Kansen voor de kleine
belegger
De essenties van opties
De optie: vormen en
variaties
vermogen en kennis van zaken investeert.
CALL-OPTIE
PUT-OPTIE
OPTIE
RECHT TOT
RECHT TOT
KOPER
AANKOOP
VERKOOP
OPTIE
PLICHT TOT
PLICHT TOT
SCHRIJVER
VERKOOP
AANKOOP
fonds gehandeld worden in series met ver
schillende looptijden (3, 6, 9 maanden).
De handel in opties is de afgelopen jaren
sterk gegroeid, mede door een toenemen
de belangstelling van het grote publiek.
Naar dit laatste is ook bewust toegewerkt,
zoals onder meer blijkt uit de destijds door
de EOE uitgegeven introductiebrochure:
'Groot doen is misschien te groot voor u,
daarom...' en 'Kinderlijk eenvoudig zijn
opties, mits u werkt met een ter zake kun
dige bank of commissionair'.
De optie bood, en biedt, inderdaad de mo
gelijkheid ook de kleine belegger voor de
effectenhandel te (blijven) interesseren.
Eén van de leuke dingen van opties is na
melijk dat men in de effectenhandel kan
participeren zonder daadwerkelijk in effec
ten te investeren en eigenaar te zijn, c.q. te
worden, van een pakket effecten. De optie-
handel is een handel in rechten en plichten
tot koop of verkoop van de onderliggende
aandelen, in eerste instantie zeker niet in
de aandelen zelf. In samenhang hiermee
kunnen de kosten verbonden aan een 'ech
te' effectenaffaire, in het bijzonder druk
kend voor de kleine coupure, met een op
tie-affaire vermeden worden.
Uit de gegeven omschrijving is af te leiden
dat tegenover de optienemer iemand moet
staan die de optie afgeeft. Deze persoon
wordt de optieschrijver genoemd. Hij
schrijft de optie en neemt daarmee de
plicht op zich om tegen ontvangst van een
premie, gedurende een vastgestelde ter
mijn, de onderliggende waarde tegen een
eveneens vastgestelde prijs af te nemen of
te leveren. Er is dus sprake van tegenover
gestelde posities: de optienemer heeft het
recht, de optieschrijver heeft de plicht.
Naast de zojuist aangegeven tegenstelling
is er in optieland nog een ander fundamen
teel onderscheid aan te geven. Dat is het
onderscheid tussen de call- en de put-op-
tie. Call duidt op het recht tot aankoop van
de onderliggende waarde, of, in geval van
schrijven, de plicht tot verkoop. Put duidt
op het recht tot verkoop van de onderlig
gende waarde, of, in geval van schrijven, de
plicht tot aankoop.
Call versus put en kopen versus schrijven
zijn de smaakmakende ingrediënten die
het functioneren van de optiemarkt bepa
len. Door deze ingrediënten ontwikkelt zich
het spel van vraag en aanbod, waaruit de
prijsvorming - de hoogte van de te betalen
of te ontvangen premie - voortspruit.
In een stijgende markt zal de koper van op
ties zich richten op call (het recht tot aan
koop), de schrijver zal zich daarentegen
richten op put (de plicht tot aankoop). In
een dalende markt zal de koper van opties
zich richten op put (het recht tot verkoop),
de schrijver zal zich dan richten op call (de
plicht tot leveren).
Hoe het spel zich ontwikkelt, hoe het ver
loop van de beurs zal zijn, hangt dus in ho
ge mate af van de verwachtingen die de
participanten aan het optiegebeuren koes
teren ten aanzien van het koersverloop
van de onderliggende waarde, i.c. de aan
delen. De optiebeurs is, evenals haar'grote
broer' de effectenbeurs vooral een kwestie
van verwachtingen die de belegger heeft.
Als het goed is zijn dergelijke verwachtin
gen natuurlijk ergens op gebaseerd. Dat is
dan een kwestie van inzicht, van ervaring
en kennis op het gebied van beleggingen.
De mate waarin men in het optiegebeuren
participeert, zal normaliter samenhangen
met de mate waarin men dat inzicht, die er
varing en die kennis bezit. Hoe groter de
discrepantie tussen beide, des te meer risi
co: van een kwestie van verwachtingen
naar een kwestie van 'een gokje' is dan een
kleine stap. Zeer belangrijk is dus in hoe
verre men zich in het optiegebeuren stort:
hoeveel geld men erin steekt, welke posi
tiefs) men inneemt en welke strategie men
daarbij volgt.
De meest eenvoudige vorm is het kopen
van een call- respectievelijk put-optie. Dit
noemt men een opening buy, die een long
positie tot gevolg heeft (long omdat men
het recht, en daarmee de positie, in eigen
hand krijgt). Daaraan gekoppeld is de clo-
sing sell, de verkoop van de optie, waar
mee men de ingenomen long-positie sluit.
Bij het openen betaalt men de premie, bij
het sluiten ontvangt men de premie. De
winst, c.q. het verlies, ligt daartussen.
Naast dit verhandelen van het recht kan
men ook het aan de optietransactie ten
grondslag liggende contract 'uitoefenen'.
Dat wil zeggen dat men de onderliggende
waarde, bij één optie 100 aandelen, wil
ontvangen (call) dan wel wil leveren (put)
tegen de vastgestelde prijs. Wanneer de
looptijd van de optie is verstreken zonder
dat dergelijke acties zijn ondernomen, is de
optie verlopen en zonder waarde gewor
den. Men kan dus niet meer verliezen dan
de betaalde premie. Anderzijds kan men,
wanneer de markt zich naar verwachting
ontwikkelt, over het ingelegde bedrag een
hoog rendement behalen.
Het kopen van één, of meerdere, call- res
pectievelijk put-opties hoeft dus weinig
risico met zich te brengen, indien men naar
Hier liggen dus met name de mogelijkhe
den voor de kleine belegger die verstandig,
en bijgestaan door een ter zake kundige
bank of commissionair, te werk gaat.
De keerzijde van de medaille inzake het ko
pen van een call- respectievelijk put-optie
is het schrijven van dergelijke opties. Wan
neer men een optie schrijft, in feite creëert
dus, heet dat een opening sell, een ope
ningsverkoop. Daarmee wordt een zoge
naamde short-positie ingenomen (short
omdat men een afhankelijke positie
- plicht - inneemt). Men kan deze positie
sluiten door een identieke optie te kopen: a
closing buy. Inzake een geschreven call
optie neemt men de plicht op zich, indien
de koper van een dergelijke optie dat
wenst, de onderliggende waarde, i.c. één
optie 100 aandelen, te leveren. Als het
gaat om een geschreven put-optie zal men
de onderliggende waarde moeten afne
men. Wanneer het contract verloopt heeft
de optieschrijver de premie in zijn zak.
Mocht de koper van de optie echter over
gaan tot uitoefening van het contract, dan
zal de optieschrijver daadwerkelijk de on
derliggende waarde moeten leveren (call)
of moeten afnemen (put). En hiermee ra
ken we de kern van de zaak. Want de optie
schrijver zal of de onderliggende waarde in
Call versus put en kopen versus schrijven. De twee tegenstellingen in optie/and die
het functioneren van de markt bepalen.