. In de regio's waar de mestproblematiek het meest speelt, J. H. Egberink Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel, wer den fondsen bijeengebracht van provinciale overheid, ge meenten en coöperaties en de landbouworganisaties. Landelijk is een onderzoekprogramma opgesteld om in zicht te krijgen in zaken als zuiniger veevoeding, ander huisvestingssysteem, verbetering van de kwaliteit van de mest die aan de akkerbouwer wordt aangeboden en on derzoek naar mogelijkheden om de mest te verwerken tot een beter bruikbaar produkt. Een domper op deze voortva rende aanpak is ontstaan nu de ministers van Landbouw en van Milieu strengere eisen willen gaan stellen dan het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid aanhoudt. Zij willen de fosfaatnorm als einddoel van het bodembescher- mingsbeleid. De Commissie-Latijnhouwers ging uit van stikstof- en kali-normering. Met de fosfaatbelasting als doel, zou bij de huidige veestapel een overschot ontstaan van 27 min. ton. De kosten om dit op te lossen belopen met de huidige technieken ca. één miljard gulden per jaar. De Centrale Raad voor de Milieuhygiëne, een officieel ad viesorgaan van de overheid, trok alvast maar de conclusie dat de problematiek zo groot is dat als enige oplossing overblijft de veedichtheid in ons land drastisch te vermin deren. Deze uitspraak gaf weer aanleiding tot heftige te genreacties uit de landbouwwereld. Met name de land bouworganisaties in de oostelijke en zuidelijke zandgebie den reageerden fel. Inmiddels zijn de gemoederen wat be daard. De ministers hebben in de Tweede Kamer bena drukt dat de fosfaatnorm niet bepalend is voor het beleid in de eerstkomende jaren. Bovendien is het beleid erop ge richt een perspectiefbiedende veehouderij te behouden. Afbouw van de veehouderij in ons land is voor de overheid niet aan de orde. Daarvoor hangen teveel activiteiten sa men met deze agrarische tak. Zoals de havens, transport activiteiten, verwerking en toelevering. Met elkaar enige honderdduizenden arbeidsplaatsen, vele miljarden gul dens aan export - in 1 984 1 7 miljard gulden - en honder den miljoenen guldens aan inkomsten voor de overheid.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1985 | | pagina 33