Krediet voor kleine boeren
Een prima gelegenheid
Profijt van elkaar
Tussen aanhalingstekens
Stimulering
Altijd meer te leren
Onderwijzersbloed
grond gekomen. Het op papier uitgewerkte
idee moet in de praktijk nog gestalte krij
gen.
Dit jaar is de deelname wel gelukt en komt
zij niet minder gelegen. Momenteel heeft
de heer Diuk namens zijn departement zit
ting in een commissie die zich bezighoudt
met een 'small farmers credit program'. Dit
betreft een alreeds goedgekeurd project
waarvoor door de VS 1 miljoen beschik
baar is gesteld en dat kleine boeren onder
meer bekend wil maken met zaken als
planning, investeringen en financieringen.
Daarnaast omvat het project ook het pro
moten van marketing-coöperaties, via wel
ke de te verstrekken leningen ook hun be
stemming zullen vinden.
De heer Diuk vindt de cursus een prima ge
legenheid om het project verder te helpen.
Hij heeft al veel ervaringen opgedaan en
veel dingen geleerd, zoals bijvoorbeeld het
financieringssysteem van de Rabobank en
de flexibiliteit in zekerheidsstelling. De
Rabogeschiedenis leert dat voor een groot
deel ook op basis van vertrouwen geld uit
geleend kan worden. Dit kan zeker van be
lang zijn, omdat het toepasbaar lijkt in het
project. Terug in Soedan zal de heer Diuk
hieromtrent rapporteren en zullen binnen
zijn departement en de commissie, na af
weging van de factoren en naargelang ook
de politieke en economische situatie, be
slissingen genomen worden.
De stage bij de Rabobank Dalfsen biedt de
heer Diuk de gelegenheid om de zaken zelf
eens in ogenschouw te nemen en wat
praktische ervaring op te doen. Bij een aan
gesloten bank krijgt men een goed beeld
van de werking van een coöperatieve bank.
Voor directeur Van Lubek is het de eerste
keer dat hij een lAC-cursist als stagiair
heeft. Het is voor hem een volledig nieuwe
ervaring en hij geniet er zicht baar van. Hij is
veel te weten gekomen over Soedan. De
heer Diuk verblijft overigens in een hotel te
Nijverdal. Daar ontmoet hij elke avond de
vijf andere cursisten die eveneens bij Over
ijsselse Rabobanken stage lopen. Een echt
groepsgebeuren dus. Met volop kansen tot
onderlinge uitwisseling van ervaringen en
een goed sociaal contact. De heer Diuk
zegt al veel profijt gehad te hebben van de
vergelijking die hij kon trekken met de si
tuatie waarin zijn Aziatische, Zuidameri-
kaanse en Afrikaanse medecursisten in
hun land verkeren. Ook daar zal hij z'n
voordeel mee doen.
De heer M. J. Mohabir met gastheer
A. N. M. Ankoné: de hele bank bij de
stage betrokken
et derde en laatste gesprek
brengt ons bij de Rabobank
Geesteren waar de heer M. J.
Mohabir uit Georgetown,
Guyana, zijn stage loopt. De
heer Mohabir is 'regional ma
nager' van de Guyana Co-
operative Agricultural and In-
dustrial Development Bank (GCAIDB) te
Georgetown. Als stage-begeleider zal
ook nu weer de directeur van deze
Rabobank, de heer A. N. M. Ankoné, het
gesprek bijwonen.
De heer Mohabir is een van de tien 'regio
nal managers' van de GCAIDB. Zijn kantoor
is gevestigd binnen het hoofdkantoor van
de bank in Georgetown. De GCAIDB ver
strekt leningen aan agrarische en indu
striële eenmanszaakjes en kleinere bedrij
ven al dan niet op coöperatieve basis, voor
al in die gevallen waarin commerciële ban
ken het af laten weten. Als manager heeft
de heer Mohabir goedkeuringsbevoegd
heid tot een zekere limiet. Voor een goed
keuring is echter een contra-signering be
nodigd van een regeringsfunctionaris, om
dat de GCAIDB een aan de overheid ge
lieerde instelling is. Het woord 'co-operati-
ve' in de naam moet dan ook niet in de Ne
derlandse betekenis opgevat worden. De
GCAIDB is een door de staat in het leven
geroepen en van middelen voorziene in
stelling. Van die staatsbemoeienis is zij
nooit losgekoppeld, alhoewel dat zeker
wel in de bedoeling heeft gelegen.
Achter de GCAIDB ligt dus de gedachte het
coöperatiewezen in Guyana te versterken.
De overheid heeft daartoe tevens een spe
ciaal ministerie in het leven geroepen, 'the
Ministery of Co-operatives and mobiliza-
tion', aldus de heer Mohabir. Dit ministerie
heeft tot taak de bevolking voor de coöpe
ratieve gedachte te mobiliseren en te sti
muleren tot coöperatievorming over te
gaan. De bank van de heer Mohabir ope
reert in nauwe samenwerking met dit mi
nisterie.
Wanneer we de heer Mohabir vragen hoe
hij tijdens zijn stage gevaren is, zegt hij
veelbetekenend dat er altijd meer te leren
is. Er is een gigantische hoeveelheid infor
matie tot hem gekomen en hij vermoedt
dat hij nog niet de helft gehoord heeft.
Desalniettemin spreekt de heer Mohabir
van een 'behoorlijk inzicht' in de ont
staansgeschiedenis en structuur van de
Rabobankorganisatie. Het schijnt hem toe
dat hij veel gewonnen heeft met zijn deel
name aan de cursus. Hij heeft een idee ge
kregen van hoe men te werk gaat en wijst
met name op verschillen met betrekking
tot de zekerheidsstelling.
Een probleem is volgens de heer Mohabir
de relatie te leggen tussen het geleerde en
de omstandigheden 'thuis'. Hoe kun je één
en ander op juiste wijze vertalen in de prak
tijk van een ontwikkelingsland. Wat bij
voorbeeld in Nederland een kleinschalig
bedrijf heet, is in Guyana bepaald groot
schalig te noemen.
Voor directeur Ankoné is het de tweede
keer dat hij een lAC-cursist begeleidt. Hij
doet dit werk graag. 'Er zit onderwijzers-